
Philip Kerr – Pruisisch Blauw *****
Philip Kerr (Edinburgh, 22 februari 1956) is de Britse auteur van de Bernie Gunther thrillers en de kinderboekenreeks Children of the Lamp.
Kerrs bekendste werk is een reeks goed gedocumenteerde historische thrillers die zich afspelen in het Duitsland van voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. De hoofdrol in deze boeken speelt de eigenwijze politieman (en later privédetective) Bernie Gunther. Kerr zat op school in Edinburgh en op een gymnasium in Northampton. Hij studeerde rechten aan de University of Birmingham van 1974 tot 1980, en ontving daar een mastergraad. Zijn romans en thrillers schrijft hij onder zijn eigen naam, en zijn kinderboekenserie Children of the Lamp als P.B. Kerr.
Bron: (https://nl.wikipedia.org/wiki/Philip_Kerr)
Over Bernie Gunther het volgende:
Bernie gaat er prat op dat hij een Berliner is, al 40, 50 jaar voordat Kennedy in 1963 deze mooie woorden herhaalde. Dat is geen pre in de rest van Duitsland in de jaren dertig. Bernie is ruw, cynisch, drinkt en rookt teveel, is te zwaar en zijn relaties met vrouwen duren nooit lang. Zijn eerste vrouw is overleden aan de Spaanse griep in 1920.
Maar Bernie is brutaal, heeft lef en durft voor zijn mening uit te komen, is buitengewoon erudiet, leverancier van talloze oneliners, en is bovenal in het bezit van een flinke dosis rechtvaardigheid. Dat valt niet mee in jaren waarin de politie bruin kleurt, en regeert met intimidatie en bruut geweld en opportunisme normaal zijn geworden. In 1932 heeft hij ontslag genomen bij de Kripo en vervolgens gewerkt in het Adlon hotel, en heeft daarna als privé detective zijn kost verdiend.
Bernie Gunther is een waardig opvolger van de hard-boiled detective, de cynische privé-detective die in principe een antiheld is. De belangrijkste voorgangers in dit genre waren Dashiell Hammett ( The Maltese Falcon) en vooral Raymond Chandler( The Big Sleep).
De Berlijnse Trilogie bestaande uit Een Berlijnse kwestie, Het handwerk van de beul en Een Duits requiem zijn geschreven resp. in de jaren 1989, 1990 en 1991, en in 1992-1994 gepubliceerd in Nederland. In de tussenliggende jaren ( 1992-2005) verschijnen een aantal losstaande titels.
Het volgende deel met Bernie Gunter in de hoofdrol – De een van de ander– wordt eerst geschreven in 2006. Daarna verschijnt er bijna elk jaar een deel met Bernie in de hoofdrol. Tot op heden zijn 12 delen verschenen.
Voor meer informatie: www.berniegunther.com
Pruisisch Blauw
Het boek bevat twee verhalen die spelen in oktober 1956 en april 1939.
De verhalen kunnen elkaar nooit kruisen. De verbinding tussen beide tijdvakken wordt gelegd door Friedrich Korsch, een oud collega van de Kripo, die na de oorlog een andere keuze heeft gemaakt dan Bernie. Korsch is hoog opgeklommen in de hiërarchie van de Stasi, de Oost-Duitse geheime dienst, alwaar hij acteert direct onder generaal Erich Mielke.
Het jaar 1956. Onder valse voorwendselen wordt Bernie Gunther naar Hotel Ruhl in Nice gelokt. Generaal Erich Mielke heeft hem ontboden. In het belang van de DDR moet hij iemand ombrengen. Trouwens ook in zijn eigen belang, als hij tenminste in leven wil blijven. Bernie staat niet te popelen, maar Friedriech Korsch en zijn twee gorilla’s hebben genoeg overtuigingskracht in huis om zijn medewerking af te dwingen. Hij weet te ontsnappen. En vlucht naar Duitsland, met in zijn kielzog de Stasi.
In april 1939 krijgt Bernie de opdracht van Heydrich zelf ( ‘zijn hart was net zo zwart als het uniform dat hij droeg ‘) de opdracht om een moordzaak op het terras van Hitlers privéwoning – de Berghof -in Obersalzberg te onderzoeken. De klus moet geklaard worden voor de 50ste verjaardag van de Führer. Dan is het Führersperrgebiet hermetisch afgesloten. Bernie en Korsch hebben 7 dagen de tijd. Bernie moet zo veel mogelijk smerigheid over Martin Borman, de Stellvertreter des Führers, naar boven halen, wat tevens geldt voor Kaltenbrunner, een Oostenrijks stuk schorremorrie die wat buitenechtelijke affaires heeft lopen, die zich afspelen in Berchtesgaden aan de voet van de Obersalzberg.
In een waanzinnig hoofdstuk waar cynisme, opportunisme en megalomaan machtsmisbruik met elkaar om voorrang strijden, houdt Bernie Gunther zich staande te midden van de top van de SS dankzij zijn verbluffende en alerte brutaliteit en ad rem reageren. Hij vraagt en krijgt Friedrich Korsch mee als adjudant.
Terug in 1956. Wat volgt is een race tussen Bernie en Korsch en zijn clubje gorilla’s om veilig Duitsland te bereiken, waarbij in flash-backs teruggekeken wordt naar april 1939. Overigens het oplossen van de moord in 1939 beslaat 80 percent van het boek.
Philip Kerr is verbaal geweldig op dreef, en de linkse directe wordt direct gevolgd door een uppercut of een rechtse hoek. De meeste dialogen kunnen zo toegepast worden in een verfilming. Kerr op z’n best. Hij gaat magistraal te keer. Hard, brutaal, barstensvol cynische oneliners, wisecracks en zwarte humor.
Een paar voorbeelden van de oneliners:
Over de twee kleerkasten met gemillimeterd haar: ‘Zij droegen zware Oost-Duitse pakken van het soort dat net als onderdelen voor tractoren en schoppen in massaproductie wordt vervaardigd.’
Over Rudolf Hess: ‘Hij was een man met een weinig aantrekkelijk uiterlijk. De meeste mensen die ik kende dachten dat Hitler Hess om zich heen duldde om zelf iets normaler te lijken.’
Over de liefde: ‘In Duitsland is echte liefde even zeldzaam als een Jood met een telefoon.’
Over de meisjes van plezier: ’Bovendien praat ik graag met hoeren. De meesten zijn van een niveau dat je niet kunt bereiken aan de Humboldt-Universität in Berlijn.’
En bovendien, wat is er leuker dan Hess en Bormann te horen ruzie maken over de ravage die Bernie aanricht nadat hij op zoek naar bewijsmateriaal, de frontgevel van een grote schouw met een voorhamer aan gruzelementen slaat? En dat nog wel in de privé vertrekken van de Führer.
Kerr vermengt fictie en werkelijkheid op uitmuntende wijze met elkaar. Hij heeft zijn huiswerk goed gedaan en zich voortreffelijk gedocumenteerd. Jammer dat een lijst met bronmateriaal ontbreekt. De honderden verwijzingen en toespelingen op zaken die in die tijd speelden over bijvoorbeeld Pervitin oftewel methamfetamine (‘het magische gif‘) zijn vrijwel allemaal gecheckt. Wat Kerr bereikt is een schets, een verontrustend en cynisch beeld van het ‘normale’ dagelijkse leven, in een land waar alle normen en rechtsregels zijn weggevallen en waar onder een dun laagje beschaving zich een samenleving gevormd heeft waar het recht van de sterkste geldt.
Pruisisch Blauw is een ongelooflijk cynisch boek, met een erg duidelijk beeld van de totaal verwrongen kijk van de fascisten op hun wereldbeeld, een boek ook dat je voortdurend laat grinniken. Maar de ondertoon is duidelijk. Zelfs Bernie Gunther voegt zich naar het systeem. Hij ziet in dat fascistisch Duitsland een grote dieven- en moordenaarsbende is, niet te bestrijden door een man. Hij mijmert over de aanslagen op Hitler die niet gelukt zijn.
Is met zijn 558 bladzijden en aangename traagheid Pruisisch Blauw Philip Kerr’s magnum opus? Ik neig daartoe.
Vijf sterren.
Jac Claasen.