Toen ik Romeo en Julia, hertaald en geschreven door Tiny Fisscher ontdekte, ging mijn hart acuut sneller kloppen. Deze eeuwenoude en beroemde klassieker, uitgegeven in een prachtig jasje én verwoord in begrijpelijke taal, voelde alsof ik een lang verborgen schat ter hand mocht nemen. Tiny bezit namelijk het grote talent om oude klassiekers nieuw leven in te blazen zonder ook maar één moment de essentie van het oorspronkelijke verhaal uit het oog te verliezen. Op deze manier gaan deze oude verhalen nooit verloren en kunnen lezers zich ook in de huidige tijd verliezen in deze prachtige vertellingen.
Meteen nadat ik Romeo en Julia had gelezen, verdiepte ik mij meer in de schrijfster ervan, en het bleek dat deze klassieker niet de enige is die zij op haar naam heeft staan.
Hoe bijzonder dat zij deze gave bezit, dat zij dit werk met zoveel passie doet. Ik kon dan ook niet anders dan haar uitnodigen voor een vraaggesprek.
Hoe was het om in de wereld van Shakespeare te duiken?
Dat gebeurde in eerste instantie heel intuïtief. Ik had al een paar klassiekers hertaald en toen klopten Romeo en Julia op mijn schouder met de vraag om weer door nieuwe generaties gelezen te mogen worden. Want iedereen heeft weleens van Romeo en Julia gehoord, en iedereen weet dat het om een verboden liefde gaat met een fatale afloop, maar wie leest het originele toneelstuk nog, en wie kent het feitelijke verhaal nou écht? Ikzelf alleen via de film van Baz Luhrman, met Leonardo di Caprio in de hoofdrol, maar die film maakt wel nog gebruik van Shakespeares originele verzen. Toen het idee om er een roman van te maken eenmaal postvatte en ik me erin begon te verdiepen, ging er een wereld voor me open. Maar het was pas nadat Myrthe Spiteri, van Blossom Books, me met dit project binnenhaalde, dat de werkelijke impact van het toneelstuk tot me doordrong en ik me realiseerde wat een klus het zou worden. Want ik wilde het stuk dan wel in romanvorm gieten, maar gaandeweg kwam ik er pas achter hoeveel symboliek en verborgen betekenissen Shakespeare in dit stuk heeft gestopt, en hoeveel humor. Voor veel van de grappen en knipogen moest ik eigen varianten verzinnen, want letterlijk vertalen is niet mogelijk; niet alleen taal verandert, maar humor ook. Daarbij moest ik Engels idioom sowieso in goed Nederlands idioom zien om te zetten.
Kortom, het was geen eenvoudige klus, maar wel een bijzonder interessante. Ik had gelukkig veel steun aan een aantal heel goede websites waarin de stukken van Shakespeare ontleed worden, en waar ik de nodige achtergrondinformatie en uitleg vond. Toen ik het manuscript af had, heb ik het laten lezen door een paar Shakespearekenners, om te checken of ik alles wel goed had begrepen. Dat dit boek er is gekomen is trouwens best grappig, want ik heb een ontzettende hekel aan de ‘thou’s’ en de ‘thee’s, en de ‘hathest’ in die Middeleeuwse stukken. Dat ik er toch met enorm veel plezier aan heb gewerkt, komt omdat ik het tegelijkertijd een geweldige uitdaging vond om dan júíst van het verhaal en alle symboliek erin te gaan houden. Dat is meer dan gelukt.
Je bent heel dicht bij de essentie van het oorspronkelijke toneelstuk gebleven en helaas is het nog steeds griezelig actueel. Wat raakte jou het meest aan dit verhaal?
In eerste instantie de trieste uitzichtloosheid van deze schijnbaar onmogelijke liefde, maar toen ik er eenmaal dieper in dook, ook de kracht van Julia; dat ze weet wat ze wil en dat ze weigert zich te laten uithuwelijken. Van de kracht van twee jonge mensen die zich niet in een hoek laten drijven en die koppig hun eigen pad volgen, ook al moeten ze het met de dood bekopen. Dat het nog steeds griezelig actueel is, vind ik schrijnend. Daarom draag ik het boek ook op aan alle jonge mensen over de hele wereld die te maken hebben met ‘verboden’ liefde, in wat voor vorm dan ook.
Was je niet bang dat Shakespearekenners kritiek zouden uiten?
Uiteraard. Ik had met mijn andere hertalingen al gemerkt dat je als schrijver met de nek aangekeken of zelfs beschimpt kunt worden omdat je aan ‘hun’ auteur of lievelingsboek durft te komen. Ik heb dus ook Romeo & Julia bijna op de vierkante millimeter uitgespit en het lijkt me sterk als Shakespearekenners nog iets te piepen kunnen hebben. Althans, niet met betrekking tot de inhoud van het verhaal. Alles wat Shakespeare in het stuk heeft gestopt, zit ook in mijn boek. Of ze de stijl van mijn roman weten te waarderen, is natuurlijk een kwestie van smaak. Maar het mooie van mijn boek is wel dat je geen Shakespearekenner hoeft te zijn om ervan te kunnen genieten.
Je hebt al meer klassiekers vertaald. Welke vond je tot nu toe het mooiste om te doen?
Oei, dat is een vraag waar nauwelijks antwoord op te geven valt. Kees de jongen was de eerste klassieker waar ik me aan waagde omdat ik zo enorm veel van Kees houd, maar het boek niet veel meer gelezen wordt. Dat vond ik zo zonde en ik wilde Kees heel graag met nieuwe generaties delen. Daarna wandelde Rémi mijn hoofd binnen, de hoofdpersoon van Alleen op de wereld, mijn lievelingsboek toen ik een jaar of elf was. Wat een feest en een eer dat ik op zes hertaalde hoofdstukken met open armen bij Gottmer werd binnengehaald! Ik ben zo ongelofelijk trots op dat boek. Maar ik ben niet minder trots op Romeo & Julia, De kleine prins of Oliver Twist (uitgave medio 2020), die elk op hun eigen manier heel bijzonder voor me zijn. Welk boek ik dus het mooist vond om te doen: allemaal, en elk daarvan om een eigen, specifieke reden en om hun eigen, specifieke gevoelswaarde.
Ik vind het echt heel mooi dat je dat doet. Oude schatten hertalen zodat ze niet verloren gaan. Hoe is jouw liefde voor het geschreven woord ontstaan?
Geen flauw idee, haha. Je hoort schrijvers soms zeggen dat ze levendige herinneringen hebben aan de magie van leren schrijven en lezen, maar die herinneringen heb ik niet. Ik heb als kind wel altijd heel graag gelezen én geschreven. Ik las alles wat los en vast zat, en schreef zelf ook schriften vol. Maar ik debuteerde pas op mijn veertigste. Ik heb wel altijd een grote liefde gehad voor taal in het algemeen. Als ik op de middelbare school een woord opzocht in het Engels, was ik ook meteen nieuwsgierig hoe je dat in het Duits of het Frans zei. Voor ik het wist was ik dan allemaal woorden aan het opzoeken en vergat dan welk huiswerk ik ook alweer aan het maken was. Ik heb ook een poosje Frans gestudeerd, maar op alle grammatica die daarbij kwam kijken, ben ik afgehaakt. Voor mij is het daarom wel extra bijzonder dat ik ook boeken uit het Frans heb hertaald. Het bloed kruipt kennelijk toch waar het niet gaan kan.
Wellicht dat je daarom ook met zoveel passie dit werk doet. Nu zijn er bepaalde auteurs, bijvoorbeeld Tolkien, die een geheel eigen taal verzinnen. Deed jij dat ook? Of zijn het echt de bestaande talen waar je hart sneller van gaat kloppen?
Nee, ik heb nooit een eigen taal verzonnen. Ik ben ook geen liefhebber van fantasy. Hoewel ik In de ban van de ring wel ademloos heb gelezen, maar pas nadat ik de eerste film ervan zag.
Welk verhaal staat nog hoog op je verlanglijstje om te hertalen?
Hoog is een groot woord, want de boeken die ik heel graag wilde hervertellen, heb ik intussen kunnen afvinken, of zijn onlangs al door anderen gedaan en kan ik niet meer doen. Maar het was pas nadat ik Romeo & Julia had afgerond dat Oliver Twist in me opkwam, en nog voordat dat boek uit is, ben ik daar al zo ongelofelijk blij mee en trots op! Ik ben er dus van overtuigd dat er nog verhalen langs zullen komen waar ik in eerste instantie niet aan dacht. Ik heb trouwens wel al een paar titels in mijn hoofd hoor, maar die houd ik nog even onder de pet.
Het boekenpanel van DWDD verkoos Alleen op de wereld als een van hun vier favoriete boeken van die maand. Hoe voelde die erkenning voor jou?
Het voelde eerder als een triomf. Dat had mede te maken met een ervaring die ik een jaar eerder had met mijn hertaling van Kees de jongen, die door een columnist van dat programma werd afgeserveerd terwijl het overduidelijk was dat hij het niet had gelezen. Kennelijk was hij al op voorhand faliekant tegen een dergelijke hertaling. Dat een jaar later in datzelfde programma Alleen op de wereld omhoog werd gehouden, gaf me daardoor een extra kick. Ik vond het echt meesterlijk. Het heeft me ook qua verkoop geen windeieren gelegd; de tweede, derde en vierde druk konden achter elkaar in gang worden gezet. Het kleine kind in mij riep heel hard: ‘Lekker puh!’
Over reacties gesproken: wat is het mooiste compliment dat je tot nu toe hebt gekregen?
Het mooiste compliment, goeie vraag. Naast de negatieve kritiek die je als schrijver voor je kiezen kunt krijgen, heb ik ook genoeg complimenten gehad; van kinderen, ouders, leerkrachten, recensenten, collega-schrijvers, noem maar op. Maar het indrukwekkendste compliment kwam denk ik toch van prof. dr. Ton Hoenselaars, Shakespearedeskundige en hoogleraar Engelse taal- en letterkunde aan de universiteit van Utrecht. Hij schreef me: “De sappige taal van Romeo & Julia vertalen – ook naar een ander idioom – is verschrikkelijk moeilijk. Maar daar ben je heel goed in geslaagd.” Dat compliment kon ik in mijn spreekwoordelijke zak steken, en dat laat ik daar lekker zitten.
Wat hoop jij in de toekomst nog te bereiken?
Een villa met zwembad. Nee, hoor, grapje.
Als antwoord op deze vraag geef ik eerst een citaat uit Winnie de Poeh, van A. A. Milne:
‘Wat doe jij het allerliefst op de hele wereld, Poeh?’ ‘Het allerliefste,’ zei Poeh en toen moest hij eerst eens even nadenken. Want al was Honing Eten iets vreselijks prettigs, er was toch één ogenblikje, vlak voor je begon, dat nog veel prettiger was, maar hij wist niet hoe dat heette.
Wat zoveel betekent als: heb je je doel eenmaal bereikt, dan blijkt vaak dat de weg ernaartoe, of het verheugen erop, in wezen nog fijner was. Want als je een doel bereikt hebt of als een verlangen is vervuld, ontstaat meestal al vrij snel een nieuw verlangen, en opnieuw, en opnieuw. Verlangens zijn onze motor, zonder verlangens zouden we op onze krent blijven zitten en niets willen of doen.
Zo verheug ik me altijd ongelofelijk op een nieuw boek, maar als ik het dan uiteindelijk in mijn handen heb, hoe blij en trots ik ook ben, voel ik toch dat het verheugen misschien nóg fijner was, en verlang ik alweer naar het volgende boek. Maar eerlijk is eerlijk, ik kijk wel uit naar financiële onafhankelijkheid, dus dat ik naast schrijven en de betaalde werkzaamheden die daaruit voortvloeien, geen andere banen meer hoef te doen. Meer betaalde school- en bibliotheekbezoeken zijn dus zeer welkom, en tegen nationale of internationale bestsellers zeg ik ook geen nee. Een flinke prijs in bijvoorbeeld de Staatsloterij mag ook. Dus kom maar op met die munten, eh, biljetten. Het liefst niet in de verre toekomst, maar in de nabije.
*** Interview by Eva Krap.
**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?
Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂
Tiny herself volgen? Te leuk! Dat kan HIER