Eva vraagt door: Annemieke de Schepper van De stille oorlog van mijn vader

portret annemieke marcel cloo

Annemieke de Schepper heeft met De stille oorlog van mijn vader een prachtig debuut geschreven. In de eerste plaats is het een oorlogsroman, maar het verhaal gaat bovenal om menselijkheid.
De stille oorlog van mijn vader is een boek over de vergeten Slag om de Schelde en de invloed die deze traumatische gebeurtenis heeft op een alledaags gezin in Biervliet. In het jaar 2000 gaat Anna met de as van haar overleden vader in zijn oude tabaksdoos naar Zeeuws-Vlaanderen. In de dichte mist blijft de veerpont midden op de Westerschelde stilliggen en in de uren die passeren ontmoet ze haar tante Lieve die het verhaal over haar familie vertelt. Anna’s beeld van haar vader gaat hierdoor kantelen. Eenmaal aan de overkant bezoekt ze de plaatsen van haar vaders jeugd en ervaart ze hoe hij zich een buitenstaander heeft gevoeld. De oorlog heeft op ieder van het gezin zijn sporen nagelaten, ook op haar vader bij wie de dramatische gebeurtenis niet bijgeschreven stond in zijn persoonlijke levensgeschiedenis.

Een boek over een vergeten oorlog in een vergeten gebied. Over grote strategische beslissingen en de kleinmenselijke ervaringen die daarvan het gevolg zijn. Over de menselijke behoefte om gekend en geliefd te worden door je naasten.
Met haar vloeiende pen heeft zij dit verhaal tot leven weten te brengen en de reacties liegen er dan ook niet om. Hoog tijd dus om deze auteur enkele vragen te stellen.


Wat een prachtige debuutroman heb je geschreven! Met welke insteek besloot jij om dit verhaal op te schrijven?

Dank je :-). Ik was al lang van plan om een roman te schrijven maar na een eerste poging tot een geheel fictief verhaal kwam ik toch terug bij een meer autobiografische insteek. Het Zeeuws-Vlaamse land uit mijn jeugd, de verstilde sfeer en de beklemming daar, het water als natuurlijke grens; dat alles had mij al eerder geïnspireerd tot een kort verhaal. Toen die fictieve roman na zo’n 25.000 woorden in de la bleef liggen, heb ik dat autobiografische werk opgepakt. Daar zat kennelijk meer energie op. Eén van mijn eerdere korte verhalen, ‘De laatste boot’,  ging ook al over mijn vader en zijn Zeeuwse roots. Dat verhaal was genomineerd bij de Arnhemse schrijfwedstrijd en dit heb ik als kaderverhaal gebruikt voor mijn roman. Ik had sterk het gevoel dat ik hier veel meer mee kon. (Het thema was toen ‘grensgeval’ en ook in dat verhaal is een dochter al op zoek naar wie haar vader eigenlijk was).

In grote lijn gaat het verhaal om de littekens die zijn ontstaan tijdens de slag om de Schelde, een vaak vergeten deel van de oorlog. Hoe was het voor jou om in deze geschiedenis te duiken?

Bizar! Ik wist haast niets over deze ‘vergeten’ slag. Ik wist ook niet wat er precies met mijn familie gebeurd was. Het enige wat ik wist was dat mijn vader geobsedeerd was door de Tweede Wereldoorlog. Hij las er alles over. En hij zei wel eens: ‘Er is heel hard gevochten hier in West-Zeeuws-Vlaanderen, Annemieke. Maar dat weet haast niemand.’ Maar hij zweeg over wat er precies was gebeurd met hem en met hun gezin. Toen ik twee tantes en een oom sprak en zij wel het hele verhaal aan me vertelden, maakte dat enorme indruk op me. Het was heftig. En het voelde bizar en vervreemdend dat ik dat nooit uit mijn vaders mond had gehoord. Dat intrigeerde me enorm. Dat ‘zwijgen’ en het ‘waarom daarachter’ is ook eigenlijk het belangrijkste thema van mijn roman geworden.

Wat dat betreft is het ook een ode aan je vader, vind ik, en alle mensen die het hebben meegemaakt. Wat vond jij het meest beangstigend om te horen/ontdekken? 

Klopt! Tja, het hele verhaal van mijn opa en oma die met hun tien kinderen tussen de 4 jaar en 18 jaar, waaronder één met Down Syndroom, uit hun brandende huis vluchten, is heftig. Maar doordat het over mijn familie gaat ging ik me echt voorstellen hoe het zou zijn als ik dit zelf had meegemaakt met mijn drie kinderen: ondergedoken zitten in de kelder onder je huis met je gezin en een heleboel buren. In paniek je huis uitvluchten. Op straat middenin het vuurgevecht tussen Duitsers en Canadezen terechtkomen. De paniek, de angst om je kinderen die je dan hebt. Ik kan natuurlijk nooit echt weten hoe dat voor mijn opa en oma voelde, maar het is wel een stuk dichterbij gekomen.

Zou je gewild hebben dat je al deze verhalen over je familie eerder geweten had, zodat je er misschien met ze over had kunnen praten?

Nee, het leven loopt zoals het loopt. Het is goed zo. Voor alles is een tijd. Ik had het eerder niet gedurfd om mijn nog levende familie hiernaar te vragen. En wellicht hadden zij er eerder ook niet over kunnen praten. Ik voelde heel sterk dat het nu het juiste moment was.

Hoe voelde het voor jou om het verhaal op te schrijven? Het lijkt mij een behoorlijk emotionele achtbaan. 

Een boek schrijven is sowieso een emotionele achtbaan ;-). Niet alleen vanwege het onderwerp. Het hele proces heeft allerlei fases waarin euforie, onzekerheid, en onrust elkaar afwisselen. Het verhaal over de oorlog was wel heftig maar de echte emotie zat hem bij mij vooral in het terugblikken op de band die ik met mijn vader had. Die herinneringen werden steeds sterker tijdens het schrijfproces. Er waren wel nachten dat ik zo onrustig was dat ik door het huis liep te banjeren omdat er allerlei beelden van mijn vader door mijn hoofd spookten. Met schrijven lijkt het alsof er steeds meer luikjes in je hoofd opengaan waardoor je vergeten beelden ineens weer terug kunt halen.

Lijkt mij ook heel bijzonder, dat je op dat moment heel dicht bij je vader stond. Heb je ook het gevoel dat hij jou in dit proces bijstond? 

Nou, dat is wel erg spiritueel… ik weet het niet. Ik vind het mooi om te denken dat het zo is, maar ik realiseer me dat het wel echt mijn eigen proces was. Of hij vanuit de hemel met me heeft meegekeken? Misschien wel.

Dit is je debuut. Smaakt het naar meer?

Jazeker! Ik krijg zoveel mooie reacties van mensen op mijn boek. Ook zijn er mensen die aangaven dat ik echt een volgend boek moet gaan schrijven en veel mensen vragen of ik al bezig ben. Dat stimuleert! Ik ben er nu nog niet klaar voor. Mijn hoofd zit nog te vol met dit boek en met de promotie eromheen. Maar ik verlang wel al af en toe weer naar het verstilde proces van het schrijven.

Heb je al een concept in je hoofd voor een volgend verhaal?

Nee, zeker geen heel concept. Wel weet ik dat het dit keer een minder autobiografisch verhaal gaat worden. Geen familiegeschiedenis dus zoals nu. Misschien pak ik wel het romanidee weer op waar ik al een heel eind mee was gevorderd. Dat speelt zich af in een klooster waar twee mensen die elkaar niet kennen allebei een weekend doorbrengen. De man wil juist contact leggen en zijn verhaal doen, de vrouw wil op zichzelf zijn. Dat botst. Maar omdat ze in dat klooster elkaar niet echt kunnen ontlopen, ontstaat er toch contact wat tot bijzondere inzichten en ontwikkelingen leidt. Dat gegeven, dat mensen op een bijzondere plek tot elkaar veroordeeld zijn, dat trekt me. In De stille oorlog van mijn vader speelt dat natuurlijk ook: de veerpont komt in de dichte mist midden op de Westerschelde stil te liggen, wat maakt dat de passagiers niet weg kunnen. Dat zet van alles in gang bij Anna en haar tante.

Ik denk ook dat daar uiteindelijk de mooiste contacten uit voortkomen. Je idee klinkt dan ook heel bijzonder! Wat trekt jou zo aan in dat menselijke, het elkaar echt tot in de kern zien voor wie hij of zij is?

Het intrigeert mij altijd al hoe mensen vaak net niet echt met elkaar contact maken. Er lijkt een soort onvermogen van mensen om echt tot de kern te komen, of te durven komen. Terwijl we tegelijkertijd allemaal ernaar hunkeren om echt gekend te worden, of zoals jij zegt ‘gezien te worden voor wie je echt bent.’ Dat schuurt en die wrijving boeit me. Dat laat ik hopelijk ook in mijn boek voelen. Zeker bij Anna en haar tante op de boot, die onmacht van beide kanten. Dat menselijk onvermogen boeit me, het hindert me en tegelijk heb ik er compassie voor.

Dat heb je zeker, het komt heel duidelijk naar voren. Wat is het mooiste compliment dat je tot nu toe ontvangen hebt op je boek?

Ik heb heel veel mooie reacties gekregen. Maar wat ik erg fijn vind is dat veel lezers mijn schrijfstijl beeldend vinden. Iemand noemde die beeldend en krachtig, dat vind ik een compliment omdat ik zelf de stijl in een boek ook erg belangrijk vind. Daarnaast is het mooiste compliment dat lezers echt geraakt worden door mijn boek. Mensen gaven aan dat ze het met liefde en warmte geschreven vonden. Dat ze zowel moesten huilen als lachen om scènes in mijn boek. Dat is zo ongelooflijk mooi, daar doe je het voor als schrijver. Zinnen als die van jou: ‘Zelden heeft een boek mij zo weten te raken op niet alleen emotioneel vlak, maar vooral op het menselijke aspect.’ En: ‘Je proeft de liefde voor elk woord, de betrokkenheid (…) maar bovenal de empathische vermogens van de auteur.’ Ja, daar ga ik van glimlachen en blozen. Dat vind ik super: dat je zo je best doet om treffend, beeldend, en bondig te schrijven in de hoop dat het raakt. En dat dat dan lukt. Gaaf.

signeersessie Goes

Dat is het zeker! Is dat voor jou als auteur ook meteen de grootste uitdaging om dat voor elkaar te krijgen of zijn er andere aspecten aan het schrijven waar je dat meer mee hebt?

Dat er kennelijk warmte in mijn schrijven zit en empathie dat gaat vanzelf, daar doe ik niets aan op bewust niveau. Het beeldende daar ben ik me wel bewust van. Ik werk graag vanuit een sterk beeld dat me treft. Zo’n eerste versie schrijf ik meestal in een flow. Als de scène dan in grote lijnen op papier staat dan voel ik in mijn lijf ‘ja, dit is goed’. Daarna ga ik schaven en schrappen op woordniveau. Dubbele woorden eruit, een beter synoniem vinden, afwisseling lange en korte zinnen vergroten, zinsopbouw krachtiger maken, overbodige woorden schrappen. Dat is hard werken.

Naast boeken schrijf je ook wel eens liedteksten voor het theatraal dameskoor Uit volle borsten waar je deel van uitmaakt. Wat is het grote verschil tussen een liedtekst en een roman?

Een roman heeft een grote spanningsboog, een liedtekst een heel korte. Ook heeft een liedtekst een vastere vorm dan een roman. Het heeft minstens een paar coupletten met een bepaald rijmschema en een refrein dat de centrale boodschap weergeeft. Soms een bridge waarin je een wending in het verhaal maakt. Dat alles maakt het voor mij makkelijker. Tegelijk moet je strak in het ritme van de melodie kunnen schrijven. Maar dat vind ik alleen maar leuk. Het moet strak en soepel zingen. Geen lettergreep te veel of te weinig. Dat vind ik de uitdaging :).

Als je moest kiezen tussen deze twee: welke doe je dan het liefst?

Dan kies ik absoluut voor een roman schrijven. Daar kan ik veel meer van mezelf in kwijt. En omdat de vorm niet zo vast ligt, kun je er alle kanten mee op. Dat maakt het lastiger en daarmee ook boeiender om te doen.

Laatste vraag: wat is jouw ultieme droom op schrijfgebied?

Mijn droom was om een roman te schrijven. Dat heb ik gedaan. Ik heb nu geen ultiem doel. Wat ik hoop te gaan doen is op een rustiger manier aan een tweede boek werken. Zonder die druk om het af te maken. Gewoon gaan en kijken wat er uitkomt. Ik heb veel geleerd van het schrijven van mijn eerste roman, op allerlei vlakken: van het schrijven zelf, maar ook van het durven ervoor te gaan en erachter te staan. Je werk de wereld in te gooien, de kwetsbaarheid daarvan te verdragen en mezelf te blijven voorhouden: ‘het is goed genoeg’.

 

***Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Annemieke zelf volgen? Dat kan. Klik dan HIER

Eva vraagt door: Luna van Roosen van de Young Adult Day Dreamer!

bron - het laatste nieuws.jpg

Luna van Roosen heeft met Day Dreamer een weergaloos debuut geschreven. Het verhaal gaat over Lora, een meisje dat is opgezadeld met een een draak van een stiefzus. Samen met haar hondje Henry vlucht ze dan ook regelmatig naar het bos. Op een dag valt ze daar in slaap en als ze wakker wordt is het ineens donker. Gelukkig ziet zij in de verte een licht branden. Het blijkt van een kasteel te zijn. Maar het kasteel herbergt zo zijn eigen geheimen en mysteries… En dan is er ook nog de knappe prins waar Lora als een blok voor valt, tot haar stiefzus plotsklaps voor hun neus staat en de jongen van haar dromen voor haar neus wegkaapt.

Day Dreamer is een hedendaags sprookje vol romantiek en een vleugje urban fantasy. Het geheel is pakkend en spannend en laat je geen moment meer los. Ik was dan ook met recht meteen fan van Luna haar heerlijke schrijfstijl en bijzondere verhaal. Luna is nog relatief jong in boekenland – ze is geboren op kerstavond 1999 – maar ze overstijgt met haar boek nu al het niveau van een aantal auteurs die al langer in het vak zitten. Ze is dan ook een veelbelovende schrijfster en ik was zeer benieuwd naar wie zij is, wat haar ertoe heeft aangezet om dit boek te schrijven en waar zij haar inspiratie vandaan haalt. Het werd een verrassend leuk gesprek.

Hoe zou jij zelf zijn als zus?

Ik heb het ‘geluk’ een grote zus te mogen zijn van twee broers en een zus. We zijn typische broers en zussen voor elkaar. Het ene moment kunnen we het vinden en doen we onnozel. Nog geen twee seconden later kan dat plots omslaan en zijn we als kat en hond. Klinkt het bekend? 🙂 Mocht het erop aankomen dan zullen we er wel zijn voor elkaar. Hoewel geen van hen graag leest, luistert mijn zus wel eens (onder lichte dwang ;)) naar mijn verhalen. Mijn jongste broertje is heel enthousiast en probeert me op zijn manier te helpen.

Je zit echt boordevol fantasie. Nou las ik dat je graag nachtelijke wandelingen maakt. Ik kan me zo voorstellen dat als je ergens inspiratie vandaan haalt, het dat is. Klopt dat of haal jij het uit andere elementen?

Nee, daar krijg ik inderdaad ideeën door, soms. Inspiratie is een eigenaardig iets. Fantaseren is iets wat ik me moeilijk kan laten, met alle gevolgen van dien… Ik zie in het echte leven iets, of ik dénk dat ik iets zie en dan gaan mijn radertjes draaien. Het meeste van de tijd krijg ik mijn verhaalideeën als het al wat donkerder is. Zo ontstaan veel van mijn horrorverhaaltjes ’s nachts tijdens het piekeren. Of door een droom. Omdat ze zo onlogisch zijn heb ik de drang om ze logisch te willen maken en uiteindelijk ontstaat er rond dat nachtelijk beeldmateriaal een hele historie.

Je bent duidelijk een schrijfster in hart en nieren en je schrijft korte horror verhalen. Toch is je debuut een realistisch sprookje. Hoe kwam dat zo?

Goh, ‘een schrijfster in hart en nieren’ hoe je dat zo aardig zegt, moet een beetje van alles proberen te schrijven, denk ik. Zo leer je je eigen sterktes en zwaktes kennen en leer je misschien iets bij over je eigen schrijfstijl. Ten slotte heeft ieder verhaal spanning nodig. Ik vind niet dat je een verhaallijn opzij moet laten liggen omdat het niet tot een bepaald genre behoort. Ik hou van verschillende genres en je moet toch alles eens proberen, niet? En als je een idee hebt voor een sprookje, hoe wil je daar in godsnaam aan weerstaan als verhaalliefhebber?!

Niet :-). Hoe was het voor jou om Day Dreamer te schrijven? Tijdens het lezen werd ik compleet meegezogen in de wereld waar Lora in terechtgekomen is. Had jij dat ook tijdens het schrijven?

Ja, absoluut. Dat heb ik eerlijk gezegd met mijn huidige verhaal minder. Day Dreamer/Night Thinker was letterlijk iets waarmee ik opstond en ging slapen. Ik werd erdoor afgeleid tijdens mijn lessen. En soms ging ik dan best hard glimlachen, zodanig dat de leerkracht me zelfs eens vroeg wat er was. En als ik niet schreef maakte ik tekeningen of zocht ik ‘decors’ op internet op. Het hield me zelfs uit mijn slaap omdat ik plots de juiste woorden wist om iets te beschrijven of een leuke dialoog in mijn hoofd werd ‘afgespeeld’. Die zogenaamde ‘nachtelijke schrijfaanvallen’ had ik rond die tijd enerverend vaak. Nu heb ik dat minder en ik wéét dat het aan mijn liefde voor Day Dreamer/Night Thinker lag. (Of omdat ik tegenwoordig uit mezelf mijn schrijftijd ’s nachts inplan ;)).

Dat viel mij al op: de prachtige vormgeving van het boek én de mooie tekeningen. Zou jij daar meer mee willen doen, bijvoorbeeld een kinderboek willen illustreren? Of is het echt voor je eigen verhalen?

Momenteel maak ik enkel tekeningen voor mijn eigen verhalen. (En die traditie zou ik graag willen volhouden, als de uitgeverij het daar ook mee eens is.) Mocht iemand mij later een leuk voorstel doen om tekeningen bij een ander boek te voorzien, zou ik dat zeker overwegen. Hoewel het me dus allemaal erg leuk lijkt, zijn dat dingen om later over na te denken. Met mijn eigen boek(en) en studie is mijn agenda aardig volgepland tegenwoordig.


Day Dreamer speelt zich af in een kasteel, er zijn de prachtigste jurken, er is een droomprins… En toch komt er ook een duistere kant in voor. Wat trekt jou als auteur aan, aan die mysterieuze, tikkeltje gevaarlijke kant?

Waarom hou ik van de nacht, denk je? Mysterie en gevaar maakt het boek (én het echte leven) onvoorspelbaarder en dus ook interessanter. Met andere woorden: het maakt het leven het leven waard en het boek het lezen waard. Je ziet het licht pas als er schaduw is. Dat is een feit. Je kan pas écht van de mooie dingen genieten als die er niet constant zijn en je ook weet dat je alles met één verkeerde beslissing kan verliezen. Wie wil er nu in godsnaam een boek lezen waar altijd alles rozengeur en maneschijn is? Af en toe mag er een nacht zijn waarbij de maan geen licht voor je voeten uit werpt. Sterker nog, die moeten er zijn. 🙂 Hopelijk is die abstracte voorliefde nu een beetje in begrijpbare woorden omgezet.

Was je als kind wel eens bang in het donker?

Tuurlijk! Maar het is zalig omdat je fantasie dan op hol slaat. Dat is vaak de trigger voor het verzinnen van een fantastisch verhaal. En zolang je weet dat het je fantasie maar is (de nacht is in principe niet gevaarlijker dan overdag) ben je een beetje bang, maar niet angstig.

Momenteel maak je veel contact met de lezers en potentiële lezers van je boek(en). Krijg je veel reacties?

Ja, toch wel. Het is fantastisch om te horen dat lezers ervan genoten hebben en wat hun mening van Day Dreamer was. (Bij deze: laat het me vooral weten!).
Het is toch een soort bevestiging die je krijgt. Ook omdat ik op deze manier ook dingen leer over mijn schrijfstijl en zelfs over mijn eigen boek. Het is grappig hoe mensen dingen anders kunnen opvatten en bekijken dan hoe ik het voor ogen had. Ik vreesde er bijvoorbeeld voor dat mensen het mysterie meteen zouden doorzien, maar dat lijkt absoluut niet het geval te zijn. De meningen over Bobby liggen ook ver uit elkaar en daar schrok ik van. Mensen bekijken hem op een manier die ik niet had zien aankomen, misschien net omdat ik weet wat hij denkt. Zijn ‘uitstraling’ zegt blijkbaar iets heel anders.

Nu ben ik benieuwd, hoe bekijken mensen Bobby dan en wat verraste jou daaraan?

Sommigen vinden Bobby een beetje een meisjeszot omdat hij zowel met Amaryllis als Lora omgaat. Daar schrok ik van, want er zit een logische redenering achter (zijn redenering). Ik beschouw hem absoluut niet als zo iemand.

Zo zag ik hem ook absoluut niet.  Inmiddels is de cover van Night Thinker een feit. Hij is prachtig geworden! Hoe voelde het voor jou om het eindresultaat te bewonderen?

Even wennen om het ‘gezicht’ van jouw ‘kind’ te zien. Gelukkig is iedereen het erover eens dat het beiden schatjes zijn. 😉 Mijn mama noemde de jongen al grappend haar ‘schoonzoon’. Ze lachte ermee: éérst een kleinkind, nu een schoonzoon…

Ben je al zenuwachtig voor de respons straks op dit tweede deel?

Ja, ergens wel, maar dat is normaal volgens mij. Ik ben wel een beetje minder zenuwachtig dan voor Day Dreamer. In Night Thinker wordt alles alleen maar spannender! (Mijn bescheiden mening ;)). Waar deel één vooral in het mysterie duiken was, bestaat deel twee uit de ontknoping! Ik ben zelf ook benieuwd wat de lezers ervan vinden, of ze het tegen het einde zelf al hebben ontrafeld of niet… Zenuwachtig ben ik dus een beetje, maar ik heb er vooral ontzettend veel zin in. 😀


***Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Luna herself volgen? Wij zeggen doenn en dat kan HIER

Eva vraagt door: Erik Le Romancier van de splinternieuwe Asverze!

770C2330-FEA2-4705-865C-1611F8A70941

Erik Le Romancier kwam met een leuke oproep op Facebook: wie zijn nieuwe fantasy, Asverze, wilde lezen. Ik twijfelde geen moment. Niet alleen zag de cover er prachtig uit, na wat onderzoek sprak het verhaal zelf mij ook ten zeerste aan. En het heeft mij geen moment teleurgesteld! Niet alleen een kei van een hoofdpersonage, maar ook een bijzonder mooi verhaal hebben mij enkele uren compleet in hun ban gehouden. Mede daarom werd ik benieuwd naar de auteur, die eerder compleet andere boeken schreef.

Asverze draait mijns inziens voor een groot deel om de onderdrukking van de vrouw. Met welke intentie heb jij voor deze insteek gekozen?

Asverze draait – voor mij, maar iedereen mag in mijn boeken lezen wat hij of zij wil lezen, en eruit halen wat men eruit wil halen – om meer dan alleen de onderdrukking van de vrouw. Vrouwenonderdrukking is slechts een beeld dat ik gebruik om mijn verhaal te vertellen. Dat verhaal draait in de eerste plaats om het recht jezelf te mogen zijn en je eigen keuzes te mogen maken. Om anders te mogen zijn, ongewone dingen te mogen doen, afwijkende dingen te kunnen zeggen, ongeacht wat de rest van de maatschappij daarvan vindt of zegt. Maar hoe doe je dat in moeilijke of gevaarlijke omstandigheden? Wat doe je wanneer de wereld je niet begrijpt, afwijst of zelfs bedreigt? Hoe blijf je dan bij jezelf?  Hoe kom je dan op voor je rechten? Hoe verdedig je dan je vrijheid en waardigheid?

Asverze is eigenlijk een redelijk universeel verhaal over opkomen voor jezelf, vechten voor je rechten en strijden voor je vrijheid. In mijn boek neemt dat de vorm aan van het gevecht van een jonge vrouw, Asverze, tegen de onderdrukking van vrouwen in haar gemeenschap. Je kunt het echter breder lezen.

Waarom ik heb gekozen voor een vrouwelijke hoofdpersoon en niet voor een man in een fictieve wereld vol mannenonderdrukking? Geen idee. Ik kan alleen zeggen dat het verhaal vanaf het allereerste begin, toen het alleen nog maar bestond als een concept in mijn hoofd, zich ontvouwde rond een vrouw en nooit rond een man. Zo is het altijd geweest en zo heeft het ook altijd goed gevoeld. Ik houd het er maar op dat het zo heeft moeten zijn.

Ben je zelf in je eigen leven wel eens tegengekomen dat je het gevoel had niet jezelf te mogen zijn?

Jazeker, meerdere malen zelfs. Met name mijn periode op de middelbare school was allesbehalve een feest. Gelukkig wordt het allemaal minder naarmate ik ouder word. Ook omdat ik zelf verander. Ik ga anders kijken naar mezelf en de wereld om me heen. Ga mezelf ook anders waarderen, veel positiever. Hoe ouder ik word hoe meer ik denk: dan ben ik soms maar anders dan de rest, nou en? Anders zijn was voor mij vroeger heel lastig en ongemakkelijk, tegenwoordig is het steeds meer een bron van vreugde en trots. Ik ben lekker niet doorsnee, fijn!

Zeker fijn! Is dat ook de reden dat je koos voor fantasy? Daarin is het immers geoorloofd om je heerlijk uit te leven.

Haha, tegenwoordig leef ik me sowieso wel uit, geoorloofd of niet. Sterker nog, de enige die – binnen de wettelijke grenzen, natuurlijk – bepaalt of iets geoorloofd is, ben je zelf. Als volwassene heb je niemands toestemming nodig om jezelf te zijn of plezier te maken, vind ik. Zolang het wettelijk maar is toegestaan en je een ander geen overlast bezorgt of schade toebrengt. Je hebt als volwassene natuurlijk ook nog je gezond verstand en je verantwoordelijkheid.

De reden dat ik heb gekozen voor fantasy, is dat ik weer eens iets anders wilde proberen. Als schrijver houd ik er namelijk van mezelf en mijn lezers uit te dagen en te verrassen. Daarom was mijn eerste boek, Stilte Graag!, een bundel van veertien korte verhalen op het grensvlak van feiten en fictie. Daarom was mijn tweede boek, Liefde, Lust en Andere Ongemakken een ode aan en parodie op chicklit en damesromans. En daarom is mijn derde, Asverze, een fantasyboek. Verandering van spijs doet lezen, denk ik maar. Al scheelt het natuurlijk dat ik zelf ook wel houd van fantasy, science fiction en dystopische romans.

Welke is jouw absolute favoriet?

Bedoel je op het gebied van fantasy? In dat geval is mijn absolute favoriet Lord of the Rings. Die cyclus is een verzameling absolute meesterwerken. Velen hebben het geprobeerd maar wat mij betreft komt niemand in de buurt van dit epos van Tolkien.

Goede tweede is 1984 van Orwell. Briljant en heel beklemmend meesterwerk.

Haal jij hier ook inspiratie uit?

Waaruit? Uit mijn twee favoriete boeken, bedoel je? Nee, niet echt. Althans, niet bewust. Onbewust en onbedoeld is dat misschien anders. Sowieso laat ik mezelf breed inspireren.

74915574_2612519872139021_1950376917202894848_o

Wat hoop je met Asverze te bereiken?

Allereerst dat mensen het verhaal met heel veel plezier lezen, dat staat voor mij voorop. Met elk boek dat ik schrijf, wil ik mijn lezers vermaken. Dus ook met Asverze en de Hypernachtserie. Ik hoop echt dat mijn lezers zich gaan verliezen in het verhaal, er helemaal door worden meegesleept en ademloos van verbazing gaan meeleven met Asverze en haar lotgevallen. Als je het jammer vindt dat het boek al uit is, heb ik mijn werk goed gedaan.

Als lezers daarnaast ook nog een boodschap, en ze mogen zelf bepalen welke want dat is toch voor iedereen iets anders, uit het verhaal halen dan is dat mooi meegenomen. Maar ook als men er geen boodschap uit haalt, maar alleen een berg plezier vind ik dat helemaal prima.


De hypernacht is een astronomisch verschijnsel (meer wil ik nog niet verklappen over het boek). Heb jij zelf ook een fascinatie voor astronomie en de invloed van planeten?

Jazeker! Ik ben gefascineerd door zowel astronomie, dus sterrenkunde, en aanverwante zaken als ruimtevaart, science fiction en aliens, als door astrologie. Met de one size fits all horoscopen die in allerlei blaadjes staan, heb ik niet veel. Het is echter wonderbaarlijk hoeveel een gedegen, diepgaande horoscoop kan vertellen of verklaren. Ook andere esoterische zaken als bijvoorbeeld tarot mogen op mijn belangstelling rekenen.

Gebruik je het ook zelf in je dagelijks leven?

De belangstelling is er altijd, maar actief gebruik maken van esoterische middelen komt en gaat bij mij in fases. Momenteel heb ik daar niet zo’n behoefte aan, maar er zijn periodes dat ik zelf behoorlijk bezig was met tarot, horoscopen en handlezen. Ik liet iemand ook wel eens voor me pendelen of de runenstenen gooien. Nu dus even niet, maar dat wil niet zeggen dat het nooit meer gaat gebeuren.

Even wat anders: wat ik persoonlijk erg tot de verbeelding vond spreken in Asverze was het Mistwoud. Heeft deze plek een diepere betekenis?

Dank je voor het compliment! Het Mistwoud staat in het boek voor het grote onbekende, voor de grote boze buitenwereld en voor de angst die we daarvoor kunnen voelen en die ons kan verlammen en klein, bang en onzeker kan houden. In zekere zin is het Mistwoud een soort gevangenis, een onneembare hindernis die ons gescheiden houdt van onze echte zelf, onze lotsbestemming en anderen. Je zou het Mistwoud een barrière kunnen noemen waarbij vroeg of laat iedereen voor de vraag komt te staan of we ons laten inperken en opgesloten blijven, of dat we de uitdaging aannemen, de stap wagen en op ontdekkingsreis met onbekende afloop gaan.

Mooie betekenis! Heb je tot nu toe al bijzondere reacties op je boek mogen ontvangen?

Behalve die van jou? Hmmm, valt best mee. Of tegen eigenlijk. Behalve één persoon die op Hebban riep dat de cover zo mooi was dat zij het boek daarom per se op haar wishlist wilde zetten.

De cover is dan ook prachtig en hopelijk volgen de reacties snel. Ik ben in ieder geval fan ;-). Is de cover gebaseerd op het idee dat jij in je hoofd had van Asverze of was het voor jou een verrassing?

De cover was een vrijwel totale verrassing voor me! Hulde daarvoor aan Jen Minkman. Ze heeft fantastisch werk geleverd op basis van mijn schaarse wensen en aanwijzingen. Ze heeft het verhaal en Asverze geweldig begrepen en in beeld gevangen. Ik ben er heel blij mee.

En terecht! Heb jij bepaalde rituelen tijdens het schrijven?

Nee, eigenlijk niet. Ik heb een planning, is dat ook goed ;)? Ik weet het, een planning klinkt allesbehalve romantisch of creatief, maar is voor mij broodnodig. Zonder een heldere deadline en mijn dagelijkse schrijfmoment – ingepland in mijn agenda, ja – red ik het niet. Dan komt een verhaal nooit af. Ik heb die structuur gewoon nodig. Maar ik geef grif toe dat een ritueel veel mooier en magischer klinkt.

Hoe voelt het voor jou om in het hoofd van je personages te kruipen? Hebben zij de leiding en nemen zij als het ware je toetsenbord over of heb je voor hen ook een gestructureerde planning?

Hahaha, voor hen heb ik juist geen gestructureerde planning. Was het maar waar, dan zou het schrijven en herschrijven misschien wat sneller gaan. Nee, in mijn hoofd zitten als het op mijn verhalen aankomt echt alleen hoofdlijnen. Ik geef elk verhaal de ruimte zichzelf te vertellen, om zich in redelijke vrijheid te ontwikkelen. Ook mijn personages hebben de vrijheid zichzelf te ontwikkelen. Hun karakters ontstaan heel organisch tijdens het vertellen van het verhaal. Ze nemen niets over, zo ver gaat het niet, maar ze krijgen wel ruimte.

Bijzonder hoe dat dan gaat. Is er ook een personage dat jou op wat voor manier dan ook verraste tijdens het schrijven?

Hmmm, daar moet ik even over nadenken. Ik zou zeggen Ysala. Die broekverbranding zag ik in eerste instantie ook niet aankomen, maar paste uiteindelijk prima in het verhaal.

Wat kunnen wij de komende tijd van jou verwachten?

Wat je de komende tijd in ieder geval mag verwachten is een nieuw deel in de Hypernachtserie. De opvolger van Asverze, dus. Daarnaast loop ik ook rond met het idee een nieuwe verhalenbundel te schrijven, en een prequel op mijn tweede boek: Liefde, Lust en Andere Ongemakken. In dat wereldje zijn nog een heleboel verhalen die nog onbekend zijn maar wel verteld moeten worden. Op een heel ander vlak, maar wel creatief, mag je een muzikale uitstap verwachten. Een eigen en zelf ingezongen song. Genoeg op stapel dus!

***Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Erik himself volgen? Whooop en dat kan HIER

Eva vraagt door: Sandra J. Paul met de nieuwe thriller Kwijt!

75392746_983518075335422_5613574663062945792_o

Sandra J. Paul is bijna niet meer weg te denken uit boekenland. Met haar thrillers en young adults verovert zij vele harten. Neem alleen al De duistere school, een plek waar je, als je er eenmaal bent, niet meer uitkomt.

Jong en oud is in de ban van dit verhaal en er werd dan ook massaal gevraagd of er alsjeblieft een vervolg zou komen. Gelukkig kan iedereen opgelucht ademhalen: deze verschijnt binnenkort. 

Maar onlangs is er een heel ander boek van Sandra uitgekomen: de thriller Kwijt. Ook hierin verrast en trakteert zij haar fans weer op de nodige plotwendingen en een sterk psychologisch verhaal dat staat als een huis. De kritieken zijn veelal positief en jubelend. 

Hoog tijd dus om deze bevlogen auteur en uitgever te bestoken met enkele vragen. 

 

72756241_10157607092927118_4154159773907943424_o

De rode draad in Kwijt is geheugenverlies. Hoe kwam jij op het idee om hier een thriller over te schrijven?

Enkele jaren geleden heb ik een documentaire gezien over een heel interessante vorm van geheugenverlies, niet veroorzaakt door fysische redenen, maar psychische.  Dat is me zo bijgebleven dat ik toen de eerste hoofdstukken van Kwijt op papier heb gezet. En zo is het verhaal dan gegroeid.

Je hebt er dan ook psychologisch meteen een heel sterk verhaal van gemaakt. En een thriller element toegevoegd. Wat fascineert jou zo aan de psyche van de mens?

Eigenlijk alles! De interactie tussen mensen, de manier waarop mensen met elkaar omgaan in spannende situaties en vooral wat zij zouden doen in een extreme situatie als dit. Het hoofdpersonage Jim zoekt het hele boek door naar antwoorden op situaties die hij zich niet meer kan herinneren, maar niemand wil hem zeggen wat dat dan juist was, óf ze weten het gewoonweg niet. Dat maakt het dubbel interessant. Velen zijn niet op de hoogte, anderen wel maar kennen het hele verhaal niet. Door die situatie te creëren en vooral spanningen naar boven te halen tussen vader en zoon, maakt dat ik me echt heb kunnen uitleven.

Dat uitleven is je zeker gelukt! Er komen veel plotwendingen in voor. Geniet jij ervan lezers constant op het verkeerde been te zetten? 

Zeker. Ik ben bij mijn lezers beroemd en berucht omwille van mijn plottwisten. 😁

Dat lijkt mij nog best moeilijk om alles kloppend te krijgen. Werk jij volgens een bepaald systeem?

Ik heb een zeer organische manier van schrijven. Ik zit maanden op een idee te broeden en zodra ik in mijn schrijversmodus schiet, dan ben ik daar dag en nacht mee bezig. Op het moment dat ik begin te dromen over het verhaal, weet ik dat ik een goed spoor heb. 😉 Maar ik werk ook met nota’s, ik gebruik OneNote om tijdlijnen en personages (leeftijd, uiterlijk..) bij te houden en zet dat altijd naast me open als ik bezig ben.

Weer even terug naar Kwijt. Naast geheugenverlies en stevige plotwendingen, draait een groot deel ook om geheimen. Zowel voor elkaar als voor zichzelf. Wat maakt, denk jij, schrijven en lezen over dit gegeven zo boeiend?

We zijn allemaal mensen en mensen hebben nu eenmaal geheimen, vaak ook voor hun eigen partners. Dat maakt ons eigen. Ik kan me niet voorstellen dat er iemand is die géén geheimen heeft. Het kan klein of zeer groot zijn, maar het kan ook iets zijn dat altijd aan je blijft knagen omdat je het aan niemand kwijt kan. Menselijk, normaal, en zeer interessant om iets mee te doen in een boek!

Jim is patissier en maakt de lekkerste taarten, cakes, etc. Had je niet ontzettend veel honger tijdens het schrijven?

Dat viel mee ;). Ik heb altijd groene thee bij me en dat stilt de honger. 😉

Dus geen lekkere recepten voor ons tijdens het lezen van Kwijt

Nee, je kunt wel gewoon naar de lokale bakker gaan en een taart gaan kopen en daar dan van genieten tijdens het lezen. Een slagroomtaart bijvoorbeeld in de vorm van Captain America.

Over creativiteit gesproken: Azerty, je eerste thriller, heeft een nieuw jasje gekregen en zal het levenslicht zien op 27 november. Vertel!

Ah ja. Azerty is een boek dat ik vier jaar geleden schreef vlak na mijn Young Adult-debuut. Ik was laureate van de allereerste Aspe Award, een kortverhalenwedstrijd die dus vernoemd werd naar Pieter Aspe. Het kortverhaal viel zo op dat ik vervolgens door mijn uitgever gevraagd werd om een eerste thriller te schrijven, en dat resulteerde in Azerty. Achteraf gezien, door de zeer korte tijdspanne waarin alles gebeurde, had ik altijd het gevoel dat ik nog meer wilde doen met dit boek. Het werd ook niet in de winkel aangeboden (enkel op bestelling). Toen ik mijn rechten terug kreeg, besloot ik om ooit een heruitgave van Azerty te maken en dat resulteerde dus in een extended edition waar ik mijn volledig ei kwijt kon, met een nieuwe, ultracoole cover die de geheimzinnigheid van het boek ook beter beschrijft. Zij die het boek indertijd lazen, vonden dat het een Agatha Christie-achtig sfeertje had en dat wilde ik dan ook benadrukken in de cover. Oorspronkelijk was het plan niet om dit boek in de winkels te krijgen, maar meer als een limited edition te verkopen. En toen zagen de inkopers het en zij waren laaiend enthousiast, dus nu komt het wel in alle boekhandels terecht, waar ik heel blij om ben! Het boek voelt nu zeer compleet aan en ik ben er trots op.

De cover is dan ook prachtig en mysterieus! 

Je zegt een Agatha Christie-achtig sfeertje. Ben jij ook één van de lezers die haar boeken verslonden heeft? 

Absoluut, ik ben ermee opgegroeid. Agatha Christie, Stephen King en Sir Arthur Conan Doyle waren de auteurs waar ik als kind al enorm naar opkeek. Ik heb altijd van dat mysterieuze gehouden en dat is in mij gebleven.

Wat dat mysterieuze ook bevat is De duistere school en binnenkort verschijnt de opvolger. Wat maakt het zo leuk om voor kinderen te schrijven (ook al zijn er genoeg volwassenen die ook van dit boek smullen)?

Kinderen zijn een zeer fijn publiek om voor te schrijven. Zij zijn ook dankbaar, houden van spanning en het mag allemaal nog wat griezeliger zijn dan jij denkt dat ze aankunnen. Ik heb heel veel kinderen blij weten te maken met School en heb van verschillende ouders zelfs foto’s! gekregen waarin ze hun lezende kinderen tonen. Dat doet me enorm veel plezier. Zo zat ik gisteren op de boekenbeurs en komen er ouders met School naar me toe, waarbij de kinderen dat boek zo vastklampen alsof het een schat is. Dat vind ik het geweldigste gevoel.

Toevallig had ik het daar van de week met een vriendin over: dat boeken voor kinderen best heel gruwelijk mogen zijn. De sprookjes van nu eindigden vroeger bijvoorbeeld op zijn zachtst gezegd macaber.  Geloof jij dat dat eigenlijk heel goed voor de ontwikkeling van een kind is?

Kinderen kunnen nog perfect griezelen zonder dat dit een impact op hen heeft. Volwassenen trouwens ook, er zijn miljoenen griezelfans die doodnormale mensen met een zacht hartje zijn in het echte leven :). Sprookjes zijn per definitie best wel gruwelijk, ik denk niet dat dit een probleem is.

Wat was de engste gedachte of wezen die jou als kind uit je slaap hield?

Ik heb ooit – per ongeluk – de film The Thing gezien als achtjarige. Ik heb een oudere broer die het leuk vond die film te huren. Ik heb toen weken niet geslapen. 😉 Vooral de scène met de buik is me altijd bijgebleven! Als kind was ik ook heel bang voor de dood. Intussen niet meer.

Wat heeft jouw angst doen omslaan?

Mijn moeder zegt altijd: er zijn twee dingen in het leven die je niet kunt veranderen, je geboorte en je dood. Maar wat je daartussen doet, bepaal je zelf. Dat is mijn filosofie geworden. En ja, er zijn onvermijdelijke gebeurtenissen maar ik probeer mijn leven zo goed mogelijk te leiden. Daardoor ben ik ook niet langer bang.

Naast auteur ben je ook uitgever (Hamley Books). Hoe is dat zo gekomen?

Lang verhaal kort: ik ben in het dagelijks leven ondernemer en heb twee activiteiten naast mijn boeken. Ik speelde al enige tijd met het idee om zelf iets te gaan doen rond boeken. In 2017, toen Heart-Beat, een van mijn Engelstalige werken, uitkwam, hebben we dit als een testcase uitgeprobeerd. In 2018 werd het echt officieel toen de vertaling van Heart-Beat (Hart-Slag) er kwam. Ik zat op dat moment in dubio wat ik met dat boek ging doen en heb toen mijn stoute schoenen aangetrokken en heb zo de beslissing genomen om dit zelf uit te brengen. Dat bleek een groot succes. Het vervolg groeide organisch. Begin 2019 begon ik ‘officieel’ ook met andere auteurs te werken en nu zijn we elf boeken verder, waar ik héél blij mee ben!

 

*** Interview by Eva Krap.

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Sandra J. Paul of Hamley Books volgen? Doe het, echt heel gaaf. En dat kan via onderstaande links:

Auteurspagina Facebook

Uitgeverij Hamley Books

Eva vraagt door: Tiny Fisscher van Romeo en Julia!

auteursfoto kleur 1

Toen ik Romeo en Julia, hertaald en geschreven door Tiny Fisscher ontdekte, ging mijn hart acuut sneller kloppen. Deze eeuwenoude en beroemde klassieker, uitgegeven in een prachtig jasje én verwoord in begrijpelijke taal, voelde alsof ik een lang verborgen schat ter hand mocht nemen. Tiny bezit namelijk het grote talent om oude klassiekers nieuw leven in te blazen zonder ook maar één moment de essentie van het oorspronkelijke verhaal uit het oog te verliezen. Op deze manier gaan deze oude verhalen nooit verloren en kunnen lezers zich ook in de huidige tijd verliezen in deze prachtige vertellingen. 

Meteen nadat ik Romeo en Julia had gelezen, verdiepte ik mij meer in de schrijfster ervan, en het bleek dat deze klassieker niet de enige is die zij op haar naam heeft staan. 

Hoe bijzonder dat zij deze gave bezit, dat zij dit werk met zoveel passie doet. Ik kon dan ook niet anders dan haar uitnodigen voor een vraaggesprek.

Hoe was het om in de wereld van Shakespeare te duiken?

Dat gebeurde in eerste instantie heel intuïtief. Ik had al een paar klassiekers hertaald en toen klopten Romeo en Julia op mijn schouder met de vraag om weer door nieuwe generaties gelezen te mogen worden. Want iedereen heeft weleens van Romeo en Julia gehoord, en iedereen weet dat het om een verboden liefde gaat met een fatale afloop, maar wie leest het originele toneelstuk nog, en wie kent het feitelijke verhaal nou écht? Ikzelf alleen via de film van Baz Luhrman, met Leonardo di Caprio in de hoofdrol, maar die film maakt wel nog gebruik van Shakespeares originele verzen. Toen het idee om er een roman van te maken eenmaal postvatte en ik me erin begon te verdiepen, ging er een wereld voor me open. Maar het was pas nadat Myrthe Spiteri, van Blossom Books, me met dit project binnenhaalde, dat de werkelijke impact van het toneelstuk tot me doordrong en ik me realiseerde wat een klus het zou worden. Want ik wilde het stuk dan wel in romanvorm gieten, maar gaandeweg kwam ik er pas achter hoeveel symboliek en verborgen betekenissen Shakespeare in dit stuk heeft gestopt, en hoeveel humor. Voor veel van de grappen en knipogen moest ik eigen varianten verzinnen, want letterlijk vertalen is niet mogelijk; niet alleen taal verandert, maar humor ook. Daarbij moest ik Engels idioom sowieso in goed Nederlands idioom zien om te zetten.

Kortom, het was geen eenvoudige klus, maar wel een bijzonder interessante. Ik had gelukkig veel steun aan een aantal heel goede websites waarin de stukken van Shakespeare ontleed worden, en waar ik de nodige achtergrondinformatie en uitleg vond. Toen ik het manuscript af had, heb ik het laten lezen door een paar Shakespearekenners, om te checken of ik alles wel goed had begrepen. Dat dit boek er is gekomen is trouwens best grappig, want ik heb een ontzettende hekel aan de ‘thou’s’ en de ‘thee’s, en de ‘hathest’ in die Middeleeuwse stukken. Dat ik er toch met enorm veel plezier aan heb gewerkt, komt omdat ik het tegelijkertijd een geweldige uitdaging vond om dan júíst van het verhaal en alle symboliek erin te gaan houden. Dat is meer dan gelukt.

Je bent heel dicht bij de essentie van het oorspronkelijke toneelstuk gebleven en helaas is het nog steeds griezelig actueel. Wat raakte jou het meest aan dit verhaal?

In eerste instantie de trieste uitzichtloosheid van deze schijnbaar onmogelijke liefde, maar toen ik er eenmaal dieper in dook, ook de kracht van Julia; dat ze weet wat ze wil en dat ze weigert zich te laten uithuwelijken. Van de kracht van twee jonge mensen die zich niet in een hoek laten drijven en die koppig hun eigen pad volgen, ook al moeten ze het met de dood bekopen. Dat het nog steeds griezelig actueel is, vind ik schrijnend. Daarom draag ik het boek ook op aan alle jonge mensen over de hele wereld die te maken hebben met ‘verboden’ liefde, in wat voor vorm dan ook.

Was je niet bang dat Shakespearekenners kritiek zouden uiten?

Uiteraard. Ik had met mijn andere hertalingen al gemerkt dat je als schrijver met de nek aangekeken of zelfs beschimpt kunt worden omdat je aan ‘hun’ auteur of lievelingsboek durft te komen. Ik heb dus ook Romeo & Julia bijna op de vierkante millimeter uitgespit en het lijkt me sterk als Shakespearekenners nog iets te piepen kunnen hebben. Althans, niet met betrekking tot de inhoud van het verhaal. Alles wat Shakespeare in het stuk heeft gestopt, zit ook in mijn boek. Of ze de stijl van mijn roman weten te waarderen, is natuurlijk een kwestie van smaak. Maar het mooie van mijn boek is wel dat je geen Shakespearekenner hoeft te zijn om ervan te kunnen genieten.

Je hebt al meer klassiekers vertaald. Welke vond je tot nu toe het mooiste om te doen?

Oei, dat is een vraag waar nauwelijks antwoord op te geven valt. Kees de jongen was de eerste klassieker waar ik me aan waagde omdat ik zo enorm veel van Kees houd, maar het boek niet veel meer gelezen wordt. Dat vond ik zo zonde en ik wilde Kees heel graag met nieuwe generaties delen. Daarna wandelde Rémi mijn hoofd binnen, de hoofdpersoon van Alleen op de wereld, mijn lievelingsboek toen ik een jaar of elf was. Wat een feest en een eer dat ik op zes hertaalde hoofdstukken met open armen bij Gottmer werd binnengehaald! Ik ben zo ongelofelijk trots op dat boek. Maar ik ben niet minder trots op Romeo & Julia, De kleine prins of Oliver Twist (uitgave medio 2020), die elk op hun eigen manier heel bijzonder voor me zijn. Welk boek ik dus het mooist vond om te doen: allemaal, en elk daarvan om een eigen, specifieke reden en om hun eigen, specifieke gevoelswaarde.

73201887_2610285909029084_6436753184550551552_o

Ik vind het echt heel mooi dat je dat doet. Oude schatten hertalen zodat ze niet verloren gaan. Hoe is jouw liefde voor het geschreven woord ontstaan?

Geen flauw idee, haha. Je hoort schrijvers soms zeggen dat ze levendige herinneringen hebben aan de magie van leren schrijven en lezen, maar die herinneringen heb ik niet. Ik heb als kind wel altijd heel graag gelezen én geschreven. Ik las alles wat los en vast zat, en schreef zelf ook schriften vol. Maar ik debuteerde pas op mijn veertigste. Ik heb wel altijd een grote liefde gehad voor taal in het algemeen. Als ik op de middelbare school een woord opzocht in het Engels, was ik ook meteen nieuwsgierig hoe je dat in het Duits of het Frans zei. Voor ik het wist was ik dan allemaal woorden aan het opzoeken en vergat dan welk huiswerk ik ook alweer aan het maken was. Ik heb ook een poosje Frans gestudeerd, maar op alle grammatica die daarbij kwam kijken, ben ik afgehaakt. Voor mij is het daarom wel extra bijzonder dat ik ook boeken uit het Frans heb hertaald. Het bloed kruipt kennelijk toch waar het niet gaan kan. 

Wellicht dat je daarom ook met zoveel passie dit werk doet. Nu zijn er bepaalde auteurs, bijvoorbeeld Tolkien, die een geheel eigen taal verzinnen. Deed jij dat ook? Of zijn het echt de bestaande talen waar je hart sneller van gaat kloppen?

Nee, ik heb nooit een eigen taal verzonnen. Ik ben ook geen liefhebber van fantasy. Hoewel ik In de ban van de ring wel ademloos heb gelezen, maar pas nadat ik de eerste film ervan zag.

Welk verhaal staat nog hoog op je verlanglijstje om te hertalen?

Hoog is een groot woord, want de boeken die ik heel graag wilde hervertellen, heb ik intussen kunnen afvinken, of zijn onlangs al door anderen gedaan en kan ik niet meer doen. Maar het was pas nadat ik Romeo & Julia had afgerond dat Oliver Twist in me opkwam, en nog voordat dat boek uit is, ben ik daar al zo ongelofelijk blij mee en trots op! Ik ben er dus van overtuigd dat er nog verhalen langs zullen komen waar ik in eerste instantie niet aan dacht. Ik heb trouwens wel al een paar titels in mijn hoofd hoor, maar die houd ik nog even onder de pet.

Het boekenpanel van DWDD verkoos Alleen op de wereld als een van hun vier favoriete boeken van die maand. Hoe voelde die erkenning voor jou?

Het voelde eerder als een triomf. Dat had mede te maken met een ervaring die ik een jaar eerder had met mijn hertaling van Kees de jongen, die door een columnist van dat programma werd afgeserveerd terwijl het overduidelijk was dat hij het niet had gelezen. Kennelijk was hij al op voorhand faliekant tegen een dergelijke hertaling. Dat een jaar later in datzelfde programma Alleen op de wereld omhoog werd gehouden, gaf me daardoor een extra kick. Ik vond het echt meesterlijk. Het heeft me ook qua verkoop geen windeieren gelegd; de tweede, derde en vierde druk konden achter elkaar in gang worden gezet. Het kleine kind in mij riep heel hard: ‘Lekker puh!’

Over reacties gesproken: wat is het mooiste compliment dat je tot nu toe hebt gekregen? 

Het mooiste compliment, goeie vraag. Naast de negatieve kritiek die je als schrijver voor je kiezen kunt krijgen, heb ik ook genoeg complimenten gehad; van kinderen, ouders, leerkrachten, recensenten, collega-schrijvers, noem maar op. Maar het indrukwekkendste compliment kwam denk ik toch van prof. dr. Ton Hoenselaars, Shakespearedeskundige en hoogleraar Engelse taal- en letterkunde aan de universiteit van Utrecht. Hij schreef me: “De sappige taal van Romeo & Julia vertalen – ook naar een ander idioom – is verschrikkelijk moeilijk. Maar daar ben je heel goed in geslaagd.” Dat compliment kon ik in mijn spreekwoordelijke zak steken, en dat laat ik daar lekker zitten.

Wat hoop jij in de toekomst nog te bereiken?

Een villa met zwembad. Nee, hoor, grapje.

Als antwoord op deze vraag geef ik eerst een citaat uit Winnie de Poeh, van A. A. Milne:

‘Wat doe jij het allerliefst op de hele wereld, Poeh?’ ‘Het allerliefste,’ zei Poeh en toen moest hij eerst eens even nadenken. Want al was Honing Eten iets vreselijks prettigs, er was toch één ogenblikje, vlak voor je begon, dat nog veel prettiger was, maar hij wist niet hoe dat heette.

Wat zoveel betekent als: heb je je doel eenmaal bereikt, dan blijkt vaak dat de weg ernaartoe, of het verheugen erop, in wezen nog fijner was. Want als je een doel bereikt hebt of als een verlangen is vervuld, ontstaat meestal al vrij snel een nieuw verlangen, en opnieuw, en opnieuw. Verlangens zijn onze motor, zonder verlangens zouden we op onze krent blijven zitten en niets willen of doen.

Zo verheug ik me altijd ongelofelijk op een nieuw boek, maar als ik het dan uiteindelijk in mijn handen heb, hoe blij en trots ik ook ben, voel ik toch dat het verheugen misschien nóg fijner was, en verlang ik alweer naar het volgende boek. Maar eerlijk is eerlijk, ik kijk wel uit naar financiële onafhankelijkheid, dus dat ik naast schrijven en de betaalde werkzaamheden die daaruit voortvloeien, geen andere banen meer hoef te doen. Meer betaalde school- en bibliotheekbezoeken zijn dus zeer welkom, en tegen nationale of internationale bestsellers zeg ik ook geen nee. Een flinke prijs in bijvoorbeeld de Staatsloterij mag ook. Dus kom maar op met die munten, eh, biljetten. Het liefst niet in de verre toekomst, maar in de nabije.

*** Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Tiny herself volgen? Te leuk! Dat kan HIER

Eva vraagt door: Mariska Overman van de nieuwe Het geheim van Grace!

27336678_1622004831212759_89646119615511391_n.jpg


Mariska Overman is bekend van haar beklemmende thrillers met Isabel Dieudonné in de hoofdrol. In 2017 debuteerde zij met Hoofdzaak, gevolgd door Voltooid (2018) en Verdoemd (2019). In deze reeks is de dood een terugkerend thema. Onder andere postmortale zorg, zelfmoord en euthanasie spelen een grote rol. Dat is niet verwonderlijk, Mariska is eigenaar van het bureau MORBidee dat de dood bespreekbaar maakt. Ook schrijft zij columns over dit onderwerp.

Sinds kort heeft Mariska echter een heel ander boek op de markt gebracht, namelijk Het geheim van Grace. Een verhaal dat meteen pakt, maar vooral een feelgoodmysterie is. Wat het extra bijzonder maakt, is dat het verhaal als Kobo Original op de markt is verschenen. Ze neemt de lezer mee naar het prachtige Ierland, de ideale setting om de lezer op het puntje van de stoel te brengen. Vol ongeduld stond ik dan ook te trappelen om Mariska enkele vragen te stellen over het hoe en waarom.

Gefeliciteerd met je Kobo Original! Om meteen met de deur in huis te vallen: hoe is het zo gekomen dat jij Het geheim van Grace in deze vorm uit mocht geven?

Vorig jaar heb ik een kort verhaal geschreven voor tijdschrift Flair. Dat verhaal ging over Maud in Ierland en het witte huis dat ze van haar tante erfde. Mijn uitgever, Ilse, vond het verhaal zo leuk dat ze vroeg of ik er niet een heel boek over kon schrijven. En ze dacht dat het een mooi idee was om te kijken of we het als Kobo Original in de markt konden zetten (en later alsnog als paperback). Dat leek mij super, omdat ik op die manier hopelijk ook weer nieuw publiek bereik. Gelukkig was Kobo ook enthousiast. En zo ontstond Het geheim van Grace… 🙂

Het verhaal is heel anders dan de thrillers die je geschreven hebt. Folklore, mythen en feelgood zijn enkele aspecten van Het geheim van Grace. Wat heeft je doen besluiten om deze weg in te slaan?

Na Verdoemd, waar zelfdoding het thema is, had ik behoefte aan een ‘luchtiger’ verhaal. Ik had al langer de wens om iets te schrijven dat meer richting feelgood gaat, maar wel met wat mysterie, en geschiedenis. Toen ik een kort verhaal voor de Flair mocht schrijven leek me dat een mooi moment om een verhaal als dit te schrijven. En dat beviel zo goed, zowel voor mezelf als voor de uitgever, dat het dus een heel boek is geworden. Met het boek dat ik nu schrijf zet ik de combinatie mysterie, tikkeltje feelgood, en geschiedenis, verder.

Je bent zelf ook naar Ierland afgereisd. Heb jij dat nodig om je verhaal te schrijven?

Ik denk dat als je het echt goed wilt doen, dat de locaties waarover je schrijft bezoeken, nodig is. Helaas is dat niet altijd mogelijk, maar ik probeer het zoveel mogelijk te doen. Via boeken en internet is gelukkig veel informatie te vinden, maar daarmee mis je altijd de beleving. Je mist de mensen, de geuren, de kleuren, details op straat of in woningen. En ter plekke ontstaan altijd weer ideeën die het boek beter maken.

In Het geheim van Grace komt ook het nodige bijgeloof van de bewoners van Ierland naar voren. Heb jij, toen je daar was, daar ook over gesproken met de mensen die daar wonen?

Ik heb vooral veel gelezen daarover. Ierland heeft een rijke historie aan spookverhalen, waar ik me in verdiept heb. En als je er zelf loopt, over de kliffen terwijl het mistig is, dan is het niet moeilijk om het ook te geloven…

Het geheim van Grace

Heb je zelf ook iets meegemaakt op dat gebied?

In Ierland niet, maar ik heb meerdere malen in mijn leven dingen meegemaakt die niet verklaarbaar waren. Dat betekent niet dat er niet toch een logische verklaring voor is, maar het zijn soms ook prettige voorvallen die ik graag aanneem voor waar. Sommige hebben te maken met mijn overleden broertje, en de gedachte dat iets een teken van hem was, is prettiger dan het afdoen als verbeelding of iets dergelijks. Niet alles valt te begrijpen, en dat is prima volgens mij.

In je boeken komt het thema overlijden vaak aan bod. Naast schrijven ben je een groot onderdeel van MORBidee, een bureau dat de dood bespreekbaar maakt. Hoe zijn jij en je partner Rob Bruntink op dit idee gekomen?

Ik werkte als projectleider opleidingen bij een uitvaartonderneming, en Rob als journalist gespecialiseerd in palliatieve zorg. Vanuit dat werk (en persoonlijke ervaringen) merkten we beiden hoe lastig het onderwerp dood is. Samen kwamen we op het idee om op creatieve manieren te proberen het praten over de dood voor mensen eenvoudiger te maken. In ons werk konden we dat niet kwijt, dus zo ontstond Bureau MORBidee (MO zijn mijn initialen, RB zijn Robs initialen, plus de toevoeging ‘idee’…. Met een knipoog naar het woord morbide… 😉 ).

Op welke manier merk jij dat er behoefte is om de dood voor mensen eenvoudiger te maken?

In de zorg ligt de focus op genezing en behandeling. Terwijl er elk jaar ongeveer 80.000 mensen doodgaan aan o.a. kanker en orgaanfalen. In zorgopleidingen is niet of nauwelijks ruimte voor praten over het levenseinde, waardoor die 80.000 mensen niet altijd de goede zorg krijgen die bij doodgaan hoort, en niet een afscheid waar naasten mee verder kunnen. In ons werk en in contacten met zorgpersoneel merken we dat iedere keer opnieuw. En in het dagelijks leven eveneens. Als het woord dood valt wuiven mensen het veelal weg: dat is een naar onderwerp, daar kun je het beter niet over hebben. Terwijl wel met elkaar praten mensen verbindt, en zorgt voor een beter afscheid van elkaar als de tijd gekomen is.

Je schrijft nu, qua boeken, fictie. Ben je van plan om ooit een non-fictie over dit onderwerp te schrijven?

We hebben vorig jaar een boekje (56 pagina’s) uitgebracht voor professionals: Levenseindegesprekken. Met daarin allerlei praktische tips om de dood in het werk bespreekbaar te maken. En er zijn plannen voor een soortgelijk boek, maar dan voor het grote publiek, niet de professional.

Ik kom even terug op het boek dat je nu aan het schrijven bent. Het bevat, zei je, de combinatie mysterie, tikkeltje feelgood, en geschiedenis. Kan je hier meer over vertellen?

Uiteraard! Het is een historisch mysterie, dat gaat over de raadselachtige verdwijning van de schedel van de Duitse dichter/filosoof Friedrich Schiller (gestorven 1805). Het is gebaseerd op historische feiten: in 2008 wees DNA-onderzoek uit dat de schedel van Schiller die in de sarcofaag in Weimar ligt (naast Goethe), niet van hem is. Waar de echte schedel is, weet niemand. Ik heb het boek opgedeeld in twee tijdlijnen: 2008 en 1805 (met terugblikken naar 1788 en 1789). In de lijn van 2008 gaat hoofdpersoon Johnny, journaliste, op zoek naar de schedel van Schiller. Dit doet ze samen met een jonge Duitse journalist, Noud. In de lijn rond 1805 gaat het over de driehoeksverhouding tussen Schiller en twee zussen, Charlotte en Caroline, waarvan er een zijn vrouw wordt. Het is een combinatie van een mysterie en een historische roman, waarbij beide tijdlijnen uiteraard met elkaar te maken hebben. En het is bovenal een verhaal over liefde. Ik werk er nu twee jaar aan, en heb ontzettend veel research gedaan, zowel in literatuur als ter plekke (Weimar en Rudolstadt in Duitsland). Inmiddels denk ik dat ik een expert ben als het over het leven van Schiller gaat… ;-).

Wat interessant! Wat trekt jou zo aan als het gaat om mysteries uit het verleden?

Ik ben gek op geschiedenis, vroeger wilde ik een tijdje lerares geschiedenis worden. En als kind las ik veel sagen en legenden, heerlijk vond ik dat. Over weerwolven, zeemeerminnen, witte wieven, spoken en andere spannende mythes. In het verleden barst het van de mysteries, en daar met een hedendaagse bril naar kijken levert mooie verhalen op. Juist het mysterie geeft ruimte om als schrijver een verhaal om heen te bouwen. Want tenslotte weet niemand hoe het écht zit. De zelfbedachte theorie die achter het verdwijnen van de schedel van Schiller zit, zoals ik die in mijn Schillerboek beschrijf, zou dus zomaar echt gebeurd kunnen zijn…

Ik krijg nu al zin om het te lezen! Over weerwolven, zeemeerminnen en andere mythische wezens gesproken: denk je dat je daar ooit nog een boek over gaat schrijven?

Dat lijkt me wel erg leuk! Wat weerwolven betreft, heb ik wel een ideetje… Maar wanneer ik daar tijd voor heb? In ieder geval komt er in de winterbundel die in november uitkomt van de Crime Compagnie een kortverhaal van mij met iets over Witte Wieven…

Laatste vraag: wie bewonder jij op schrijfgebied?

Wie bewonder ik… Ik heb de hele negentiende eeuwse Russische bibliotheek gelezen, ik bewonder bijna alle auteurs van die tijd, met name Dostojewski. Maar ik bewonder ook iemand als Liane Moriarty, die naar mijn mening erg ingenieuze boeken kan schrijven. En David Mitchell, misschien bewonder ik hem wel het meest, wat een schrijver! Niet alleen qua plot, maar ook stilistisch.

 

*** Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Mariska Overman zelf volgen? Duhhh en dat kan hierrrrr 😀

Auteurspagina Mariska Overman

Eva vraagt door: Lara Reims van Upgrade en Black-Out!

72842469_2432857390103086_5268074424187224064_n

Lara Reims heeft veel lezers mee op reis genomen naar een geheel eigen universum: het Creodroom. In haar boeken, Upgrade en Black-Out, maken we kennis met Rémi, een introverte jongen, zijn ouders kijken niet naar hem om en hij wordt gepest op school.  Als op een dag voor zijn ogen zijn huis ontploft en afbrandt, terwijl zijn ouders en zus thuis zijn, komt hij op een plek terecht waar de wetenschap zijn tijd ver vooruit is. Uiteraard is niet alles wat het lijkt en Rémi gaat samen met zijn vrienden op een spannend avontuur.

Een veelgehoorde kreet over haar boeken is dan ook: ‘Harry Potter meets sciencefiction!’ Daar zou je de boeken zeker mee kunnen vergelijken.
Ik was dan ook benieuwd naar de beweegredenen achter deze trilogie en naar de auteur die deze wereld geschapen heeft.

74687819_2588351437889198_4481094651574484992_o

Het Creodroom, wat een bijzondere plek! Hoe is dit voor jou ontstaan?

Twee dingen.

Het Creodroom weerspiegelt mijn verlangen om te zien hoe de wereld er morgen uitziet. Of overmorgen. Ik ben heel erg nieuwsgierig naar de nabije toekomst. Er verandert zoveel op dit moment, en de keuzes die we daarin maken zijn belangrijk. Daarom speel ik graag met thema’s die steeds actueler worden, om in een veilige omgeving uit te kunnen zoeken wat voor en wat nadelen zijn van bijvoorbeeld allerlei technologie. Vaak zijn verhalen over de toekomst angstaanjagend. Met het Creodroom heb ik een plek willen maken waar plaats is voor de leuke en de gevaarlijke kanten van veel ontwikkelingen.

En daarnaast vind je in het Creodroom mijn jeugdliefde, die maar niet overgaat, voor andere werelden waar je als lezer een tijdje kunt blijven, zonder dat je daarvoor op reis hoeft. Ik heb altijd gehouden van boekenwerelden waar ik in kon verdwijnen, vrienden kon maken. Een wereld die, ondanks alle gevaren en duistere kanten, als een thuis voelt. En die ik kan zien, ruiken en proeven. En ik wilde Rémi, en jongeren die zich soms voelen zoals hij, een plek geven om zich te ontwikkelen.

Wat is de mooiste ‘reis’ die je tot nu toe gemaakt hebt?

Ik kan niet kiezen. Mijn mooiste boekenreizen waren die naar het Wilde Woud met Tonke Dragt, naar de Tovernaarswereld van Rowling, en naar het Oxford van Philippe Pullman. Maar de allereerste boekenreis die me bijblijft omdat het een van de eerste boeken was die ik zelf las, was die met Ronja naar het bos vol rovers en vogelheksen. 

En wat reizen in het echt betreft: reizen die ik van kinds af aan naar Parijs maakte. De Eiffeltoren heeft voor mij altijd een magische aantrekking gehad. Grappig, die werd gebouwd in een tijd vol nieuwe ontdekkingen. Later ging ik in Parijs wonen.

Je hebt duidelijk een fascinatie voor ontdekkingen. Je gaf net ook aan dat schrijven voor jou een veilige manier is voor het afwegen van de voor- en nadelen. Ben je weleens bang voor de ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied?

Ik zou je nu heel graag het motto uit mijn derde deel willen sturen, maar daar moet je nog heel even op wachten 😉. Ik ben niet zozeer bang voor de ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied, maar wel voor sommige gevolgen voor mensen. Het probleem bij dit onderwerp vind ik dat het lastig is een compleet beeld te schetsen van alles wat bepaalde wetenschap mogelijk maakt, omdat je veel domweg nog niet weet. Als je mensen twintig jaar geleden had verteld dat ze nu vergroeid zouden zijn met een telefoon en met internet, dan zouden ze je voor gek hebben verklaard. Nu kan niemand zich meer een leven zonder voorstellen. Het vergroot je horizon, maar het zorgt er soms ook voor dat je wat er voor je neus gebeurt niet meer ziet. Hetzelfde geldt voor virtuele realiteiten, waar mensen kunnen zijn wie ze willen zijn, maar waar je jezelf ook in kunt verliezen. De gevolgen zijn, als er bijvoorbeeld nieuwe technieken zijn, moeilijk te overzien. Daarom probeer ik te bedenken hoe bepaalde dingen uitpakken voor jongeren als Rémi, Emma en Jérôme. Maar het eerste gevoel dat ik krijg als ik hoor over een kwantumcomputer die steeds meer kan, is toch altijd opwinding en opgetogenheid.

Nou, vooruit, ik zal niet plagen en alsnog proberen het motto uit je te trekken (al ben ik nu wel enorm nieuwsgierig! ;-)). 

Volgende vraag dus. Zowel de opwinding als de andere kant die ermee gepaard kan gaan, zie je duidelijk terug in je boeken. Zou je zelf terug naar je jeugd willen gaan om ook lessen te volgen in het Creodroom?

😉 Komt heel snel!

Ja, absoluut! Ik ben al heel lang gefrustreerd over het feit dat ik te dom ben voor theoretische natuurkunde en andere technische vakken. Ik zou heel graag een paar lessen willen volgen. Natuurkunde, Robotica, maar ook het zoeken van verklaringen voor het feit dat je dingen soms weet voor ze gezegd zijn, kom maar op!

Grappig, want als je jouw boeken leest, krijg ik juist het idee dat je een enorm brede kennis hebt op dit gebied. Komt er veel fantasie bij kijken of heb je research gedaan?

Geen fantasie, research. Ik heb heel veel gelezen en bekeken, ontzettend inspirerend en boeiend om te doen. Ik wilde iets maken wat in theorie kan. Of het echt gaat gebeuren blijft natuurlijk speculatie. Ik heb een hele goede proeflezer die natuurkundige is. Dat is heel fijn!

Je boek wordt vaak vergeleken met Harry Potter. Wat vind jij daar zelf van?

Natuurlijk word ik daar gelukkig van. Al kan ik van Rowling en andere auteurs nog heel erg veel leren 😉 ik begin net. Het allergelukkigst word ik als ik van iemand hoor dat hij of zij geraakt is door de personages. Als die zijn gaan leven, vind ik dat geweldig.

En dat doen ze! Was het voor jou makkelijk om in hun huid te kruipen?

Ja, en heerlijk vooral. Het maken, meevoelen, een paar levens tegelijk meemaken… Het moment waarop ze op papier zelf gaan praten, dat vond ik magisch.

Is één van hen ook stiekem je favoriete personage?

Ik houd veel van Remi, ik laat hem een hoop doormaken. Hij voelt erg dichtbij. Van Emma ook. En Ezra heeft een bijzonder plekje in mijn hart. En en en … moeilijk om te kiezen!

Wat is jouw grootste ambitie op schrijfgebied?

Ik moet je eerlijk zeggen dat het afgelopen jaar voelt als een droom die uitkomt. Vorig jaar rond deze tijd had ik alleen een manuscript voor deel 1 en een opzet voor de rest van het verhaal en in maart 2020 is de hele trilogie er, dankzij een ongelooflijk betrokken en voortvarende uitgever. Dus over ambities heb ik nog niet veel nagedacht. We hadden het eerder over het ontsnappen naar andere werelden: als ik verhalen mag blijven maken die mensen de mogelijkheid geven even op een andere plek te zijn en daar personages te leren kennen en dingen te ontdekken, vind ik dat geweldig. Het schrijven van dit verhaal is echt het allerleukste dat ik ooit heb gedaan.

Heb je al een idee voor een volgend boek of ben je nog bezig met afscheid nemen?

Ik moet bezig zijn met een volgend boek voor ik afscheid kan nemen, dus ja, zeker. Er zijn heel veel plannen, daar kijk ik naar uit. Maar dat afscheid nemen… ik heb het laatste hoofdstuk een tijd voor me uitgeschoven. Maar nu staat het er dan toch. Gelukkig kan ik dankzij de lezers nog een tijdje in die wereld blijven.

Kan je al een beetje vertellen waar je mee bezig bent? Of is dat nog geheim?

Ik kan vertellen dat ik in elk geval voor jeugd ga schrijven en dat ik nog niet klaar ben met de thema’s in Remi’s verhaal. Daarnaast ben ik met iets anders bezig , maar dat moet nog even in mijn hoofd blijven 😉.

Klinkt veelbelovend! Wat maakt het schrijven voor jeugd zo bijzonder leuk voor jou?

De boeken die ik toe las, hebben van mij een lezer gemaakt. En lezen heeft me zoveel gebracht, dat ik die liefde graag door wil geven. Zeker nu jongeren moeten kiezen tussen veel meer vormen van vermaak dan in mijn tijd, vind ik het een uitdaging om juist deze groep een boek in te trekken. Daarbij houd ik heel erg van het soort verhalen dat je voor jeugd kunt schrijven.

Over vormen van vermaak gesproken: ik opperde dat er een game kan komen van de trilogie. Een film zou ook leuk zijn. Of heb je het liefst dat het gewoon bij het boek blijft en is het zo goed voor jou?

Lijkt me top! Ik doe mee! Ik houd zelf ook van games ;). Het boek is een prachtig cadeau, maar dromen is altijd fijn.

 

*** Interview by Eva Krap.

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Lara herself volgen? En dat kan hierrrrr:

Auteurspagina Lara Reims

Eva vraagt door: Nina Verheij van de thriller Fatale keuzes!

standaard-boekhandel-leuven-

Nina Verheij debuteerde dit najaar met Fatale keuzes. Dat was op zichzelf absoluut geen fatale keuze, want de lovende kritieken druppelen binnen. Zo houdt zij lezers uit hun slaap, verslinden ze haar boek en ze willen meer, veel meer.  Gelukkig is Nina een schrijver in hart en nieren. Haar liefde voor het geschreven woord is ongekend en ontstond al op vroege leeftijd. Wist je bijvoorbeeld dat haar eerste verhaal, dat zij schreef als kind, ging over katjes die uit een cake geboren werden?Het verhaal lag uiteindelijk in de bibliotheek van haar basisschool. Naast schrijven is Nina de trotse eigenaar van BackWords, een platform waar zij online schrijfcursussen aanbiedt.  Kortom, Nina is een bijzondere vrouw met een enorme passie voor verhalen en daarom besloot ik om een aantal vragen op haar af te vuren.

hoofdagent-paul-auteur-nina-verheij-2

In Fatale keuzes gaat Emily, als student criminologie, stage lopen bij de politie. Wat fascineert jou zo aan het politie/recherchewerk?

Wat een leuke eerste vraag waar ik meteen even goed over na moet denken. Ik denk dat recherchewerk mij vooral fascineert omdat deze mensen grotendeels blanco aankomen bij zo’n plaats delict. Met de aanwijzingen die ze vinden, de getuigenverklaringen die ze krijgen, de camerabeelden die er wellicht van de omgeving zijn, moeten ze aan de slag om de waarheid te achterhalen. Ze gaan aan de slag om een puzzel op te lossen waarvan ze misschien nog geen idee hebben hoe hij eruit zal gaan zien. Ze moeten oppassen dat ze zich niet laten leiden door vooroordelen, dat ze mogelijkheden niet te vroeg uitsluiten. Het is zulk verantwoordelijk werk. En bij een moord zoals in mijn boek zal er waarschijnlijk een enorme druk op hen liggen om zo snel mogelijk de dader te vinden. Ik heb daar wel respect voor dat ze die taak op zich durven te nemen.

Als schrijver neem jij die taak als het ware (fictief) ook op je. Was het moeilijk om alle puzzelstukjes kloppend te krijgen of had je van tevoren al bedacht hoe het zou moeten lopen?

In eerste instantie had ik helemaal geen thriller voor ogen. Ik zette gewoon wat scènes op papier omdat ik het leuk vond om te schrijven. En als een soort uitlaatklep. Pas toen ik had bedacht dat er een dode zou vallen, ben ik echt bewust gaan nadenken over het verloop van de verschillende verhaallijnen. Dat was het moment dat ik meters begon te maken met schrijven. De eerste vraag was natuurlijk: wie gaat er dood? En daarna: wie heeft het gedaan en waarom?

Helaas ben ik veel te braaf en was ik nog nooit op een politiebureau geweest. Daardoor had ik in eerste instantie wat dingen bedacht die in het echt helemaal niet zo werken. Gelukkig kwam ik in contact met Hoofdagent Paul, waardoor ik onder andere ontdekte dat de politiedossiers in Leiden na een paar jaar naar een andere locatie worden overgebracht. Vanwege die informatie heb ik nog snel een nieuw personage verzonnen dat al wat ouder was en daardoor afwist van een zaak waarvan het dossier allang was verhuisd.

Inmiddels vind ik het plotten van mijn verhalen trouwens het leukste onderdeel van het schrijfproces. Verhaallijnen uitwerken, plottwisten bedenken, plotholes opvullen – allemaal fantastisch!

Je zegt dat je helaas te braaf bent. Dan moet schrijven toch heerlijk zijn! Hoe voelt het om je zo uit te leven?

Zeker! Heerlijk is inderdaad het perfecte woord. Ik vind het superleuk om hele levens te verzinnen voor mensen die helemaal niet bestaan. Het liefst natuurlijk wel op zo’n manier dat de personages menselijk en geloofwaardig overkomen.

Met Fatale keuzes is dat heel goed gelukt! De personages voelen levensecht aan. Voelden ze voor jou tijdens het schrijven ook echt aan?

Dank je wel voor het compliment! Dat is echt fijn om te horen. Ik hou ervan om ook foto’s bij mijn personages te zoeken om hen nog beter voor me te zien. Dat helpt voor mij echt. En ik werk hun hele karakter uit met sterke en zwakke punten, verlangens, hobby’s e.d., dus wat dat betreft voelden ze wel bijna levensecht aan, ja.

Ik wil mijn personages nu ook nog niet loslaten, omdat ik weet dat ik hen weer geloofwaardig op papier moet kunnen zetten tijdens het schrijven van deel 2 en 3. (Als alles goed gaat. ;)). Maar dat vind ik helemaal niet erg, ik ben gelukkig van ze gaan houden.

Dat was inderdaad een vraag die ik nog had willen stellen: of je verder zou gaan. Daar maak je mij, en ongetwijfeld een heleboel andere lezers, heel blij mee! Maar even terug naar je debuut: hoe was het om hem eindelijk in handen te hebben?

Heel onwerkelijk! Zelfs als die paperback naast me op de bank ligt en ik zie mijn naam op de voorkant staan, geloof ik het nog bijna niet. Een jaar geleden had ik echt niet kunnen voorspellen dat ik hem nu in mijn handen zou kunnen houden. Maar het is een prachtige rollercoaster om mee te mogen maken.

Je houdt ook een foto-actie. Kan je daar meer over vertellen?

Begin dit jaar ben ik voor mezelf begonnen, wat voor mij als introvert al net zo’n spannende reis is als het uitbrengen van een boek. Omdat ik dankbaar ben dat zoveel mensen zowel Fatale keuzes als mijn community BackWords omarmen terwijl ze mij helemaal niet kennen, vind ik het leuk om af en toe iets terug te doen. Daarom kunnen schrijfliefhebbers nu mijn online schrijfcursus winnen door een originele foto van Fatale keuzes te delen. Het geeft echt voldoening om te zien dat cursisten weer helemaal geïnspireerd aan de slag gaan met hun verhalen.

 

72554476_2582504625140546_2829036378816249856_o.jpg

Waar komt jouw enorme liefde voor taal vandaan?

Weet je dat ik het heel lastig vind om daar antwoord op te geven. Het is voor mij zo vanzelfsprekend dat ik zolang als ik me kan herinneren van mooie zinnen, songteksten en spreuken houd dat ik niet eens zou weten waar het vandaan komt. Misschien is het zo natuurlijk ontstaan omdat mijn moeder voor haar pensioen in de bibliotheek werkte en we dus altijd stapels boeken in huis hadden. Hoewel ik vergeleken met mijn moeder en zus altijd erg weinig las. Maar ik denk dat het van kleins af aan voorgelezen worden zeker heeft geholpen.

Wat was als kind jouw favoriete boek?

Ik heb het idee dat boeken die ik als kind las of voorgelezen kreeg veel meer indruk op me maakten en veel beter zijn blijven hangen dan boeken die ik als volwassene lees. Misschien omdat je als kind boeken vaker herleest. Ronja de Roversdochter van Astrid Lindgren, en Minoes en Otje van Annie M.G. Schmidt behoorden toch wel tot mijn absolute favorieten.

Dat denk ik persoonlijk ook. Heb jij de ambitie om ooit in een ander genre te schrijven? Bijvoorbeeld kinderboeken?

Als lezer vind ik echt allerlei genres interessant, dus ik sluit niet uit dat ik als auteur ook ooit iets anders zal willen proberen. Op de middelbare school schreef ik bijvoorbeeld samen met een vriendin een verhaal over twee tweelingzussen die in de Middeleeuwen uit een weeshuis ontsnappen. De tijd dat ridders en Robin Hood-figuren met zwaarden liepen te zwaaien, fascineert me wel, net als mythologie en fantasy. Ik keek vroeger graag naar Xena: Warrior Princess, ha ha. Buffy the Vampire Slayer is overigens nog steeds een van mijn favoriete tv-series aller tijden vanwege de geweldige dialogen en de romantische drama’s.

Romantische drama’s liggen je duidelijk ;-). Ook in Fatale keuzes speelt dit gegeven een grote rol. Ben jij zo romantisch aangelegd?

Ha ha, volgens mij valt dat best wel tegen, maar dat zou je mijn ex-vriend moeten vragen. 😉 Ik ben er in ieder geval wel gevoelig voor. Romantische komedies, Grey’s Anatomy, laat allemaal maar komen.

Wat vond jij het leukste om op te schrijven bij Fatale keuzes?

Hmm, lastige vraag. Ik vond de wat luchtigere scènes wel leuk om te doen, omdat ik ze makkelijker vond om te schrijven. Bijvoorbeeld de scène waarin Emily en Lucas elkaar voor het eerst ontmoeten of wanneer ze samen Breaking Bad kijken. Bij actiescènes of scènes waarin ik belangrijke informatie wil verwerken, moest ik altijd langer nadenken over de juiste formuleringen. Hier nog een beetje schaven, daar nog een beetje schaven. Dan wordt het allemaal wat technischer of zo.

Veel auteurs vinden het proces van schaven en schrappen het minst leuke aan schrijven. Had jij daar ook moeite mee?

Schrappen vind ik soms wel lastig, ja. Ik was een beetje bang dat Sandra (de uitgever) zou zeggen: leuk, maar er moeten eerst nog 30.000 woorden weg. Dat was gelukkig niet zo, ha ha. Maar eigenlijk had ik ook wel erg veel zin in het herschrijven, omdat ik tijdens de eerste versie alweer allerlei dingen had bedacht die ik wilde aanpassen of toevoegen. En het is gewoon heel fijn dat de basis dan al staat, dus je kunt veel meer naar de details gaan kijken. Zeker omdat ik mijn personages gedurende het schrijven van de eerste versie natuurlijk steeds beter leerde kennen. Daardoor kon ik tijdens het herschrijven hun gevoelens en emoties veel meer gaan uitdiepen.

En nu ga je verder met één van hen. Tot nu toe ontvang je lovende kritieken, zelfs lezers waarvan je de nachtrust ontneemt. Legt dat een druk op je tijdens het schrijven? Dat je dat wil evenaren?

Ik denk dat de druk op een tweede boek inderdaad wel groter zal zijn. Misschien ook door mijn eigen onzekerheid. Dat ik denk dat mensen nu nog zeggen “voor een debuut is het een leuk boek”, maar dat aan zo’n tweede deel dus hogere eisen zullen worden gesteld. Aan de andere kant wil ik gewoon graag verder gaan met het vertellen van Emily’s verhaal.  Is het nog te vroeg om spoilers te geven over deel 2? 😉 Zo ja, dan mag je het ook weglaten, ha ha. Deel 2 zal gaan over Emily’s vader, die rechercheur was. Meer specifiek: over de zaak waar hij en zijn partner Paul aan werkten toen hij overleed. Wie zat daar achter en waarom moest hij dood? Dat zijn vragen die aan Emily knagen.

Klinkt spannend! Ik ben heel benieuwd! En dan komen we bij de laatste vraag: is er een auteur die jij bewondert en waar je een voorbeeld aan neemt?

Ik ben bang dat mijn grote idool totaal niet origineel is: Robert Galbraith aka J.K. Rowling. Ik ben enorm fan van haar Cormoran Strike-serie. Harry Potter herlees ik nog steeds met veel plezier en ook bij deze Strike-boeken is 1x lezen voor mij niet genoeg. Wat ik zo bewonder, zijn haar geloofwaardige personages. Ze zijn zo levensecht dat ik zou willen dat ik ze kende. Ook de manier waarop ze aanwijzingen in haar boeken verwerkt, vind ik heerlijk. Dat je tijdens het herlezen opeens ziet dat ze stiekem al ergens een hint had gegeven. Of details uit het ene boek die dan in een later boek een rol gaan spelen. Echt een meesterplotter vind ik haar.

 

*** Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Nina Verheij herself volgen? Dat kan hierrrrr:

Nina Verheij – Backwords

Eva vraagt door: Jara Lee van De afrekening!

21640814_1452317178137889_7121421371964912418_o

Jan en Rachel van der Lee vormen sinds een aantal jaar een dynamisch schrijfduo: Jara Lee. Met hun onderscheidende boeken – het in een bepaald genre stoppen is onmogelijk – hebben zij al veel lezers voor zich gewonnen. In het echte leven zijn zij getrouwd, in hun fictieve wereld nemen zij personages bij de hand. Onlangs is hun nieuwste boek, De afrekening, uitgekomen. Ook deze wordt weer jubelend ontvangen en dat is niet gek. Het schrijfplezier spat van de pagina’s af, evenals het inlevingsvermogen en de empathie voor de personages. Hoog tijd dus om het echtpaar een aantal prangende vragen te stellen.

71914932_2557821560942186_7901857522393284608_o

Deze vraag hebben jullie vast al vaak gekregen: hebben jullie ooit onenigheid tijdens het schrijven of bedenken van een verhaal?

Rachel: Ik denk dat we in elk verhaal wel op een discussie uitkomen wat wel of niet te doen. Ik denk dat toen we net begonnen we meer op toeval aan lieten komen dan nu. Mede door het werk van Jan heb ik graag wat hoofdstukken vooraf gepland met wat we ongeveer gaan doen met welke personages. Ook om te voorkomen dat je ergens te lang in een gebeurtenis blijft hangen. Dat gebeurde nog wel toen we net begonnen maar nu toch niet meer. 

Mogelijk door de jaren en de verhalen heen dat je net als in een echt huwelijk merkt dat het een kwestie is van geven en nemen. Wel moet ik eerlijk zijn. De afrekening, ons laatste negende boek hebben wij juist langer geleden geschreven. Daarmee dacht ik bijna dat er een einde was gekomen aan onze schrijfcarrière aangezien Jan iets deed met een personage waar ik niets mee kon. Het heeft drie dagen geduurd voor hij mij wist te overtuigen dat het goed zou komen. Dat blijkt want het boek is er gelukkig gekomen en nog veel andere verhalen die we hebben staan.

Jan: Het ligt eraan wat er verstaan wordt onder onenigheid. Natuurlijk zijn er regelmatig verschillen van mening hoe we in een verhaal verder willen. Over het algemeen komen we daar gewoon uit na overleg. In een heel enkel geval kan dat lastiger zijn en dan kiezen we voor een middenweg of laten de keuze aan de persoon die de ‘hoofdrol’ in dat deel van het verhaal schrijft. Echte onenigheid, waaronder ik versta dat we er niet binnen een dag/avond uitkomen, hebben we vrijwel nooit. Tijdens het schrijven van De Afrekening is dat één keer voorgekomen, maar ook in dat geval werd uiteindelijk de keuze in voortgang bepaald door de persoon die het betreffende personage in het verhaal als schrijver vertegenwoordigde. Bij mijn weten gaat dat  dat bij ons in alle gevallen op die manier.


Wat kenmerkend is voor jullie verhalen, is de enorme menselijkheid. Jullie duiken echt in de psyche van de mens. Elke handeling wordt uiteindelijk verklaard door gebeurtenissen uit het verleden. Komt dat voort uit mensenkennis of zijn jullie gewoon meesters in psychologie?


Rachel: Ik ga mijzelf geen meester in de psychologie noemen. Door vooral veel van mijn eigen ervaringen die niet allemaal even leuk waren, heel veel geleerd. Deels heb ik in mijn opleiding veel geleerd maar ook tijdens de begeleiding van mijn autistische zoon. Hij was 11 jaar toen ik eindelijk een diagnose kreeg. Hierdoor heb ik veel hulpverleners versleten om het maar even zo te noemen.. Zeker in de tijd dat ik nog alleenstaande moeder was.

Bij verzonnen personages stop ik er graag ‘problemen’ in omdat het personages levendig maakt. Maar ook is er vaak een reden waarom iemand iets doet. Vaak is dat terug te voeren naar een verleden van een slechte jeugd of gewoon domweg omdat iemand slecht is. Maar heel soms geven we een crimineel het voordeel van de twijfel. Het zijn ook mensen. Misschien word ik wel sentimenteler bij het ouder worden. Maar als je goed om je heen kijkt is er werkelijk overal wel wat. Achter elke voordeur schuilt een verhaal en daar verdiep ik me graag in om een verhaal meer diepgang te geven.

Jan: Ik ben van oorsprong wetenschapper. Mijn studierichting was Microbiologie en Biochemie. Daar zat dus geen psychologie bij, maar naast die studie ben ik mijn hele leven al heel erg breed geïnteresseerd. Zo mag ik graag de meest uiteenlopende documentaires kijken en daar zit ook veel tussen over het gedrag en de psyche van mensen. Waarschijnlijk daardoor houd ik ervan om verschillen te zoeken en uitersten te verkennen. Tijdens het schrijven heb ik ook vrijwel altijd verschillende andere schermen op mijn laptop open om achtergronden te onderzoeken, iets wat ik niet alleen graag doe, maar waar ik door de jaren heen ook handig in ben geworden.

Een andere mogelijke verklaring waarom er veel menselijkheid in onze personages zit, zou voort kunnen komen door het redelijke gemak waarmee ik (we) ons verplaatsen in een ander persoon (zonder schizofreen te zijn). Dat ‘in de huid van je personage’ stappen levert onze manier van (be)schrijven, maar beperkt ons ook wel als we schrijven. Na het schrijven van een paar hoofdstukken met zeer verschillende personages, moeten we toch vaak stoppen of op zijn minst pauzeren.  Ik zou van mezelf niet durven zeggen dat ik veel mensenkennis heb (volgens mij heeft Rachel dat meer), maar ik hou het op inlevingsvermogen.

Dat maakt jullie verhalen ook zo puur. Er wordt niets geromantiseerd. Hoe kiezen jullie uit wat voor levens de personages hebben?


Rachel: Eigenlijk heeft iedereen zijn ups en downs. De kunst is om de negatieve belevingen om te buigen naar iets positiefs. Daarmee romantiseren wij juist soms wel omdat we kunnen kiezen of een persoon in zijn ellende blijft zitten of een andere keuze maakt. 

Ik persoonlijk kan er niet tegen dat een boek slechte afloopt dus daar romantiseer ik het wel een beetje. Daar bedoel ik mee, de relaties die ontstaan. We kiezen vaak personages die lijnrecht tegenover elkaar staan. Of een groot verschil tussen arm en rijk, of een sociaal type tegenover iemand die dat totaal niet is. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Tegenpolen tegenover elkaar leveren op zich al een mooi verhaal op. 

Jan is het volledig met mij eens.. dit is onze manier van werken.. dat is leuk en uitdagend omdat je echt niet weet wie je tegenover je krijgt in een gesprek bij een eerste ontmoeting op papier.


Jullie schuwen zware onderwerpen ook niet. Zoals in De afrekening. Daarin komt onder andere drugsverslaving, moord, ontvoering, verkrachting en zelfs kinderporno voor. Hoe is het als auteur om dat op papier te zetten?


Rachel: Niet altijd gemakkelijk. Omdat het onder geen enkele voorwaarde grof mag zijn. Het gebeuren op zich is natuurlijk grof en sla de kranten en het nieuws er op na, die dingen gebeuren in het echt ook. Soms verzin je iets en dan is de werkelijkheid erger. Wij zijn natuurlijk niet de enige auteurs die deze onderwerpen laten spelen in boeken.

De gemiddelde detective doet dat ook. Wij zochten naar ‘gewone’ mensen die het meemaken en op hun manier op gaan lossen. En dan ga je je als schrijver verplaatsen in het karakter van je personage hoe ze ermee omgaan. Bij de verslaving van Chrissy ben ik op veel sites geweest om te proberen ‘te voelen’ wat zij meemaakt tijdens het afkicken, maar ook haar zwakte en haar verleden meegenomen. Zelf heb ik een moeilijke jeugd gehad. Hulpverleners vroegen mij heel vaak of ik niet op één of andere manier verslaafd was alsof dat heel gewoon was na een jeugd als de mijne. Ik herinner me mijn verbazing nog tot op de dag van vandaag. Voor een deel neem ik eigen ervaringen mee in de personen die ik schrijf. Makkelijk is het niet. Uitdagend wel. En als ik dan hoor dat mensen onze personages in hun hart sluiten dan is er toch een doel bereikt.

Jan: Voor mij is dat op zichzelf niet al te lastig. Het enige waar terdege rekening mee moet worden gehouden is de manier waarop het op papier komt te staan. Wij willen geen horror verhalen schrijven en ‘mensen ook niet op verkeerde gedachten brengen’. Het resultaat moet dus zijn dat een verslaving moord of verkrachting, etc wel genoemd en verwerkt wordt in het verhaal, maar zonder expliciete details. Zoals al in vorige vragen is beantwoord, willen we in onze verhalen normale/realistische personages en dus ook realistische verhaallijnen. De werkelijkheid is over het algemeen extremer dan wat wij bedenken. Daarom moeten die onderwerpen dus ook mee worden genomen, maar in een vorm dat de lezer heel goed begrijpt wat er gebeurd, zonder de (mogelijke) gruwelijkheden uit te schrijven. Het uiteindelijke idee is en blijft voor ons altijd dat het ‘echt gebeurd moet kunnen zijn’.

Rachel: En dat je dan eigenlijk allebei hetzelfde zegt in andere woorden. We antwoorden onafhankelijk van elkaar. Soms denken we verschillend en soms denken we hetzelfde en in dit geval is het hetzelfde.

Ik vind ook dat jullie dat heel goed doen. Het is beslist niet om te choqueren. Zelf omschrijf ik jullie verhalen vaak als een thriller, actie en roman in één, omdat jullie een genre op zichzelf hebben uitgevonden. 

Wat is jullie voornaamste doel als auteur?

Jan en Rachel: Voor ons is het een hobby. Wij willen graag mensen een aantal uurtjes leesplezier geven zonder erg ‘dure’ taal te gebruiken. We hebben er zelf heel veel plezier aan om dingen uit te denken op een zo realistisch mogelijke manier. We weten heel goed dat onze boeken niet in een hokje te plaatsen zijn. Zo zwerven onze boeken in verschillende bibliotheken onder verschillende genres. Ze staan maar zelden naast elkaar in een rek. We zijn net niet zover dat we ons genre ook een nieuwe naam kunnen geven haha.  Ons doel is wel steeds meer liefhebbers van onze boeken te krijgen.

Het maakt jullie wel uniek. En wat is jullie grootste angst als schrijver? 

Rachel: Mijn gevoel voor taal kwijtraken. Me niet meer uit kunnen drukken. In 2010 ben ik heel erg ziek geweest en heb ik gedurende 10 dagen in coma gelegen. Mijn eerste pogingen om te schrijven waren rampzalig. Ik tikte achter mijn toetsenbord heel iets anders dan wat ik wilde zeggen. Dat vond ik een heel enge ervaring. Gelukkig is alles teruggekomen. 

Jan: In aanvulling tot Rachel’s opmerking, het verlies van zintuigen om te kunnen schrijven maar dat geldt ook voor Alzheimer. Mede omdat wij elf jaar in leeftijd verschillen en al veel narigheid gezien hebben.

Dat lijkt mij ontzettend heftig! Is schrijven voor jullie ook een soort therapie? Om deze ervaringen een plek te geven?

Rachel: Ja, ik denk het wel. Ik begon als kind al met dagboeken te schrijven. Ik verzon ook allerlei verhaaltjes. Ik herinner me nog dat ik op mijn zesde al zei dat ik net zo wilde worden als Annie MG Schmidt haha. Voor mij is schrijven al mijn hele leven een uitlaatklep. Misschien is er toch een verslaving voortgekomen uit alle vervelende gebeurtenissen en dat is schrijven! 

Jan: Voor mij is het puur een hobby en ontspanning.

Hoe kwam het eigenlijk dat jullie besloten om samen boeken te gaan schrijven?


Jan en Rachel: We leerden elkaar kennen via de website ouder alleen. Jan was gescheiden en zijn dochters waren aan hem toegewezen, ik was jong weduwe en ik was achtergebleven met mijn twee kleine zoontjes. Na een ontmoeting met veel meer alleenstaande ouders en kinderen zijn we gaan chatten via het programma ICQ.

Jan had stiekem de hele chat opgeslagen en bewaard. Dat waren 1200 pagina’s waarvan ik zei dat die maar nooit uitgegeven moesten worden in boekvorm. Ik schreef mijn hele leven al, maar daar ontstond het idee om samen iets te gaan proberen. We bemachtigden een plekje voor het beste manuscript van 2009. Echter van dat manuscript is nooit een boek uitgebracht omdat het verhaal niet spannend genoeg was voor een boek, maar wel origineel. Uiteindelijk zijn we gestart en nooit meer opgehouden. We halen berichten uit het nieuws, uit soms eigen ervaringen en we hebben meer ideeën staan dan dat we hebben uitgewerkt.

Zijn er nog andere inspiratiebronnen, naast jullie leven en het nieuws?


Jan en Rachel: Onze jaarlijkse vakanties naar Zuid Frankrijk. Dan gaat er een schrijfblok mee en dan gaan we onder het genot van een hapje en een drankje zitten bomen.  Soms ontstaan daar dan ook spontaan nieuwe ideeën.

Zijn jullie al met een volgend boek bezig?

Jan en Rachel: Hoeveel wil je er nog hebben? Eigenlijk werken we er altijd aan. Schrijven zelf gaat best heel snel. Het boek corrigeren wordt een apart verhaal en is het minst leuke.

Laatste vraag: Samen schrijven is dus duidelijk ook leuker. Lezen jullie wel eens samen?

Rachel: Sinds kort eigenlijk. Jan gunde zich er de tijd niet voor terwijl hij wel van lezen houdt. Ik lees wel sneller dan hij maar hij doet het nu ook haha. Dus het antwoord is ja :-). 

 

*** Interview by Eva Krap.

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Jara Lee volgen? En dat kan hier:

Auteurspagina Jara Lee

Eva vraagt door: Joanne Carlton van Stof!

Sandra J Paul

Joanne Carlton heeft met Stof, waarin een giftige stofwolk een einde aan al het leven maakt, een dystopie geschreven die alle benodigde ingrediënten bevat. Vaart, spanning, emoties; het komt allemaal aan bod. Niet verwonderlijk, want haar eerdere boek, Hart-Slag, werd ook met lovende kritieken ontvangen. Joanne schreef deze naar aanleiding van het overlijden van haar vader en zus en wekte bij de lezers dan ook de nodige emoties op. Oorspronkelijk verschenen deze boeken in het Engels, inmiddels zijn zij ook in het Nederlands verkrijgbaar. Maar dat is nog lang niet alles.
Velen kennen deze veelzijdige auteur onder de naam Sandra J. Paul, waaronder haar Nederlandse werk verscheen. Schrijven zit duidelijk in haar bloed en ze is nog lang niet uitverteld.

70863452_1275593932611429_3747108955713699840_n


Een giftige stofwolk. Hoe kwam je op het idee om dit te gebruiken in een verhaal?

Dit was eigenlijk een heel interessant gegeven. Mijn designer maakt af en toe covers die ze dan in haar groep gooit. Zo creëerde ze ook de gouden cover die ik gebruikt heb voor de Engelse versie van het boek, Dust. Ik was zo gek van het concept dat er meteen een idee in mijn hoofd sprong om daar iets mee te doen. Binnen een paar uur had ik eigenlijk mijn hele verhaal, waarin een giftige stofwolk “dust” dus een belangrijke rol zou spelen.

Bijzonder hoe een enkel beeld meteen je fantasie aanwakkert. Het is ook iets wat zomaar echt kan gebeuren. Heb jij weleens angst dat onze wereld door een ramp als dit in een dystopie zal veranderen?

Absoluut, zeker in deze ernstig verstoorde politieke tijden. Er zijn veel mensen aan de macht die teveel macht hebben en niet de persoonlijkheid die je zou moeten hebben om op die positie te staan. Dat beangstigt mij ontzettend, het feit dat er een paar mensen zijn die eigenlijk het lot van de wereld kunnen bepalen. Dan heb je natuurlijk ook onze klimaat perikelen én de technologie die zo snel vooruitgaat dat het voor velen moeilijk is om nog te volgen. Ik ben er dus van overtuigd dat een verkeerde zet dit scenario zou kunnen veroorzaken.

Dat gegeven speelt ook een belangrijke rol in je boek. Je bent daarbij uitgegaan van het principe dat maar twee mensen mogen overleven: de zogenaamde Adam en Eva. Zou jij zelf deze rol op je kunnen of willen nemen?

Ik heb veel met dit dilemma gespeeld in mijn hoofd tijdens het voorbereiden en schrijven van dit boek en het antwoord is nee. Als iedereen rondom mij weg zou zijn, dan zou ik dit niet aankunnen. Jij wel?

Nee, ik zou het ook niet kunnen. Vooral als iedereen om je heen weg is. 

Simon, de hoofdpersoon, worstelt hier ook mee en wat mij betreft heb je zijn gevoelens echt weergaloos omschreven. Vertelde hij jou zijn verhaal of was het voor jou een kwestie van behoorlijk inlevingsvermogen?

Bedankt voor het compliment! Bij het schrijven beeldde ik me in hoe ik me zou voelen als ik mijn gezin – mijn drie zonen en partner – zo zou verliezen en hoe ik daarmee om zou gaan. De fijne lijn tussen verdriet en woede is zo dun dat het heel snel kan omslaan. Ik zou ook mijn verdriet in woede en onmacht laten omzetten en als iemand mij tot zoiets zou dwingen, zou ik ook hard tegenstribbelen en proberen daar een einde aan te maken. Maar Simon vertelde sowieso zijn verhaal – zeker het deel met zijn gezin speelde zich zo voor mijn ogen af.

Het verhaal is puur vanuit Simon geschreven. Heb je ooit de behoefte gevoeld om het vanuit de kant van ‘Eva’ te schrijven?

Ik vind dit een hele goeie vraag want die heb ik mezelf bij het schrijven ook gesteld: waarom enkel Simon (Adam) en niet Eva ook? En ik heb dit ernstig overwogen zelfs. Maar uiteindelijk besloot ik om dieper in te gaan op Simons familie (wat in het oorspronkelijke kortverhaal veel minder uitgediept was). Dit vond ik mooier en intenser om te doen.

Oorspronkelijk schrijf je in het Engels. Hoe is dat zo gekomen?

Ik schrijf eigenlijk boeken in twee talen: Nederlands en Engels. Aanvankelijk begon ik als auteur als Sandra J. Paul met Nederlandstalig werk, maar in werkelijkheid schrijf ik ook al ruim twintig jaar Engelse kortverhalen en novelles. Toen ik mijn droom om als Sandra uitgebracht te worden vervuld had, wist ik dat het tijd was om het ook in het Engels te proberen, met succes. Heart-Beat is een boek dat voor mij erg belangrijk is en ik voelde aan dat dit eerst in het Engels moest geschreven worden. Het nodigde zich daar ook echt toe uit.

Het klinkt raar, maar nu ben ik echt twee verschillende auteurs geworden: Als Sandra focus ik me nu vooral op jeugdthrillers zoals De Duistere School en thrillers voor volwassenen, zoals Kwijt, dat er deze maand aankomt. Als Joanne schrijf ik zeer out of the box verhalen zoals Dust, waar ik echt mijn paranormaal ei in kwijt kan. Als Joanne pen ik eerst mijn verhalen in het Engels, terwijl Sandra meteen Nederlandstalig werk is. Dit is een combinatie die voor mij goed werkt. Ik ben altijd aan twee zaken tegelijkertijd bezig en dat lukt goed.

Bijzonder hoe dat dan werkt! Gemene vraag, ik weet het, maar is er één die meer overheerst of meer je voorkeur geniet?

Nee ;). Ik schrijf graag in beide talen en kan me ook echt wel uitleven bij beiden. Als de muze een bepaald idee heeft, is het op dat moment die auteur die de overhand neemt.

Is het nooit voorgekomen dat ze je gelijktijdig riepen? 

Dat gebeurt eigenlijk altijd wel, maar ik heb geleerd om te doseren. En zoals ik mogelijk al eerder vermeldde, schrijf ik vaak aan twee dingen tegelijkertijd. Zo ben ik momenteel zowel bezig aan Het Verlaten Huis – het vervolg van De Duistere School en Hell City, een nieuwe Joanne – uitzonderlijk een novelle. Hierdoor hou ik beide persoonlijkheden ook tevreden. 😉

Wil je al een beetje vertellen waar Hell City over gaat?

De mensen die mij volgen weten dat ik graag experimenteer en aparte dingen doe. Hell City is ook zoiets. Ik kan er in dit stadium nog niet veel over zeggen, alleen dat het weer iets totaal anders is dan alles wat ik ooit heb gedaan.

Deze novelle is een tweede boek van me geïnspireerd door een cover. Ik nam vorig jaar deel aan een leuke coverwedstrijd en won dus een heel bijzonder werk van een knappe coverartist waarvan ik wist dat ik er iets heel bijzonders mee moest doen. De cover zelf is schitterend en ik ben dan ook heel blij en vereerd dat mijn naam erop zal staan.

Ik krijg het idee dat jij echt leeft voor verhalen. Had jij dat als kind ook al? Dat je dan iets zag en je fantasie meteen met je op de loop ging?

Ja hoor, mijn eerste verhalen dateren van toen ik tien jaar oud was, uitgeschreven op papier. Op mijn elfde mocht ik met een typemachine van mijn broer aan de slag en nadien met een elektronische versie waar ik dan zo van die inktcassettes voor nodig had. Sommige van die verhalen heb ik nog steeds in mijn bezit. Dan denk ik soms: ooit ga ik daar iets mee doen, maar in werkelijkheid doe je dat natuurlijk niet. 

Er zijn altijd wel nieuwe ideeën en verhalen die in me opkomen, waardoor ik een google drive heb met zo’n 300 kortverhalen en onafgewerkte dingen. 😉

Wat zou jij nou heel graag willen bereiken op schrijfgebied?

Ik droom er wel eens over dat er een boek van me verfilmd zou worden en dat ik dan ook zelf mee kan werken aan het filmscenario. Dus als een producer dit leest –> mijn adres is gekend. ;). Daarnaast wil ik mezelf telkens weer heruitvinden. Ik ben niet iemand die je in één box kan duwen en zeggen dat het een genreschrijver is, waardoor ik echt niet weet wat er nog allemaal gaat komen. Thrillers en jeugdthrillers weet ik wel, maar daarnaast kan het eender wat zijn en hangt het echt af van de muze en wat mijn gevoel me zegt. 

Ik ben heel trots op Stof en de bijzondere aspecten aan dat verhaal, maar evenzeer op Kwijt – mijn nieuwste Sandra thriller –  omdat het een boek is waar ik meer dan twee jaar heb ingestopt om de juiste toon, gevoelens en spanning te vinden. 

Voor 2020 heb ik drie heel bijzondere projecten die eraan gaan komen, die elk ook een bijzondere plek in mijn hart zullen hebben. Een novelle schrijven is mijn eerste keer (in boekvorm), een opvolger op het zeer succesvolle Duistere School schrijven in die mate dat je hem als standalone kunt lezen, is ook geen sinecure. En de thriller die ik plan voor het najaar van 2020 is ook weer iets dat ik nog nooit gedaan heb. 

Die uitdagingen heb ik nodig om te evolueren.

Klinkt als leuke uitdagingen! Hoe is het voor jou als auteur om te horen/lezen hoe de lezers op jouw boeken reageren? 

Oh fantastisch. Bij mijn eerste boek was ik doodnerveus om de allereerste reacties te horen te krijgen. 

Dat went wel, zeiden collega’s, maar eigenlijk doet het dat nooit. Het blijft ongelofelijk spannend, of het nu om je eerste of je honderdste boek gaat. En ik vind het nog steeds ongelofelijk als mensen naar me toekomen en zeggen hoe ze genoten hebben van mijn boek. Ik sta dan echt met tranen in de ogen. Lezers zien het eindproduct van een lange periode waarin je naar dit moment toeleeft en ik kan nog steeds niet beschrijven hoe goed het aanvoelt om een reactie te krijgen. Het is fantastisch. Ik ben mijn lezers ook ontzettend dankbaar voor hun steun – vooral degenen die er vanaf het begin bij waren en me volgen in mijn diversiteit als auteur.

Wat vind jij het moeilijkste onderdeel van het hele schrijfproces? 

Het afscheid nemen van de personages. Bij sommige boeken meer dan bij anderen, maar het voelt altijd wel aan als een vaarwel aan figuren die je zelf gecreëerd hebt en waar je dan niet meer mee verder gaat. 

Het schrijven zelf verloopt heel organisch en wijst altijd zichzelf wel uit. Het minst leuke zijn de vele correctierondes ;). Tegen de tijd dat je boek uit is, heb je het al zoveel keer gelezen dat je het wel kan dromen.

Heb je weleens dat personages dan evengoed nog in je oor fluisteren, ondanks dat het boek af is?

Heel veel. Simon is zo iemand, maar ik heb afscheid genomen. Ik beslis altijd op voorhand of er een sequel komt of niet.

Soms smeken mensen erom – zoals bij Duistere School – waar er echt ontzettend veel vragen over een vervolg kwamen. Soms luister ik en soms negeer ik die stem en denk ik aan al die andere dingen die ik nog wil doen. 😉

Ik kom nog even terug op het stukje ‘je paranormale ei kwijt kunnen’. Wat maakt dat voor jou zo’n fascinerend aspect?

Goh, ik heb altijd al een fascinatie gehad voor het paranormale. Ik heb zelf ook regelmatig dingen voor die je “normaal” niet kunt verklaren, maar ik wijt dit vooral aan instinct en luisteren naar jezelf.

Als kind was ik gefascineerd door series zoals Twilight Zone. Later werd dat dan The X-Files of aanverwante reeksen. Ik ben ervan overtuigd dat wij als mens onze volledige capaciteiten niet kennen (is ook medisch en wetenschappelijk bewezen uiteraard) en dat daar het paranormale uitkomt. Daarom vind ik het ook heerlijk om te spelen met die toets. Soms is dat echt wel meer dan anders, zoals in Stof, maar soms ook subtiel, zoals in Hart-Slag, waar ik ook een paranormale toets aan heb gegeven die me zelf ook al is overkomen. Als je eens goed rond hoort in je vriendenkring, dan zal je versteld staan van wat die zoal meemaken.

Kan jij daar een voorbeeld van geven?

Er zijn er wel wat – vooral mijn dromen durven wel eens uit te komen.

Het frappantste dat ik ooit heb meegemaakt, heeft met mijn tweeling te maken. Ik wist maanden op voorhand dat ik een tweeling zou krijgen, lang voor ik zwanger geraakte. Ik moest een firmawagen bestellen en heb toen zelfs bewust een groot model gekozen omdat ik me al voorbereidde op hun komst. De HR-dame trok grote ogen toen ik maanden later kwam vertellen dat ik zwanger was van mijn jongens. 😉

In je werk gebruik je ook het buitenaardse aspect. Geloof jij hier ook in?

Ik ben geen UFO-jager of zo, hoewel ik denk dat UFO-jagers best wel grappige mensen kunnen zijn met een bijzondere hobby. 

Ik ben er wel van overtuigd dat wij niet de enige bewoonde planeet zijn, zeker niet als er voortdurend nieuwe planeten worden gevonden, maar buitenaards leven kan alles zijn: van organismen tot kleine beestjes tot soortgelijke menselijke vormen tot monsters. Maar wie, wat, waar? Alvast een heel eind van ons verwijderd ;). Ik denk dat het “denken dat het bestaat” niet hetzelfde is als rotsvast overtuigd zijn als “ze zijn er en ze zijn hier”. Maar waarom zou het niét bestaan?

Er zijn inderdaad genoeg mensen die hier helemaal voor gaan. Ofwel UFO-jagers, en dan heb je ook nog mensen die onderzoek doen naar paranormale fenomenen en bijvoorbeeld spookhuizen bezoeken inclusief apparatuur. Heb je weleens de behoefte gevoeld om een dag met zo’n groep mee te lopen onder het mom van research?

Lijkt me wel tof om te doen, hoewel spookhuizen me wel angst aanjagen. Ik zou dan graag zo eens een keer mijn tanden zetten in de zogenaamde waarzeggers. Daar lijkt me nog wel behoorlijk wat inspiratie te halen.

Wie weet ooit nog eens :-). 

Laatste vraag: wat geeft jou het ultieme ‘samenlezenisleuker’ gevoel? 

Goeie vraag! Ik geef regelmatig schrijfworkshops waarbij de term ‘samenschrijvenisleuker’ misschien wel van toepassing is. 

Als auteur is het sowieso fantastisch als mensen de moeite en tijd nemen om een boek van je te lezen en daarop reageren. Het voordeel van sociale media is dat je heel dicht bij je lezers staat en ook wel vrij snel te weten komt hoe die zich voelen bij je boek. Als dat meermaals gebeurt, dan geeft mij dat de ultieme voldoening.

*** Interview by Eva Krap.

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Joanne Carlton herself volgen? Dat kan hier:

Auteurspagina Joanne Carlton