
Ondertitel: Drie moordenaars vertellen.
Auteurs: Machteld Libert, Walter Damen en Chris Dillen
Inleiding:
In april 2017 hebben Chris van Camp en ondergetekende De Pruimelaarstraat van Louis van Dievel gelezen. In dit boek gaat van Dievel terug naar het begin van de jaren zeventig, toen een seriemoordenaar en verkrachter de streek rond Mechelen terroriseerde. Deze moordenaar, Gustaaf (Staf) van Eyken, groeit op in de Pruimelaarstraat, gelegen in Bonheiden bij Mechelen. Van Dievel beschrijft vanaf een afstand, maar met liefde en toewijding de bewoners van deze straat.
Maar hoe is het verder gegaan met seriemoordenaar Staf van Eyken?
Over de auteurs:
Machteld Libert is gerechtsjournaliste bij de VRT nieuwsdienst, en tracht op haar manier in de huid te kruipen van de moordenaars. Hoe gaan ze om met de feiten? Kunnen ze leven met hun misdaad?
Walter Damen is strafpleiter, en gaat in op de juridische kant van feiten en daders: de problemen bij hun proces, strafuitvoering en de weg terug. M.n. de ontmenselijking van de daders heeft zijn aandacht.
Prof. Dr. Chris Dillen is gerechtspsychiater, en licht toe hoe mensen tot hun gruweldaden kunnen komen. Van de onvolwassen meeloper (Brusk Ba), borderliner (Antoon Timmermans) tot psychopaat (Staf van Eyken). Wordt de mens zo geboren (genetische lotsbestemming), of zijn het de invloeden van jeugd en opvoeding die iemand maken tot wat hij uiteindelijk wordt? Hoe stel je een diagnose en is behandeling mogelijk? En nog vele andere zaken.
De drie auteurs bekijken de daders elk vanuit hun eigen specifieke invalshoek. Het wordt een confronterende zoektocht zoals Libert het omschrijft, die meer dan een jaar in beslag neemt. Achter elke misdaad zit een schrijnend persoonlijk verhaal.
Over de daders:
Antoon Timmermans (pseudoniem), overigens de echte naam en verdere gegevens zijn eenvoudig te googelen, is een borderliner. Hij is charmezanger van beroep, die de ene vrouw na de andere verslindt, op zoek naar de perfecte liefde en tenslotte zijn laatste liefde, Isabel, keihard vermoord in een vlaag van woede en drankzucht. Zijn zelfmoordpoging mislukt.
Timmermans heeft volgens Dillen een borderline-persoonlijkheidsstoornis, die in zijn jeugd moet zijn gevormd. Dillen beschrijft uitermate boeiend en in een voor leken goed leesbare stijl de ik-gerichtheid van dit soort mensen, de angst om een relatie kwijt te raken, de sterke seksgerichtheid, seks – ik-gericht beleefd, niet als iets gemeenschappelijks- is een instrument. Niets gevoelsmatigs, het is een wapen als agressie- of manipulatiemiddel, de relaties die schommelen tussen de hoogste pieken en de diepste dalen. Timmermans is een theatrale persoonlijkheid, die in zijn chaotische leven, vol drank, iedereen meesleurt in zijn eigen chaos en problematiek.
Daar komt bij dat Timmermans onvruchtbaar is (‘Ik voel me een dode tak’), een verachtende omstandigheid volgens de strafpleiter. Maar ook – mede- een van de redenen dat vrouwen hem uiteindelijk altijd verlaten. Het mondt tenslotte uit in een passioneel drama.
Libert legt met de nauwkeurigheid van visfileerder het rechtbankgebeuren vast. Koel en afstandelijk, maar de emoties spelen zo hoog op en spatten van de bladzijden af. Zij misstaan in geen enkele thriller. Echter dit is de realiteit, hier komt geen acteur aan te pas.
Gustaaf van Eyken (‘Nooit wil ik vrijkomen’) is de serieverkrachter en -moordenaar uit De Pruimelaarstraat van Louis van Dievel. Drieëntwintig jaar na zijn veroordeling heeft hij zijn draai gevonden in Leuven Centraal. Damen wordt ingeschakeld om zijn uitgangsdagen terug te bekomen.
Libert beschrijft uitermate gedetailleerd zijn verleden van aanrandingen, verkrachtingen en moorden, waarbij geen detail achterwege wordt gelaten. Sensatiejournalistiek? Neen, in genen dele. Door de nuchtere bewoordingen en koele, afstandelijke manier van schrijven, ontstaat een aangrijpend verhaal.
Als Staf bij het welkom de omhelzing iets te lang aanhoudt, krijgt zij rillingen.
Dillen: Staf heeft psychopatische trekken, maar is geen echte psychopaat.
Immers bij zijn aanhouding heeft hij direct alles bekend, hij voelde zelf dat hij aan het ontmenselijken was.
Volgens Dillen is hij primair een abandonist: ooit affectie en liefde gekend, maar afgestoten. Afstoting maakt een grote hoeveelheid agressie los. Seks is afstoting en afstoting is agressie en omgekeerd. Een vicieuze cirkel: hij wil borsten (uitvloeisel van de gedragingen van zijn tante, die hem vier jaar lang, van tien tot veertien, het bed intrekt), hij wil seks, maar is niet in staat om op een normale manier relaties aan te gaan en wordt afgestoten. Hij wil dat voorkomen, dat afstoten, dat doet pijn, dus gaat hij op zoek naar een manier om die afstoting in de hand te houden en te controleren. Dus seks in een totaal beheersbare omgeving – verkrachting – evolueert naar de extreemste vorm van het vermijden van een afstoting: het doden.
Dankzij therapie ontstaat er een nieuwe Staf, die niet meer terug wil de maatschappij in. Een unieke situatie en niet voorzien in het strafrecht.
Brusk Ba (‘Ik ben blij met wie ik nu ben’), pseudoniem, een allochtone jongere, afkomstig uit Koerdistan, komt via het klassieke patroon op het slechte pad. Schoolmoe, criminele vrienden, spijbelen, experimenteren met soft drugs, en ten slotte zijn problemen wegblowend. Een roofmoord loopt verkeerd af en hij wordt gepakt. Deze moord zal verder niet besproken worden.
Conclusie:
Een uitermate informatief en boeiend boek, waarin vele onderwerpen die met strafrecht, de psyche van de mens en zijn daden te maken hebben, boeiend verwoord worden. De drie auteurs hebben met passie een boek geschreven over wat hun na aan het hart ligt: moordenaars, hun verhaal, hun schuld en boete.
Waar boven Walter Damen niet aan het woord gekomen is, komt dat omdat de door hem besproken onderwerpen ( De bekentenis, Jonge delinquenten, Wat als iemand niet vrij wil komen etc. ) buiten het kader van deze beschouwing vallen.
Persoonlijk hebben wij geen enkel begrip op kunnen brengen voor de misdadigers, en is geen enkele vorm van mededogen gerijpt.
Tot slot. In Nederland kennen wij geen juryrechtspraak. Diverse malen wordt in het boek gestipuleerd dat in Nederland de zorg tot inpassing in de maatschappij op een hoger peil staat dan in België. Eenvoudigweg omdat er meer geld en psychiaters beschikbaar zijn voor deze zaken.
Chris van Camp en Jac Claasen.