Samen praten met: Era Richmen!

Als team lazen wij bijna compleet de twee laatste thrillers van Era Richmen aka Eric Bakker. En we hebben er allemaal erg van genoten. Zie onder andere de recensie van onze Kaat over De Paarse Engel via deze link:

Karin las: De Paarse Engel-Era Richmen****1/2

Dit boek en de vorige riepen daardoor erg veel vragen bij ons op en dan kunnen we maar één ding doen en dat is even samen praten met de auteur. Zie hier onder het resultaat.

Het interview:

1: We weten allemaal dat je onder een pseudoniem schrijft. Zou je als je eventueel een ander genre gaat schrijven wel je eigen naam gebruiken? Of voor een ander pseudoniem kiezen?

De noodzaak om daarover na te denken, is er (nog) niet, omdat ik de bedoeling heb voorlopig in het thrillergenre actief te blijven. Als het aan mij ligt, komt er in ieder geval nog een boek in de reeks met Jim Matteos. Het einde van De Paarse Engel vraagt daarom 😊. Daarnaast krioelt het van de hersenspinsels om een psychologische thriller te schrijven. Meer latent huist ook de gedachte in mijn hoofd om me een keer aan een roman te wagen. Die zou een serieus karakter moeten hebben maar wel met humoristische trekjes. Bij dit project is het wellicht een goede keuze onder mijn eigen naam (of een ander pseudoniem) te schrijven.  

2: Wist je vanaf het begin af aan dat er een vervolg op De Saraceense Samenzwering zou komen?

Nee, maar de reacties waren dermate positief dat het al snel ging kriebelen. Bovendien had ik het gevoel dat (onder andere) het personage van Jim Matteos nog verder kon worden uitgediept. De Paarse Engel heb ik wel geschreven met het idee dat er een vervolg moeten gaan komen.

3: De opbrengst van je boeken gaat naar twee goede doelen. Hoe ben je er toegekomen om deze twee te kiezen?

Anders dan bij De Saraceense Samenzwering (waar ik zelf een goed doel uitzocht), plaatste ik voor De Paarse Engel in december 2021 een oproep op Social Media om goede doelen voor te dragen.

Daarop kreeg ik verbazingwekkend veel reacties, ruim vijfenzeventig. Uit al die voordrachten heb ik vijf goede doelen geselecteerd. Met die organisaties ben ik vervolgens gesprekken gaan voeren om een gevoel te krijgen of het klikte. Bij zowel Dream4Kids als bij AYA ‘Jong & Kanker’ Foundation was die match er absoluut. Beide organisaties spraken met zoveel enthousiasme en passie over het werk waarmee ze bezig zijn. Dat sprak me enorm aan. Daarnaast maakten de verhalen over degenen die ze helpen of wat ze zelf hebben meegemaakt diepe indruk op me. Omdat ik eigenlijk niet wilde kiezen, heb ik beide organisaties voorgesteld mijn royalty’s te verdelen. Ze bedienen allebei een totaal andere doelgroep en bijten elkaar dus niet. Integendeel, ik denk dat we de actie ermee versterken, omdat we gezamenlijk een groter bereik kunnen creëren. Beide goede doelen komen daarmee in een breder perspectief in de spotlights.

Als je naar de aard van beide organisaties kijkt, geldt dat er mooie paralellen bestaan met mijn boek dan wel met de reden waarom ik ben gaan schrijven.

Voor Dream4Kids geldt namelijk dat Jorge Herreira (de antagonist in De Paarse Engel) gedrag vertoont dat voortvloeit uit een trauma dat hij in zijn jeugd heeft opgelopen. Er is nooit iemand in zijn omgeving geweest die hem heeft geholpen dat trauma te verwerken. Misschien had zijn leven er anders uitgezien als dat wel was gebeurd. Hoe dan ook, ik denk dat het essentieel is om kinderen met een trauma te begeleiden en ze het gevoel te geven dat ze ook belangrijk zijn en erbij horen. Kortom, om hen weer perspectief te bieden op een nieuwe start. En dat is exact wat Dream4Kids doet met een Droomdag die ze voor een individueel kind verzorgen.

Bij AYA ‘Jong & Kanker’ Foundation, die jongvolwassenen (adolescents & young adults) ondersteunt gedurende het proces van kanker zodat ze hun autonomie en kracht kunnen herwinnen, ligt een persoonlijk aspect ten grondslag. Ik heb heel lang geroepen dat ik ooit nog eens een boek wilde gaan schrijven, maar heb de koe pas bij de horens gevat (inmiddels zo’n dertien jaar geleden) op het moment dat twee geliefden in mijn omgeving werden geconfronteerd met kanker. Voor mij een duidelijke boodschap dat je niet alleen moet mijmeren over je dromen, maar ook moet proberen ze in te vullen. Want dat “ooit” komt misschien nooit.

4: We hebben als team allemaal erg genoten van je laatste twee thrillers. De hoofdpersoon Jim Matteos heeft een donker somber randje. Herken je dat ook in jezelf?

Absoluut. Dat sombere randje bij Jim reflecteert mijn eigen gevoel over alles wat er in de huidige wereld om ons heen gebeurt. Zonder negatief te willen overkomen, voelt de wereld voor mij als een steeds individualistischer wordend bolwerk dat gebouwd is op zelfgerichtheid. Daarbij vind ik het ook nog eens uitermate lastig om vast te stellen wat “waar” of “niet waar” is. Soraya verzucht op een gegeven moment niet voor niets: Waarom was niets gewoon eens waar? Ik heb Jim Matteos gecreëerd vanuit de gedachte dat hij in zijn rol als geheim agent de wereld een beetje beter zou kunnen maken. Tijdens het uitwerken van Jims personage voor De Saraceense Samenzwering stelde ik mezelf echter meermaals de vraag: mag ik me verschuilen achter een fictief personage of moet ik zelf proberen een bijdrage te leveren aan een betere wereld? Dat is de aanleiding geweest voor mijn besluit om al mijn schrijversroyalty’s af te dragen aan een goed doel, waarbij ik me realiseer dat een heel kleine druppel op een ontzettend gloeiende plaat is.

En dat donkere randje? Tja, ieder mens heeft misschien wel iets van een duistere kant in zich, maar ik zou die bij mijzelf niet echt kunnen benoemen. Er schijnen (voer voor discussie… 😊) ook maar drie sterrenbeelden te zijn die een duistere kant kennen: Tweelingen, Maagd en Boogschutter en ik behoor tot geen van hen.  

5: Waar haal je inspiratie uit om je verhalen te schrijven?

Enerzijds uit de dagelijkse gebeurtenissen in de hedendaagse wereld, anderzijds uit muziek. Ik ben hardrock/heavy metal liefhebber en hoe gek het misschien ook klinkt, als ik naar deze muziek luister, schieten er allerlei ideeën door mijn hoofd. Het kan zijn dat een titel van een nummer of een stukje songtekst iets bij me oproept en daarmee de basis vormt voor een passage binnen de verhaallijn, of, in het geval van een kort verhaal, voor het hele verhaal. Octavarium (uit Onder Druk) is daarvan een mooi voorbeeld. Maar ook de stemming van een nummer (hard, somber of juist rustig) helpt me om in een soort ‘trance’ te komen om bepaalde passages te schrijven. Voordat ik begin met schrijven draai ik meestal dan ook eerst een “passend” muziekje.  

6: Heb je voordat je gaat schrijven al een vast omlijnd plan, of raakt je schrijftafels steeds verder bezaaid met memo’s?

Het gaat in combinatie. Ik heb zeker, voordat ik begin met schrijven, een vastomlijnde gedachte over de opbouw van het verhaal, de plot, de personages etc. Die werk ik ook redelijk gedetailleerd uit, niet alleen in woorden maar ook in, wat ik maar noem, tijdlijnschema’s (welk personage doet wat op welk moment en hoe passen die acties ten opzichte van elkaar in de betreffende verhaallijn?). Vellen papier vol krabbels en een wirwar van lijntjes, waarop een bord spaghetti jaloers zou zijn. Toch, als ik dan daadwerkelijk bezig ben, ontstaan er gaandeweg allerlei brainwaves. Soms leidt dat tot aanpassing of toevoeging van een verhaallijn, soms tot het schrappen van een gepland idee.

Voor mij is dat ook het mooie aan schrijven: je hebt iets voor ogen, maar als je bezig bent, gaat het pas echt leven en dat duwt je soms (op fronten) een andere kant uit. Vooral in de schrijffase wemelt het dan inderdaad van de aantekeningen in mijn “zwarte boekje”.

7: Welk muzieknummer zou jij toepasselijk vinden bij de twee delen tot nu toe? En mogen we hopen op een deel drie?

Leuke vraag gezien mijn eerdere onthulling over mijn inspiratiebron 😊. De antwoorden zijn dan ook niet moeilijk en worden feitelijk door de beide delen zelf verklapt, omdat een deel van de songtekst op een van de beginpagina’s van het betreffende boek is weergegeven. Bij De Saraceense Samenzwering was dat The number of the Beast van Iron Maiden en bij De Paarse Engel het nummer Invincible van Avantasia. Dit nummer heeft echt de vormgeving van het karakter van Jim (het sombere, duistere randje) beïnvloed.

Zoals gezegd, er komt in ieder geval nog 1 deel met Jim Matteos in de hoofdrol. Ook voor dit komende verhaal is een muzieknummer weer een grote inspiratiebron geweest.  

8: Je weet de setting echt top neer te zetten. Heb je iets speciaals met Amerika?

Ik ben er meerdere keren en op verschillende plekken geweest. Vooral de eerste keer verbaasde ik me enorm over de extremiteiten die je er aantreft. Ik vind het daardoor een fascinerende samenleving, maar hetzelfde heb ik bijvoorbeeld met het Midden-Oosten, dat ook regelmatig in mijn boeken voorbijkomt. Op zich heb ik dus niet iets speciaals met Amerika. Dat is bovendien ook niet de reden geweest om Amerika als setting te kiezen. Ik wilde een thriller schrijven waarin een wereldwijde dreiging aan de orde was. Daarbij leek het me logischer/geloofwaardiger om dit te doen vanuit een Amerikaans geheim agent (en inlichtingendienst) dan vanuit het perspectief van eigen bodem. Als het gaat om de setting: ik vind het belangrijk in mijn boeken zo “natuurgetrouw” mogelijk te zijn en dan helpt het wel als je zelf op locaties bent geweest en/of iets van de plaatselijke sfeer hebt kunnen proeven.  

9: We love Uitgeverij Letterrijn. Hoe kwam je bij Theo terecht?

Na mijn eerste twee boeken (Het Dubai Ultimatum en Het Slater Delict) vond ik het – om redenen – tijd de samenwerking met mijn toenmalige uitgever te beëindigen. Op aangeven van mijn schrijfcoach (die ik sinds De Saraceense Samenzwering in de arm heb genomen) heb ik contact gelegd met Theo. Vooral door zijn manier van werken, was er al heel snel een match tussen ons. Theo komt zijn afspraken na, werkt volgens het principe “een man een man, een woord een woord” en is bovendien een uitermate fijn en oprecht mens. De samenwerking verloopt wat mij betreft dan ook erg plezierig.  

10: Op welk moment zou je zeggen dat je als auteur een succes bent geworden en waarmee mogen we dan met je proosten?

Als een van mijn boeken een (internationale) bestseller wordt en daarna verfilmd (omgekeerd mag overigens ook 😊).

Waarmee we in dat geval dan proosten, maakt me totaal niet uit, als we maar proosten…

En bij deze de belofte dat we dat dan ook gaan doen 😊

Ben je nu nieuwsgierig geworden? Klik dan even op dit linkje en bestel deze twee topthrillers… Uitgeverij LetterRijn

Wij bedanken Era cq Eric voor zijn tijd en antwoorden en hopen dat we snel kunnen proosten! 🥂

Corina Nieuwenhuis & Karin Meinen

Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Samen praten met: Frank Krake & Hannelore

Na het lezen van het meer dan indrukwekkende Hannelore mochten wij een paar vragen stellen en wat een mooie antwoorden kregen we daar op. Onze duo-recensie gemist? Klik dan even deze link:

https://samenlezenisleuker.wordpress.com/2020/02/01/duorecensie-corina-riejanne-hannelore-frank-krake/

Het interview:

Frank:

1 Hoe was het voor jou om dit boek te schrijven? Je hoorde verschrikkelijke verhalen en het lijkt me dat je daar door geraakt wordt, maar desondanks toch een objectief verhaal neer moet zetten. Was het moeilijk om het verhaal los te laten na weer een gesprek met Hannelore?

Ja en nee. Ik ben vrij rationeel ingesteld en heb ook de nodige ervaring opgedaan bij het schrijven van mijn vorige boek ‘De laatste getuige’. Wel dacht ik in de rit van ongeveer een uur terug vanuit Hoogeveen na over het net daarvoor gevoerde gesprek. Direct na terugkomst op kantoor sloeg ik aan het uitschrijven ervan. Daarna was het voor mij klaar. Pas toen ik alle verhalen en interviews ging samenvoegen en uitwerken tot het eerste manuscript, merkte ik dat het onbewust toch onder de huid was gekropen. Maar nooit heb ik de neiging gehad niet objectief te zijn daardoor. Dat hoort ook bij de professionele werkwijze die ik na streef. Ik denk dat het verhaal juist sterker wordt door de lezer zelf zijn/haar gedachten te laten vormen en te laten oordelen  

2. Jij hebt gebeld met Vrieswijjk, maar kreeg steeds zijn assistente aan de lijn. Ben je ooit bang geweest dat wanneer je hem zou zien, je “meegesleurd’ zou worden? Gezien het feit dat hij zo charismatisch was. Daarnaast zou ik heel graag willen weten of jij je voor kunt stellen dat mensen zo meegesleurd worden en daar alles in hun leven voor opzij zetten.

Ik ben zelf geen seconde bang geweest om ingepakt te worden door Vrieswijk. Maar hij was toen ook al 90 en ik ken natuurlijk de hele voorgeschiedenis. De wens hem te kunnen spreken kwam voort uit het research voor het boek en het willen grijpen van de kans als die zich voor zou doen. Helaas is hij er voordat het zo ver kwam er tussenuit gepiept.

Ik kan mij er alles bij voorstellen dat mensen door een sterke en charismatische leider worden gemanipuleerd en geïndoctrineerd. Het gebeurd simpelweg te vaak en te veelvuldig, gewoon om ons heen. Dan zou het de kop in het zand steken zijn als je daar blind voor zou zijn. Het overkomt mensen uit alle lagen van de bevolking. Meestal zijn ze wat zoekende of door persoonlijke omstandigheden ontvankelijk daarvoor. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus voor mijzelf ben ik niet bang.

Deze week nog kreeg ik een melding van ouders die hun zoon in de hanen van een sekte zagen vallen. Het is werkelijk overal om ons heen, in stad en platteland;

https://nos.nl/artikel/2326966-duitse-sekte-probeert-studenten-te-ronselen-in-twente.html

TV Oost heeft ook een videoreportage gepubliceerd;

https://www.rtvoost.nl/nieuws/327195/Auteur-Frank-Krake-kreeg-al-tien-alarmmeldingen-over-sektes-We-moeten-weer-een-landelijk-meldpunt

3. Wist jij voordat je aan dit boek begon dat sektes in Nederland ook nu nog veel voorkomen? Was de reden om dit boek te schrijven, om Hannelore een stem te geven of hield je daarbij ook in je achterhoofd dat je andere mensen wilde waarschuwen? Wat woog voor jou het zwaarst?

Nee, dat wist ik niet. Waarschijnlijk net als de meeste mensen had ik werkelijk geen idee. Het staat ver van mij af, past niet in mijn belevingswereld, maar plotseling besef je hoe dichtbij het kan komen, doordat uit Hannelores verhaal bleek dat het iedereen kan treffen. Toen kwam Ruinerwold daar nog eens overheen. Het boek was al bijna af, maar het bevestigde weer wat ik toen al wist. Tussen de 80 en 130 sektes zijn er in Nederland en meer dan 1.200 in België. En niemand die het weet. Daar wilden Hannelore en ik wat aan doen, om tegen dat gevaar te waarschuwen. Daarboven op gaf Hannelore te kennen dat ze graag zelf als inspiratiebron zou willen dienen voor al die vrouwen die zelf met een rugzak door het leven gaan, om welke reden en ervaring dan ook. Zij gaf aan dat als het haar lukt om weer gelukkig te worden, na alles wat ze heeft meegemaakt, dan lukt het hopelijk andere mensen ook. Zo mooi en oprecht. Dat gaf voor mij de doorslag dit boek te willen schrijven.

4: Heb je zelf een les geleerd uit het praten met al de mensen die dit boek mogelijk gemaakt hebben? Zo ja welke?

Ja, vertrouw vooral op jezelf en wees gezond achterdochtig. Tijdens mijn werk in een zomerkamp voor homeless kids in Amerika schreef een leidster in mijn herinneringsboek; ‘Always listen tot he beat of your own drummer’. Dat is een mooi houvast waar ik zo af en toe nog wel eens aan denk.

Wat ik ook heb geleerd is hoeveel weldenkende en sociale mensen er zijn. Zoveel mensen gesproken die het beste met Hannelore en de andere (voormalige) sekteleden voor hadden. Zo’n Vrieswijk was gelukkig een uitzondering, maar je ziet wat een schade hij heeft kunnen aanrichten. Wees daarom kritisch op wat andere mensen denken en vinden, maar accepteer ook de helpende hand van mensen om je heen die het beste met je voor hebben

5:Waar komt je “fascinatie” voor het vertellen van dit soort verhalen vandaan?

Ik hou van mensen die een verhaal te vertellen hebben waaruit veerkracht blijkt. Dat is de rode draad in al mijn vijf boeken die ik geschreven heb. Veerkracht, door een diep dal gaan en je daar weer uit knokken.

Ook vind ik het gewoon ontzettend leuk om totaal onbekende mensen met onbekende verhalen een geluid, een stem, te geven. En zoals bij Menthol, Rood Bloed en De laatste getuige ook het geval was; er diende heel veel onderzoek te worden verricht, voordat ik uberhaupt kon beginnen met schrijven. In het geval van HANNELORE meer dan toen maanden. Er waren amper foto’s, het verhaal was onduidelijk en incompleet en klopte lang niet altijd in de tijd. Na dat kleine jaar van zeer intensieve research kon ik de puzzelstukjes wel op de juiste plek leggen en zo een consistent geheel van alle flarden maken. Dat was voor Hannelore zelf soms ook een eyeopener.

6: Hannelore krijgt als boek/verhaal veel publiciteit op tv en radio. Hadden jullie dat van te voren verwacht?

Deze vraag beantwoord ik niet alleen als schrijver, maar ook als uitgever, want dat ben ik ook. Ik geef mijn eigen boeken uit.

Eigenlijk wel is het eerlijke antwoord. Dat is niet arrogant bedoeld, maar zo’n bijzonder, bizar en heftig verhaal, dat vraagt er om om verteld te worden. Na Jinek had ik echter niet verwacht dat er nog meer TV programma’s zouden volgen. Maar ook Hart voor Nederland, RTL4 5UUR Live en EenVandaag zonden het uit, dat geeft al aan hoe het leeft. En Omroep Gelderland maakte ism TV Oost een zeer indringende documentaire. Samen met veel radiostations en heel veel kranten en magazines was dat zó’n exposure dat bijna iedereen in Nederland er wel iets over gehoord zal hebben. En dat was ook het uitgangspunt van het marketing- en PR plan, dus in dat opzicht is het volledig geslaagd.

Natuurlijk hoop ik dat we veel boeken verkopen, maar ik onderschrijf Hannelores persoonlijke doelstelling volledig; ieder mens dat we kunnen behoeden voor de ellende van bezeten worden door een sektarische beweging is er één. En als dat lukt is het al die moeite, het bloed, zweet en tranen dubbel en dwars waard geweest.

Hannelore:

1.  Ik heb natuurlijk gelezen hoe jij en je zusje uit elkaar gehaald werden, evenals jij en je ouders. Heb je nu contact met je ouders en je zusje en hoe ziet dat contact er dan uit? Draag je het feit dat jullie uit elkaar gehaald zijn, en daardoor veel van elkaars leven gemist hebben, altijd mee of is dat overbrugbaar?

Ik heb een normaal gezond contact met mijn beide ouders en mijn zusje. Ze zijn betrokken in/bij ons leven en zijn dus trotse opa en oma en tante voor onze kinderen. Het heeft tijd gekost om de relatie te herstellen en je kunt de kinderjaren niet over doen. Mijn zusje en ik hebben dat wel als gemis ervaren maar staan daar niet vaak bij stil, alleen nu rond het boek zijn we ons daar weer bewuster van. We weten ook niet hoe onze relatie was geweest als we wel samen opgegroeid waren.

2. In hoeverre speelt Vrieswijk nu nog een rol in je leven? Je bent natuurlijk helemaal gehersenspoeld door hem, merk je nu soms nog wel eens oude gewoonten/gedachten bij jezelf, omdat die er als kind zo ingehamerd zijn? Zo ja, hoe ga je daar dan mee om?

Vrieswijk speelt geen enkele rol in mijn leven. Ik weet niet wie ik was geworden als ik in een ‘normaal’ gezin was opgegroeid. Wat ik weet dat ik heb ‘overgehouden’ aan mijn jeugd is dat ik voorzichtiger ben in het zomaar dingen aannemen. Het heeft lang geduurd voor ik mij niet meer afvroeg: ‘doe ik wel normaal?’, ‘heb ik wel goed gehandeld in deze situatie?’. Dus onzekerheid over hoe ik sociaal functioneerde heeft mij lang geplaagd. Soms vroeg ik gewoon aan mensen die ik vertrouw hoe zij er naar keken. Zo groeide het vertrouwen in mij zelf. Op mijn oude basisschool tijdens de lezing die wij daar gaven attendeerde iemand mij er op dat wij altijd met gebogen hoofd liepen, dus niet rond keken maar naar de grond. Toen ze dat vertelde kwam de herinnering bij mij boven dat ik toen ik net vrij was uit de sekte ik inderdaad op een gegeven moment mij bewust werd ik kijk niet rond ik kijk steeds naar de grond. Dat heb ik toen, zal in 1995 zijn geweest, bewust veranderd en ben om mij heen gaan kijken.

3.  In hoeverre heeft het sekte verleden nog invloed op je? Oud zeer? Heb je dat allemaal verwerkt, of heb je geleerd je leven daarom heen te bouwen?

Nee het doet niet meer zeer, het is ook al heel veel jaar geleden. Een leven er omheen bouwen past niet bij mij. Ik liep er eerst wel voor weg als oude pijn zich aandiende maar dat helpt niet want dan kom je het van zelf weer tegen. Dus uiteindelijk ging ik de confrontatie dan maar aan met of zonder hulp afhankelijk van de grote van de pijn. Ik kan nu dus gewoon aan mijn jeugd denken er over praten zonder dat ik daar last van heb. Ik heb ook geen nachtmerries of zo.

4.  Heb je nog contact met mensen die destijds met jou in de Gemeente Gods zaten? Zij hebben hetzelfde gevecht als jou moeten leveren om er van los te komen en ik vraag me af of jullie elkaar daar dan tot steun kunnen zijn of is het eigenlijk ieder voor zich?

Af en toe heb ik nog contact met mensen die ook in de GG hebben gezeten. Ieder is zijn eigen weg gegaan. We waren in de GG ook allemaal niet ons zelf maar een marionet van V. Wel vind ik het leuk om te horen hoe het met de anderen gaat, je bent toch als een soort rare familie met elkaar opgegroeid.

5:  Je geloof in God zelf is er altijd gebleven ondanks alles komt dit toch door je eerste levens jaren? Of meer door je familie en (nu) je man die je vlak na je terugkeer tegen kwam? Heb je Hem het nooit “kwalijk” genomen?

Ja ik geloof nog steeds in God en in de bijbel. Dat zou kunnen komen door dat mijn ouders mij in de eerste levensjaren een normaal bijbels geloof hebben bijgebracht. Het kan ook komen doordat er door mijn opa en oma en door familie en vrienden heel veel voor mij is gebeden. Zeker ben ik boos geweest op God en heb ik heel veel waarom vragen aan Hem gesteld. Ik heb geen antwoord hier op gekregen, maar wel vrede.

6: Wat ons erg raakte in het boek was dat je uiteindelijk tot de conclusie kwam dat je eigen gedachten niet veilig waren. Wat zou je nu willen zeggen tegen je kleine ik over die gedachtes?

Je mag er zijn precies zoals je bent bedoeld met alle gedachten en verlangens, boosheid en verdriet.

7: Wordt het nu je zoveel door het land reist om te praten over het boek en dus jouw leven het elke keer makkelijker of is het elke keer weer anders? Zou je soms terug willen naar de anonimiteit?

Ik vind het elke keer nog weer spannend omdat je niet weet wat voor publiek er tegenover je zit, het is dus elke keer anders. Ik vind het niet moeilijk om over mijn jeugd te praten, het is voor mij gewoon mijn jeugd. Toch ben ik elke keer weer blij met hoe het is gegaan en krijg ik vaak ook hele mooie reacties. Ik kan nog prima naar de winkel zonder dat iemand mij aanspreekt, dus ik heb er in mijn daagse leven geen ‘last’ van. Het geeft ook moed dat er mensen zijn die aangeven er echt iets aan te hebben.

Wij bedanken Frank en Hannelore voor hun tijd en uitgebreide antwoorden. En natuurlijk wensen wij hun nog veel geluk en plezier met de lezingen die nog komen gaan.

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Eva vraagt door: Luna van Roosen van de Young Adult Day Dreamer!

bron - het laatste nieuws.jpg

Luna van Roosen heeft met Day Dreamer een weergaloos debuut geschreven. Het verhaal gaat over Lora, een meisje dat is opgezadeld met een een draak van een stiefzus. Samen met haar hondje Henry vlucht ze dan ook regelmatig naar het bos. Op een dag valt ze daar in slaap en als ze wakker wordt is het ineens donker. Gelukkig ziet zij in de verte een licht branden. Het blijkt van een kasteel te zijn. Maar het kasteel herbergt zo zijn eigen geheimen en mysteries… En dan is er ook nog de knappe prins waar Lora als een blok voor valt, tot haar stiefzus plotsklaps voor hun neus staat en de jongen van haar dromen voor haar neus wegkaapt.

Day Dreamer is een hedendaags sprookje vol romantiek en een vleugje urban fantasy. Het geheel is pakkend en spannend en laat je geen moment meer los. Ik was dan ook met recht meteen fan van Luna haar heerlijke schrijfstijl en bijzondere verhaal. Luna is nog relatief jong in boekenland – ze is geboren op kerstavond 1999 – maar ze overstijgt met haar boek nu al het niveau van een aantal auteurs die al langer in het vak zitten. Ze is dan ook een veelbelovende schrijfster en ik was zeer benieuwd naar wie zij is, wat haar ertoe heeft aangezet om dit boek te schrijven en waar zij haar inspiratie vandaan haalt. Het werd een verrassend leuk gesprek.

Hoe zou jij zelf zijn als zus?

Ik heb het ‘geluk’ een grote zus te mogen zijn van twee broers en een zus. We zijn typische broers en zussen voor elkaar. Het ene moment kunnen we het vinden en doen we onnozel. Nog geen twee seconden later kan dat plots omslaan en zijn we als kat en hond. Klinkt het bekend? 🙂 Mocht het erop aankomen dan zullen we er wel zijn voor elkaar. Hoewel geen van hen graag leest, luistert mijn zus wel eens (onder lichte dwang ;)) naar mijn verhalen. Mijn jongste broertje is heel enthousiast en probeert me op zijn manier te helpen.

Je zit echt boordevol fantasie. Nou las ik dat je graag nachtelijke wandelingen maakt. Ik kan me zo voorstellen dat als je ergens inspiratie vandaan haalt, het dat is. Klopt dat of haal jij het uit andere elementen?

Nee, daar krijg ik inderdaad ideeën door, soms. Inspiratie is een eigenaardig iets. Fantaseren is iets wat ik me moeilijk kan laten, met alle gevolgen van dien… Ik zie in het echte leven iets, of ik dénk dat ik iets zie en dan gaan mijn radertjes draaien. Het meeste van de tijd krijg ik mijn verhaalideeën als het al wat donkerder is. Zo ontstaan veel van mijn horrorverhaaltjes ’s nachts tijdens het piekeren. Of door een droom. Omdat ze zo onlogisch zijn heb ik de drang om ze logisch te willen maken en uiteindelijk ontstaat er rond dat nachtelijk beeldmateriaal een hele historie.

Je bent duidelijk een schrijfster in hart en nieren en je schrijft korte horror verhalen. Toch is je debuut een realistisch sprookje. Hoe kwam dat zo?

Goh, ‘een schrijfster in hart en nieren’ hoe je dat zo aardig zegt, moet een beetje van alles proberen te schrijven, denk ik. Zo leer je je eigen sterktes en zwaktes kennen en leer je misschien iets bij over je eigen schrijfstijl. Ten slotte heeft ieder verhaal spanning nodig. Ik vind niet dat je een verhaallijn opzij moet laten liggen omdat het niet tot een bepaald genre behoort. Ik hou van verschillende genres en je moet toch alles eens proberen, niet? En als je een idee hebt voor een sprookje, hoe wil je daar in godsnaam aan weerstaan als verhaalliefhebber?!

Niet :-). Hoe was het voor jou om Day Dreamer te schrijven? Tijdens het lezen werd ik compleet meegezogen in de wereld waar Lora in terechtgekomen is. Had jij dat ook tijdens het schrijven?

Ja, absoluut. Dat heb ik eerlijk gezegd met mijn huidige verhaal minder. Day Dreamer/Night Thinker was letterlijk iets waarmee ik opstond en ging slapen. Ik werd erdoor afgeleid tijdens mijn lessen. En soms ging ik dan best hard glimlachen, zodanig dat de leerkracht me zelfs eens vroeg wat er was. En als ik niet schreef maakte ik tekeningen of zocht ik ‘decors’ op internet op. Het hield me zelfs uit mijn slaap omdat ik plots de juiste woorden wist om iets te beschrijven of een leuke dialoog in mijn hoofd werd ‘afgespeeld’. Die zogenaamde ‘nachtelijke schrijfaanvallen’ had ik rond die tijd enerverend vaak. Nu heb ik dat minder en ik wéét dat het aan mijn liefde voor Day Dreamer/Night Thinker lag. (Of omdat ik tegenwoordig uit mezelf mijn schrijftijd ’s nachts inplan ;)).

Dat viel mij al op: de prachtige vormgeving van het boek én de mooie tekeningen. Zou jij daar meer mee willen doen, bijvoorbeeld een kinderboek willen illustreren? Of is het echt voor je eigen verhalen?

Momenteel maak ik enkel tekeningen voor mijn eigen verhalen. (En die traditie zou ik graag willen volhouden, als de uitgeverij het daar ook mee eens is.) Mocht iemand mij later een leuk voorstel doen om tekeningen bij een ander boek te voorzien, zou ik dat zeker overwegen. Hoewel het me dus allemaal erg leuk lijkt, zijn dat dingen om later over na te denken. Met mijn eigen boek(en) en studie is mijn agenda aardig volgepland tegenwoordig.


Day Dreamer speelt zich af in een kasteel, er zijn de prachtigste jurken, er is een droomprins… En toch komt er ook een duistere kant in voor. Wat trekt jou als auteur aan, aan die mysterieuze, tikkeltje gevaarlijke kant?

Waarom hou ik van de nacht, denk je? Mysterie en gevaar maakt het boek (én het echte leven) onvoorspelbaarder en dus ook interessanter. Met andere woorden: het maakt het leven het leven waard en het boek het lezen waard. Je ziet het licht pas als er schaduw is. Dat is een feit. Je kan pas écht van de mooie dingen genieten als die er niet constant zijn en je ook weet dat je alles met één verkeerde beslissing kan verliezen. Wie wil er nu in godsnaam een boek lezen waar altijd alles rozengeur en maneschijn is? Af en toe mag er een nacht zijn waarbij de maan geen licht voor je voeten uit werpt. Sterker nog, die moeten er zijn. 🙂 Hopelijk is die abstracte voorliefde nu een beetje in begrijpbare woorden omgezet.

Was je als kind wel eens bang in het donker?

Tuurlijk! Maar het is zalig omdat je fantasie dan op hol slaat. Dat is vaak de trigger voor het verzinnen van een fantastisch verhaal. En zolang je weet dat het je fantasie maar is (de nacht is in principe niet gevaarlijker dan overdag) ben je een beetje bang, maar niet angstig.

Momenteel maak je veel contact met de lezers en potentiële lezers van je boek(en). Krijg je veel reacties?

Ja, toch wel. Het is fantastisch om te horen dat lezers ervan genoten hebben en wat hun mening van Day Dreamer was. (Bij deze: laat het me vooral weten!).
Het is toch een soort bevestiging die je krijgt. Ook omdat ik op deze manier ook dingen leer over mijn schrijfstijl en zelfs over mijn eigen boek. Het is grappig hoe mensen dingen anders kunnen opvatten en bekijken dan hoe ik het voor ogen had. Ik vreesde er bijvoorbeeld voor dat mensen het mysterie meteen zouden doorzien, maar dat lijkt absoluut niet het geval te zijn. De meningen over Bobby liggen ook ver uit elkaar en daar schrok ik van. Mensen bekijken hem op een manier die ik niet had zien aankomen, misschien net omdat ik weet wat hij denkt. Zijn ‘uitstraling’ zegt blijkbaar iets heel anders.

Nu ben ik benieuwd, hoe bekijken mensen Bobby dan en wat verraste jou daaraan?

Sommigen vinden Bobby een beetje een meisjeszot omdat hij zowel met Amaryllis als Lora omgaat. Daar schrok ik van, want er zit een logische redenering achter (zijn redenering). Ik beschouw hem absoluut niet als zo iemand.

Zo zag ik hem ook absoluut niet.  Inmiddels is de cover van Night Thinker een feit. Hij is prachtig geworden! Hoe voelde het voor jou om het eindresultaat te bewonderen?

Even wennen om het ‘gezicht’ van jouw ‘kind’ te zien. Gelukkig is iedereen het erover eens dat het beiden schatjes zijn. 😉 Mijn mama noemde de jongen al grappend haar ‘schoonzoon’. Ze lachte ermee: éérst een kleinkind, nu een schoonzoon…

Ben je al zenuwachtig voor de respons straks op dit tweede deel?

Ja, ergens wel, maar dat is normaal volgens mij. Ik ben wel een beetje minder zenuwachtig dan voor Day Dreamer. In Night Thinker wordt alles alleen maar spannender! (Mijn bescheiden mening ;)). Waar deel één vooral in het mysterie duiken was, bestaat deel twee uit de ontknoping! Ik ben zelf ook benieuwd wat de lezers ervan vinden, of ze het tegen het einde zelf al hebben ontrafeld of niet… Zenuwachtig ben ik dus een beetje, maar ik heb er vooral ontzettend veel zin in. 😀


***Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Luna herself volgen? Wij zeggen doenn en dat kan HIER

Eva vraagt door: Erik Le Romancier van de splinternieuwe Asverze!

770C2330-FEA2-4705-865C-1611F8A70941

Erik Le Romancier kwam met een leuke oproep op Facebook: wie zijn nieuwe fantasy, Asverze, wilde lezen. Ik twijfelde geen moment. Niet alleen zag de cover er prachtig uit, na wat onderzoek sprak het verhaal zelf mij ook ten zeerste aan. En het heeft mij geen moment teleurgesteld! Niet alleen een kei van een hoofdpersonage, maar ook een bijzonder mooi verhaal hebben mij enkele uren compleet in hun ban gehouden. Mede daarom werd ik benieuwd naar de auteur, die eerder compleet andere boeken schreef.

Asverze draait mijns inziens voor een groot deel om de onderdrukking van de vrouw. Met welke intentie heb jij voor deze insteek gekozen?

Asverze draait – voor mij, maar iedereen mag in mijn boeken lezen wat hij of zij wil lezen, en eruit halen wat men eruit wil halen – om meer dan alleen de onderdrukking van de vrouw. Vrouwenonderdrukking is slechts een beeld dat ik gebruik om mijn verhaal te vertellen. Dat verhaal draait in de eerste plaats om het recht jezelf te mogen zijn en je eigen keuzes te mogen maken. Om anders te mogen zijn, ongewone dingen te mogen doen, afwijkende dingen te kunnen zeggen, ongeacht wat de rest van de maatschappij daarvan vindt of zegt. Maar hoe doe je dat in moeilijke of gevaarlijke omstandigheden? Wat doe je wanneer de wereld je niet begrijpt, afwijst of zelfs bedreigt? Hoe blijf je dan bij jezelf?  Hoe kom je dan op voor je rechten? Hoe verdedig je dan je vrijheid en waardigheid?

Asverze is eigenlijk een redelijk universeel verhaal over opkomen voor jezelf, vechten voor je rechten en strijden voor je vrijheid. In mijn boek neemt dat de vorm aan van het gevecht van een jonge vrouw, Asverze, tegen de onderdrukking van vrouwen in haar gemeenschap. Je kunt het echter breder lezen.

Waarom ik heb gekozen voor een vrouwelijke hoofdpersoon en niet voor een man in een fictieve wereld vol mannenonderdrukking? Geen idee. Ik kan alleen zeggen dat het verhaal vanaf het allereerste begin, toen het alleen nog maar bestond als een concept in mijn hoofd, zich ontvouwde rond een vrouw en nooit rond een man. Zo is het altijd geweest en zo heeft het ook altijd goed gevoeld. Ik houd het er maar op dat het zo heeft moeten zijn.

Ben je zelf in je eigen leven wel eens tegengekomen dat je het gevoel had niet jezelf te mogen zijn?

Jazeker, meerdere malen zelfs. Met name mijn periode op de middelbare school was allesbehalve een feest. Gelukkig wordt het allemaal minder naarmate ik ouder word. Ook omdat ik zelf verander. Ik ga anders kijken naar mezelf en de wereld om me heen. Ga mezelf ook anders waarderen, veel positiever. Hoe ouder ik word hoe meer ik denk: dan ben ik soms maar anders dan de rest, nou en? Anders zijn was voor mij vroeger heel lastig en ongemakkelijk, tegenwoordig is het steeds meer een bron van vreugde en trots. Ik ben lekker niet doorsnee, fijn!

Zeker fijn! Is dat ook de reden dat je koos voor fantasy? Daarin is het immers geoorloofd om je heerlijk uit te leven.

Haha, tegenwoordig leef ik me sowieso wel uit, geoorloofd of niet. Sterker nog, de enige die – binnen de wettelijke grenzen, natuurlijk – bepaalt of iets geoorloofd is, ben je zelf. Als volwassene heb je niemands toestemming nodig om jezelf te zijn of plezier te maken, vind ik. Zolang het wettelijk maar is toegestaan en je een ander geen overlast bezorgt of schade toebrengt. Je hebt als volwassene natuurlijk ook nog je gezond verstand en je verantwoordelijkheid.

De reden dat ik heb gekozen voor fantasy, is dat ik weer eens iets anders wilde proberen. Als schrijver houd ik er namelijk van mezelf en mijn lezers uit te dagen en te verrassen. Daarom was mijn eerste boek, Stilte Graag!, een bundel van veertien korte verhalen op het grensvlak van feiten en fictie. Daarom was mijn tweede boek, Liefde, Lust en Andere Ongemakken een ode aan en parodie op chicklit en damesromans. En daarom is mijn derde, Asverze, een fantasyboek. Verandering van spijs doet lezen, denk ik maar. Al scheelt het natuurlijk dat ik zelf ook wel houd van fantasy, science fiction en dystopische romans.

Welke is jouw absolute favoriet?

Bedoel je op het gebied van fantasy? In dat geval is mijn absolute favoriet Lord of the Rings. Die cyclus is een verzameling absolute meesterwerken. Velen hebben het geprobeerd maar wat mij betreft komt niemand in de buurt van dit epos van Tolkien.

Goede tweede is 1984 van Orwell. Briljant en heel beklemmend meesterwerk.

Haal jij hier ook inspiratie uit?

Waaruit? Uit mijn twee favoriete boeken, bedoel je? Nee, niet echt. Althans, niet bewust. Onbewust en onbedoeld is dat misschien anders. Sowieso laat ik mezelf breed inspireren.

74915574_2612519872139021_1950376917202894848_o

Wat hoop je met Asverze te bereiken?

Allereerst dat mensen het verhaal met heel veel plezier lezen, dat staat voor mij voorop. Met elk boek dat ik schrijf, wil ik mijn lezers vermaken. Dus ook met Asverze en de Hypernachtserie. Ik hoop echt dat mijn lezers zich gaan verliezen in het verhaal, er helemaal door worden meegesleept en ademloos van verbazing gaan meeleven met Asverze en haar lotgevallen. Als je het jammer vindt dat het boek al uit is, heb ik mijn werk goed gedaan.

Als lezers daarnaast ook nog een boodschap, en ze mogen zelf bepalen welke want dat is toch voor iedereen iets anders, uit het verhaal halen dan is dat mooi meegenomen. Maar ook als men er geen boodschap uit haalt, maar alleen een berg plezier vind ik dat helemaal prima.


De hypernacht is een astronomisch verschijnsel (meer wil ik nog niet verklappen over het boek). Heb jij zelf ook een fascinatie voor astronomie en de invloed van planeten?

Jazeker! Ik ben gefascineerd door zowel astronomie, dus sterrenkunde, en aanverwante zaken als ruimtevaart, science fiction en aliens, als door astrologie. Met de one size fits all horoscopen die in allerlei blaadjes staan, heb ik niet veel. Het is echter wonderbaarlijk hoeveel een gedegen, diepgaande horoscoop kan vertellen of verklaren. Ook andere esoterische zaken als bijvoorbeeld tarot mogen op mijn belangstelling rekenen.

Gebruik je het ook zelf in je dagelijks leven?

De belangstelling is er altijd, maar actief gebruik maken van esoterische middelen komt en gaat bij mij in fases. Momenteel heb ik daar niet zo’n behoefte aan, maar er zijn periodes dat ik zelf behoorlijk bezig was met tarot, horoscopen en handlezen. Ik liet iemand ook wel eens voor me pendelen of de runenstenen gooien. Nu dus even niet, maar dat wil niet zeggen dat het nooit meer gaat gebeuren.

Even wat anders: wat ik persoonlijk erg tot de verbeelding vond spreken in Asverze was het Mistwoud. Heeft deze plek een diepere betekenis?

Dank je voor het compliment! Het Mistwoud staat in het boek voor het grote onbekende, voor de grote boze buitenwereld en voor de angst die we daarvoor kunnen voelen en die ons kan verlammen en klein, bang en onzeker kan houden. In zekere zin is het Mistwoud een soort gevangenis, een onneembare hindernis die ons gescheiden houdt van onze echte zelf, onze lotsbestemming en anderen. Je zou het Mistwoud een barrière kunnen noemen waarbij vroeg of laat iedereen voor de vraag komt te staan of we ons laten inperken en opgesloten blijven, of dat we de uitdaging aannemen, de stap wagen en op ontdekkingsreis met onbekende afloop gaan.

Mooie betekenis! Heb je tot nu toe al bijzondere reacties op je boek mogen ontvangen?

Behalve die van jou? Hmmm, valt best mee. Of tegen eigenlijk. Behalve één persoon die op Hebban riep dat de cover zo mooi was dat zij het boek daarom per se op haar wishlist wilde zetten.

De cover is dan ook prachtig en hopelijk volgen de reacties snel. Ik ben in ieder geval fan ;-). Is de cover gebaseerd op het idee dat jij in je hoofd had van Asverze of was het voor jou een verrassing?

De cover was een vrijwel totale verrassing voor me! Hulde daarvoor aan Jen Minkman. Ze heeft fantastisch werk geleverd op basis van mijn schaarse wensen en aanwijzingen. Ze heeft het verhaal en Asverze geweldig begrepen en in beeld gevangen. Ik ben er heel blij mee.

En terecht! Heb jij bepaalde rituelen tijdens het schrijven?

Nee, eigenlijk niet. Ik heb een planning, is dat ook goed ;)? Ik weet het, een planning klinkt allesbehalve romantisch of creatief, maar is voor mij broodnodig. Zonder een heldere deadline en mijn dagelijkse schrijfmoment – ingepland in mijn agenda, ja – red ik het niet. Dan komt een verhaal nooit af. Ik heb die structuur gewoon nodig. Maar ik geef grif toe dat een ritueel veel mooier en magischer klinkt.

Hoe voelt het voor jou om in het hoofd van je personages te kruipen? Hebben zij de leiding en nemen zij als het ware je toetsenbord over of heb je voor hen ook een gestructureerde planning?

Hahaha, voor hen heb ik juist geen gestructureerde planning. Was het maar waar, dan zou het schrijven en herschrijven misschien wat sneller gaan. Nee, in mijn hoofd zitten als het op mijn verhalen aankomt echt alleen hoofdlijnen. Ik geef elk verhaal de ruimte zichzelf te vertellen, om zich in redelijke vrijheid te ontwikkelen. Ook mijn personages hebben de vrijheid zichzelf te ontwikkelen. Hun karakters ontstaan heel organisch tijdens het vertellen van het verhaal. Ze nemen niets over, zo ver gaat het niet, maar ze krijgen wel ruimte.

Bijzonder hoe dat dan gaat. Is er ook een personage dat jou op wat voor manier dan ook verraste tijdens het schrijven?

Hmmm, daar moet ik even over nadenken. Ik zou zeggen Ysala. Die broekverbranding zag ik in eerste instantie ook niet aankomen, maar paste uiteindelijk prima in het verhaal.

Wat kunnen wij de komende tijd van jou verwachten?

Wat je de komende tijd in ieder geval mag verwachten is een nieuw deel in de Hypernachtserie. De opvolger van Asverze, dus. Daarnaast loop ik ook rond met het idee een nieuwe verhalenbundel te schrijven, en een prequel op mijn tweede boek: Liefde, Lust en Andere Ongemakken. In dat wereldje zijn nog een heleboel verhalen die nog onbekend zijn maar wel verteld moeten worden. Op een heel ander vlak, maar wel creatief, mag je een muzikale uitstap verwachten. Een eigen en zelf ingezongen song. Genoeg op stapel dus!

***Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Erik himself volgen? Whooop en dat kan HIER

Eva vraagt door: Tiny Fisscher van Romeo en Julia!

auteursfoto kleur 1

Toen ik Romeo en Julia, hertaald en geschreven door Tiny Fisscher ontdekte, ging mijn hart acuut sneller kloppen. Deze eeuwenoude en beroemde klassieker, uitgegeven in een prachtig jasje én verwoord in begrijpelijke taal, voelde alsof ik een lang verborgen schat ter hand mocht nemen. Tiny bezit namelijk het grote talent om oude klassiekers nieuw leven in te blazen zonder ook maar één moment de essentie van het oorspronkelijke verhaal uit het oog te verliezen. Op deze manier gaan deze oude verhalen nooit verloren en kunnen lezers zich ook in de huidige tijd verliezen in deze prachtige vertellingen. 

Meteen nadat ik Romeo en Julia had gelezen, verdiepte ik mij meer in de schrijfster ervan, en het bleek dat deze klassieker niet de enige is die zij op haar naam heeft staan. 

Hoe bijzonder dat zij deze gave bezit, dat zij dit werk met zoveel passie doet. Ik kon dan ook niet anders dan haar uitnodigen voor een vraaggesprek.

Hoe was het om in de wereld van Shakespeare te duiken?

Dat gebeurde in eerste instantie heel intuïtief. Ik had al een paar klassiekers hertaald en toen klopten Romeo en Julia op mijn schouder met de vraag om weer door nieuwe generaties gelezen te mogen worden. Want iedereen heeft weleens van Romeo en Julia gehoord, en iedereen weet dat het om een verboden liefde gaat met een fatale afloop, maar wie leest het originele toneelstuk nog, en wie kent het feitelijke verhaal nou écht? Ikzelf alleen via de film van Baz Luhrman, met Leonardo di Caprio in de hoofdrol, maar die film maakt wel nog gebruik van Shakespeares originele verzen. Toen het idee om er een roman van te maken eenmaal postvatte en ik me erin begon te verdiepen, ging er een wereld voor me open. Maar het was pas nadat Myrthe Spiteri, van Blossom Books, me met dit project binnenhaalde, dat de werkelijke impact van het toneelstuk tot me doordrong en ik me realiseerde wat een klus het zou worden. Want ik wilde het stuk dan wel in romanvorm gieten, maar gaandeweg kwam ik er pas achter hoeveel symboliek en verborgen betekenissen Shakespeare in dit stuk heeft gestopt, en hoeveel humor. Voor veel van de grappen en knipogen moest ik eigen varianten verzinnen, want letterlijk vertalen is niet mogelijk; niet alleen taal verandert, maar humor ook. Daarbij moest ik Engels idioom sowieso in goed Nederlands idioom zien om te zetten.

Kortom, het was geen eenvoudige klus, maar wel een bijzonder interessante. Ik had gelukkig veel steun aan een aantal heel goede websites waarin de stukken van Shakespeare ontleed worden, en waar ik de nodige achtergrondinformatie en uitleg vond. Toen ik het manuscript af had, heb ik het laten lezen door een paar Shakespearekenners, om te checken of ik alles wel goed had begrepen. Dat dit boek er is gekomen is trouwens best grappig, want ik heb een ontzettende hekel aan de ‘thou’s’ en de ‘thee’s, en de ‘hathest’ in die Middeleeuwse stukken. Dat ik er toch met enorm veel plezier aan heb gewerkt, komt omdat ik het tegelijkertijd een geweldige uitdaging vond om dan júíst van het verhaal en alle symboliek erin te gaan houden. Dat is meer dan gelukt.

Je bent heel dicht bij de essentie van het oorspronkelijke toneelstuk gebleven en helaas is het nog steeds griezelig actueel. Wat raakte jou het meest aan dit verhaal?

In eerste instantie de trieste uitzichtloosheid van deze schijnbaar onmogelijke liefde, maar toen ik er eenmaal dieper in dook, ook de kracht van Julia; dat ze weet wat ze wil en dat ze weigert zich te laten uithuwelijken. Van de kracht van twee jonge mensen die zich niet in een hoek laten drijven en die koppig hun eigen pad volgen, ook al moeten ze het met de dood bekopen. Dat het nog steeds griezelig actueel is, vind ik schrijnend. Daarom draag ik het boek ook op aan alle jonge mensen over de hele wereld die te maken hebben met ‘verboden’ liefde, in wat voor vorm dan ook.

Was je niet bang dat Shakespearekenners kritiek zouden uiten?

Uiteraard. Ik had met mijn andere hertalingen al gemerkt dat je als schrijver met de nek aangekeken of zelfs beschimpt kunt worden omdat je aan ‘hun’ auteur of lievelingsboek durft te komen. Ik heb dus ook Romeo & Julia bijna op de vierkante millimeter uitgespit en het lijkt me sterk als Shakespearekenners nog iets te piepen kunnen hebben. Althans, niet met betrekking tot de inhoud van het verhaal. Alles wat Shakespeare in het stuk heeft gestopt, zit ook in mijn boek. Of ze de stijl van mijn roman weten te waarderen, is natuurlijk een kwestie van smaak. Maar het mooie van mijn boek is wel dat je geen Shakespearekenner hoeft te zijn om ervan te kunnen genieten.

Je hebt al meer klassiekers vertaald. Welke vond je tot nu toe het mooiste om te doen?

Oei, dat is een vraag waar nauwelijks antwoord op te geven valt. Kees de jongen was de eerste klassieker waar ik me aan waagde omdat ik zo enorm veel van Kees houd, maar het boek niet veel meer gelezen wordt. Dat vond ik zo zonde en ik wilde Kees heel graag met nieuwe generaties delen. Daarna wandelde Rémi mijn hoofd binnen, de hoofdpersoon van Alleen op de wereld, mijn lievelingsboek toen ik een jaar of elf was. Wat een feest en een eer dat ik op zes hertaalde hoofdstukken met open armen bij Gottmer werd binnengehaald! Ik ben zo ongelofelijk trots op dat boek. Maar ik ben niet minder trots op Romeo & Julia, De kleine prins of Oliver Twist (uitgave medio 2020), die elk op hun eigen manier heel bijzonder voor me zijn. Welk boek ik dus het mooist vond om te doen: allemaal, en elk daarvan om een eigen, specifieke reden en om hun eigen, specifieke gevoelswaarde.

73201887_2610285909029084_6436753184550551552_o

Ik vind het echt heel mooi dat je dat doet. Oude schatten hertalen zodat ze niet verloren gaan. Hoe is jouw liefde voor het geschreven woord ontstaan?

Geen flauw idee, haha. Je hoort schrijvers soms zeggen dat ze levendige herinneringen hebben aan de magie van leren schrijven en lezen, maar die herinneringen heb ik niet. Ik heb als kind wel altijd heel graag gelezen én geschreven. Ik las alles wat los en vast zat, en schreef zelf ook schriften vol. Maar ik debuteerde pas op mijn veertigste. Ik heb wel altijd een grote liefde gehad voor taal in het algemeen. Als ik op de middelbare school een woord opzocht in het Engels, was ik ook meteen nieuwsgierig hoe je dat in het Duits of het Frans zei. Voor ik het wist was ik dan allemaal woorden aan het opzoeken en vergat dan welk huiswerk ik ook alweer aan het maken was. Ik heb ook een poosje Frans gestudeerd, maar op alle grammatica die daarbij kwam kijken, ben ik afgehaakt. Voor mij is het daarom wel extra bijzonder dat ik ook boeken uit het Frans heb hertaald. Het bloed kruipt kennelijk toch waar het niet gaan kan. 

Wellicht dat je daarom ook met zoveel passie dit werk doet. Nu zijn er bepaalde auteurs, bijvoorbeeld Tolkien, die een geheel eigen taal verzinnen. Deed jij dat ook? Of zijn het echt de bestaande talen waar je hart sneller van gaat kloppen?

Nee, ik heb nooit een eigen taal verzonnen. Ik ben ook geen liefhebber van fantasy. Hoewel ik In de ban van de ring wel ademloos heb gelezen, maar pas nadat ik de eerste film ervan zag.

Welk verhaal staat nog hoog op je verlanglijstje om te hertalen?

Hoog is een groot woord, want de boeken die ik heel graag wilde hervertellen, heb ik intussen kunnen afvinken, of zijn onlangs al door anderen gedaan en kan ik niet meer doen. Maar het was pas nadat ik Romeo & Julia had afgerond dat Oliver Twist in me opkwam, en nog voordat dat boek uit is, ben ik daar al zo ongelofelijk blij mee en trots op! Ik ben er dus van overtuigd dat er nog verhalen langs zullen komen waar ik in eerste instantie niet aan dacht. Ik heb trouwens wel al een paar titels in mijn hoofd hoor, maar die houd ik nog even onder de pet.

Het boekenpanel van DWDD verkoos Alleen op de wereld als een van hun vier favoriete boeken van die maand. Hoe voelde die erkenning voor jou?

Het voelde eerder als een triomf. Dat had mede te maken met een ervaring die ik een jaar eerder had met mijn hertaling van Kees de jongen, die door een columnist van dat programma werd afgeserveerd terwijl het overduidelijk was dat hij het niet had gelezen. Kennelijk was hij al op voorhand faliekant tegen een dergelijke hertaling. Dat een jaar later in datzelfde programma Alleen op de wereld omhoog werd gehouden, gaf me daardoor een extra kick. Ik vond het echt meesterlijk. Het heeft me ook qua verkoop geen windeieren gelegd; de tweede, derde en vierde druk konden achter elkaar in gang worden gezet. Het kleine kind in mij riep heel hard: ‘Lekker puh!’

Over reacties gesproken: wat is het mooiste compliment dat je tot nu toe hebt gekregen? 

Het mooiste compliment, goeie vraag. Naast de negatieve kritiek die je als schrijver voor je kiezen kunt krijgen, heb ik ook genoeg complimenten gehad; van kinderen, ouders, leerkrachten, recensenten, collega-schrijvers, noem maar op. Maar het indrukwekkendste compliment kwam denk ik toch van prof. dr. Ton Hoenselaars, Shakespearedeskundige en hoogleraar Engelse taal- en letterkunde aan de universiteit van Utrecht. Hij schreef me: “De sappige taal van Romeo & Julia vertalen – ook naar een ander idioom – is verschrikkelijk moeilijk. Maar daar ben je heel goed in geslaagd.” Dat compliment kon ik in mijn spreekwoordelijke zak steken, en dat laat ik daar lekker zitten.

Wat hoop jij in de toekomst nog te bereiken?

Een villa met zwembad. Nee, hoor, grapje.

Als antwoord op deze vraag geef ik eerst een citaat uit Winnie de Poeh, van A. A. Milne:

‘Wat doe jij het allerliefst op de hele wereld, Poeh?’ ‘Het allerliefste,’ zei Poeh en toen moest hij eerst eens even nadenken. Want al was Honing Eten iets vreselijks prettigs, er was toch één ogenblikje, vlak voor je begon, dat nog veel prettiger was, maar hij wist niet hoe dat heette.

Wat zoveel betekent als: heb je je doel eenmaal bereikt, dan blijkt vaak dat de weg ernaartoe, of het verheugen erop, in wezen nog fijner was. Want als je een doel bereikt hebt of als een verlangen is vervuld, ontstaat meestal al vrij snel een nieuw verlangen, en opnieuw, en opnieuw. Verlangens zijn onze motor, zonder verlangens zouden we op onze krent blijven zitten en niets willen of doen.

Zo verheug ik me altijd ongelofelijk op een nieuw boek, maar als ik het dan uiteindelijk in mijn handen heb, hoe blij en trots ik ook ben, voel ik toch dat het verheugen misschien nóg fijner was, en verlang ik alweer naar het volgende boek. Maar eerlijk is eerlijk, ik kijk wel uit naar financiële onafhankelijkheid, dus dat ik naast schrijven en de betaalde werkzaamheden die daaruit voortvloeien, geen andere banen meer hoef te doen. Meer betaalde school- en bibliotheekbezoeken zijn dus zeer welkom, en tegen nationale of internationale bestsellers zeg ik ook geen nee. Een flinke prijs in bijvoorbeeld de Staatsloterij mag ook. Dus kom maar op met die munten, eh, biljetten. Het liefst niet in de verre toekomst, maar in de nabije.

*** Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Tiny herself volgen? Te leuk! Dat kan HIER

Eva vraagt door: Mariska Overman van de nieuwe Het geheim van Grace!

27336678_1622004831212759_89646119615511391_n.jpg


Mariska Overman is bekend van haar beklemmende thrillers met Isabel Dieudonné in de hoofdrol. In 2017 debuteerde zij met Hoofdzaak, gevolgd door Voltooid (2018) en Verdoemd (2019). In deze reeks is de dood een terugkerend thema. Onder andere postmortale zorg, zelfmoord en euthanasie spelen een grote rol. Dat is niet verwonderlijk, Mariska is eigenaar van het bureau MORBidee dat de dood bespreekbaar maakt. Ook schrijft zij columns over dit onderwerp.

Sinds kort heeft Mariska echter een heel ander boek op de markt gebracht, namelijk Het geheim van Grace. Een verhaal dat meteen pakt, maar vooral een feelgoodmysterie is. Wat het extra bijzonder maakt, is dat het verhaal als Kobo Original op de markt is verschenen. Ze neemt de lezer mee naar het prachtige Ierland, de ideale setting om de lezer op het puntje van de stoel te brengen. Vol ongeduld stond ik dan ook te trappelen om Mariska enkele vragen te stellen over het hoe en waarom.

Gefeliciteerd met je Kobo Original! Om meteen met de deur in huis te vallen: hoe is het zo gekomen dat jij Het geheim van Grace in deze vorm uit mocht geven?

Vorig jaar heb ik een kort verhaal geschreven voor tijdschrift Flair. Dat verhaal ging over Maud in Ierland en het witte huis dat ze van haar tante erfde. Mijn uitgever, Ilse, vond het verhaal zo leuk dat ze vroeg of ik er niet een heel boek over kon schrijven. En ze dacht dat het een mooi idee was om te kijken of we het als Kobo Original in de markt konden zetten (en later alsnog als paperback). Dat leek mij super, omdat ik op die manier hopelijk ook weer nieuw publiek bereik. Gelukkig was Kobo ook enthousiast. En zo ontstond Het geheim van Grace… 🙂

Het verhaal is heel anders dan de thrillers die je geschreven hebt. Folklore, mythen en feelgood zijn enkele aspecten van Het geheim van Grace. Wat heeft je doen besluiten om deze weg in te slaan?

Na Verdoemd, waar zelfdoding het thema is, had ik behoefte aan een ‘luchtiger’ verhaal. Ik had al langer de wens om iets te schrijven dat meer richting feelgood gaat, maar wel met wat mysterie, en geschiedenis. Toen ik een kort verhaal voor de Flair mocht schrijven leek me dat een mooi moment om een verhaal als dit te schrijven. En dat beviel zo goed, zowel voor mezelf als voor de uitgever, dat het dus een heel boek is geworden. Met het boek dat ik nu schrijf zet ik de combinatie mysterie, tikkeltje feelgood, en geschiedenis, verder.

Je bent zelf ook naar Ierland afgereisd. Heb jij dat nodig om je verhaal te schrijven?

Ik denk dat als je het echt goed wilt doen, dat de locaties waarover je schrijft bezoeken, nodig is. Helaas is dat niet altijd mogelijk, maar ik probeer het zoveel mogelijk te doen. Via boeken en internet is gelukkig veel informatie te vinden, maar daarmee mis je altijd de beleving. Je mist de mensen, de geuren, de kleuren, details op straat of in woningen. En ter plekke ontstaan altijd weer ideeën die het boek beter maken.

In Het geheim van Grace komt ook het nodige bijgeloof van de bewoners van Ierland naar voren. Heb jij, toen je daar was, daar ook over gesproken met de mensen die daar wonen?

Ik heb vooral veel gelezen daarover. Ierland heeft een rijke historie aan spookverhalen, waar ik me in verdiept heb. En als je er zelf loopt, over de kliffen terwijl het mistig is, dan is het niet moeilijk om het ook te geloven…

Het geheim van Grace

Heb je zelf ook iets meegemaakt op dat gebied?

In Ierland niet, maar ik heb meerdere malen in mijn leven dingen meegemaakt die niet verklaarbaar waren. Dat betekent niet dat er niet toch een logische verklaring voor is, maar het zijn soms ook prettige voorvallen die ik graag aanneem voor waar. Sommige hebben te maken met mijn overleden broertje, en de gedachte dat iets een teken van hem was, is prettiger dan het afdoen als verbeelding of iets dergelijks. Niet alles valt te begrijpen, en dat is prima volgens mij.

In je boeken komt het thema overlijden vaak aan bod. Naast schrijven ben je een groot onderdeel van MORBidee, een bureau dat de dood bespreekbaar maakt. Hoe zijn jij en je partner Rob Bruntink op dit idee gekomen?

Ik werkte als projectleider opleidingen bij een uitvaartonderneming, en Rob als journalist gespecialiseerd in palliatieve zorg. Vanuit dat werk (en persoonlijke ervaringen) merkten we beiden hoe lastig het onderwerp dood is. Samen kwamen we op het idee om op creatieve manieren te proberen het praten over de dood voor mensen eenvoudiger te maken. In ons werk konden we dat niet kwijt, dus zo ontstond Bureau MORBidee (MO zijn mijn initialen, RB zijn Robs initialen, plus de toevoeging ‘idee’…. Met een knipoog naar het woord morbide… 😉 ).

Op welke manier merk jij dat er behoefte is om de dood voor mensen eenvoudiger te maken?

In de zorg ligt de focus op genezing en behandeling. Terwijl er elk jaar ongeveer 80.000 mensen doodgaan aan o.a. kanker en orgaanfalen. In zorgopleidingen is niet of nauwelijks ruimte voor praten over het levenseinde, waardoor die 80.000 mensen niet altijd de goede zorg krijgen die bij doodgaan hoort, en niet een afscheid waar naasten mee verder kunnen. In ons werk en in contacten met zorgpersoneel merken we dat iedere keer opnieuw. En in het dagelijks leven eveneens. Als het woord dood valt wuiven mensen het veelal weg: dat is een naar onderwerp, daar kun je het beter niet over hebben. Terwijl wel met elkaar praten mensen verbindt, en zorgt voor een beter afscheid van elkaar als de tijd gekomen is.

Je schrijft nu, qua boeken, fictie. Ben je van plan om ooit een non-fictie over dit onderwerp te schrijven?

We hebben vorig jaar een boekje (56 pagina’s) uitgebracht voor professionals: Levenseindegesprekken. Met daarin allerlei praktische tips om de dood in het werk bespreekbaar te maken. En er zijn plannen voor een soortgelijk boek, maar dan voor het grote publiek, niet de professional.

Ik kom even terug op het boek dat je nu aan het schrijven bent. Het bevat, zei je, de combinatie mysterie, tikkeltje feelgood, en geschiedenis. Kan je hier meer over vertellen?

Uiteraard! Het is een historisch mysterie, dat gaat over de raadselachtige verdwijning van de schedel van de Duitse dichter/filosoof Friedrich Schiller (gestorven 1805). Het is gebaseerd op historische feiten: in 2008 wees DNA-onderzoek uit dat de schedel van Schiller die in de sarcofaag in Weimar ligt (naast Goethe), niet van hem is. Waar de echte schedel is, weet niemand. Ik heb het boek opgedeeld in twee tijdlijnen: 2008 en 1805 (met terugblikken naar 1788 en 1789). In de lijn van 2008 gaat hoofdpersoon Johnny, journaliste, op zoek naar de schedel van Schiller. Dit doet ze samen met een jonge Duitse journalist, Noud. In de lijn rond 1805 gaat het over de driehoeksverhouding tussen Schiller en twee zussen, Charlotte en Caroline, waarvan er een zijn vrouw wordt. Het is een combinatie van een mysterie en een historische roman, waarbij beide tijdlijnen uiteraard met elkaar te maken hebben. En het is bovenal een verhaal over liefde. Ik werk er nu twee jaar aan, en heb ontzettend veel research gedaan, zowel in literatuur als ter plekke (Weimar en Rudolstadt in Duitsland). Inmiddels denk ik dat ik een expert ben als het over het leven van Schiller gaat… ;-).

Wat interessant! Wat trekt jou zo aan als het gaat om mysteries uit het verleden?

Ik ben gek op geschiedenis, vroeger wilde ik een tijdje lerares geschiedenis worden. En als kind las ik veel sagen en legenden, heerlijk vond ik dat. Over weerwolven, zeemeerminnen, witte wieven, spoken en andere spannende mythes. In het verleden barst het van de mysteries, en daar met een hedendaagse bril naar kijken levert mooie verhalen op. Juist het mysterie geeft ruimte om als schrijver een verhaal om heen te bouwen. Want tenslotte weet niemand hoe het écht zit. De zelfbedachte theorie die achter het verdwijnen van de schedel van Schiller zit, zoals ik die in mijn Schillerboek beschrijf, zou dus zomaar echt gebeurd kunnen zijn…

Ik krijg nu al zin om het te lezen! Over weerwolven, zeemeerminnen en andere mythische wezens gesproken: denk je dat je daar ooit nog een boek over gaat schrijven?

Dat lijkt me wel erg leuk! Wat weerwolven betreft, heb ik wel een ideetje… Maar wanneer ik daar tijd voor heb? In ieder geval komt er in de winterbundel die in november uitkomt van de Crime Compagnie een kortverhaal van mij met iets over Witte Wieven…

Laatste vraag: wie bewonder jij op schrijfgebied?

Wie bewonder ik… Ik heb de hele negentiende eeuwse Russische bibliotheek gelezen, ik bewonder bijna alle auteurs van die tijd, met name Dostojewski. Maar ik bewonder ook iemand als Liane Moriarty, die naar mijn mening erg ingenieuze boeken kan schrijven. En David Mitchell, misschien bewonder ik hem wel het meest, wat een schrijver! Niet alleen qua plot, maar ook stilistisch.

 

*** Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Mariska Overman zelf volgen? Duhhh en dat kan hierrrrr 😀

Auteurspagina Mariska Overman

Eva vraagt door: Lara Reims van Upgrade en Black-Out!

72842469_2432857390103086_5268074424187224064_n

Lara Reims heeft veel lezers mee op reis genomen naar een geheel eigen universum: het Creodroom. In haar boeken, Upgrade en Black-Out, maken we kennis met Rémi, een introverte jongen, zijn ouders kijken niet naar hem om en hij wordt gepest op school.  Als op een dag voor zijn ogen zijn huis ontploft en afbrandt, terwijl zijn ouders en zus thuis zijn, komt hij op een plek terecht waar de wetenschap zijn tijd ver vooruit is. Uiteraard is niet alles wat het lijkt en Rémi gaat samen met zijn vrienden op een spannend avontuur.

Een veelgehoorde kreet over haar boeken is dan ook: ‘Harry Potter meets sciencefiction!’ Daar zou je de boeken zeker mee kunnen vergelijken.
Ik was dan ook benieuwd naar de beweegredenen achter deze trilogie en naar de auteur die deze wereld geschapen heeft.

74687819_2588351437889198_4481094651574484992_o

Het Creodroom, wat een bijzondere plek! Hoe is dit voor jou ontstaan?

Twee dingen.

Het Creodroom weerspiegelt mijn verlangen om te zien hoe de wereld er morgen uitziet. Of overmorgen. Ik ben heel erg nieuwsgierig naar de nabije toekomst. Er verandert zoveel op dit moment, en de keuzes die we daarin maken zijn belangrijk. Daarom speel ik graag met thema’s die steeds actueler worden, om in een veilige omgeving uit te kunnen zoeken wat voor en wat nadelen zijn van bijvoorbeeld allerlei technologie. Vaak zijn verhalen over de toekomst angstaanjagend. Met het Creodroom heb ik een plek willen maken waar plaats is voor de leuke en de gevaarlijke kanten van veel ontwikkelingen.

En daarnaast vind je in het Creodroom mijn jeugdliefde, die maar niet overgaat, voor andere werelden waar je als lezer een tijdje kunt blijven, zonder dat je daarvoor op reis hoeft. Ik heb altijd gehouden van boekenwerelden waar ik in kon verdwijnen, vrienden kon maken. Een wereld die, ondanks alle gevaren en duistere kanten, als een thuis voelt. En die ik kan zien, ruiken en proeven. En ik wilde Rémi, en jongeren die zich soms voelen zoals hij, een plek geven om zich te ontwikkelen.

Wat is de mooiste ‘reis’ die je tot nu toe gemaakt hebt?

Ik kan niet kiezen. Mijn mooiste boekenreizen waren die naar het Wilde Woud met Tonke Dragt, naar de Tovernaarswereld van Rowling, en naar het Oxford van Philippe Pullman. Maar de allereerste boekenreis die me bijblijft omdat het een van de eerste boeken was die ik zelf las, was die met Ronja naar het bos vol rovers en vogelheksen. 

En wat reizen in het echt betreft: reizen die ik van kinds af aan naar Parijs maakte. De Eiffeltoren heeft voor mij altijd een magische aantrekking gehad. Grappig, die werd gebouwd in een tijd vol nieuwe ontdekkingen. Later ging ik in Parijs wonen.

Je hebt duidelijk een fascinatie voor ontdekkingen. Je gaf net ook aan dat schrijven voor jou een veilige manier is voor het afwegen van de voor- en nadelen. Ben je weleens bang voor de ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied?

Ik zou je nu heel graag het motto uit mijn derde deel willen sturen, maar daar moet je nog heel even op wachten 😉. Ik ben niet zozeer bang voor de ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied, maar wel voor sommige gevolgen voor mensen. Het probleem bij dit onderwerp vind ik dat het lastig is een compleet beeld te schetsen van alles wat bepaalde wetenschap mogelijk maakt, omdat je veel domweg nog niet weet. Als je mensen twintig jaar geleden had verteld dat ze nu vergroeid zouden zijn met een telefoon en met internet, dan zouden ze je voor gek hebben verklaard. Nu kan niemand zich meer een leven zonder voorstellen. Het vergroot je horizon, maar het zorgt er soms ook voor dat je wat er voor je neus gebeurt niet meer ziet. Hetzelfde geldt voor virtuele realiteiten, waar mensen kunnen zijn wie ze willen zijn, maar waar je jezelf ook in kunt verliezen. De gevolgen zijn, als er bijvoorbeeld nieuwe technieken zijn, moeilijk te overzien. Daarom probeer ik te bedenken hoe bepaalde dingen uitpakken voor jongeren als Rémi, Emma en Jérôme. Maar het eerste gevoel dat ik krijg als ik hoor over een kwantumcomputer die steeds meer kan, is toch altijd opwinding en opgetogenheid.

Nou, vooruit, ik zal niet plagen en alsnog proberen het motto uit je te trekken (al ben ik nu wel enorm nieuwsgierig! ;-)). 

Volgende vraag dus. Zowel de opwinding als de andere kant die ermee gepaard kan gaan, zie je duidelijk terug in je boeken. Zou je zelf terug naar je jeugd willen gaan om ook lessen te volgen in het Creodroom?

😉 Komt heel snel!

Ja, absoluut! Ik ben al heel lang gefrustreerd over het feit dat ik te dom ben voor theoretische natuurkunde en andere technische vakken. Ik zou heel graag een paar lessen willen volgen. Natuurkunde, Robotica, maar ook het zoeken van verklaringen voor het feit dat je dingen soms weet voor ze gezegd zijn, kom maar op!

Grappig, want als je jouw boeken leest, krijg ik juist het idee dat je een enorm brede kennis hebt op dit gebied. Komt er veel fantasie bij kijken of heb je research gedaan?

Geen fantasie, research. Ik heb heel veel gelezen en bekeken, ontzettend inspirerend en boeiend om te doen. Ik wilde iets maken wat in theorie kan. Of het echt gaat gebeuren blijft natuurlijk speculatie. Ik heb een hele goede proeflezer die natuurkundige is. Dat is heel fijn!

Je boek wordt vaak vergeleken met Harry Potter. Wat vind jij daar zelf van?

Natuurlijk word ik daar gelukkig van. Al kan ik van Rowling en andere auteurs nog heel erg veel leren 😉 ik begin net. Het allergelukkigst word ik als ik van iemand hoor dat hij of zij geraakt is door de personages. Als die zijn gaan leven, vind ik dat geweldig.

En dat doen ze! Was het voor jou makkelijk om in hun huid te kruipen?

Ja, en heerlijk vooral. Het maken, meevoelen, een paar levens tegelijk meemaken… Het moment waarop ze op papier zelf gaan praten, dat vond ik magisch.

Is één van hen ook stiekem je favoriete personage?

Ik houd veel van Remi, ik laat hem een hoop doormaken. Hij voelt erg dichtbij. Van Emma ook. En Ezra heeft een bijzonder plekje in mijn hart. En en en … moeilijk om te kiezen!

Wat is jouw grootste ambitie op schrijfgebied?

Ik moet je eerlijk zeggen dat het afgelopen jaar voelt als een droom die uitkomt. Vorig jaar rond deze tijd had ik alleen een manuscript voor deel 1 en een opzet voor de rest van het verhaal en in maart 2020 is de hele trilogie er, dankzij een ongelooflijk betrokken en voortvarende uitgever. Dus over ambities heb ik nog niet veel nagedacht. We hadden het eerder over het ontsnappen naar andere werelden: als ik verhalen mag blijven maken die mensen de mogelijkheid geven even op een andere plek te zijn en daar personages te leren kennen en dingen te ontdekken, vind ik dat geweldig. Het schrijven van dit verhaal is echt het allerleukste dat ik ooit heb gedaan.

Heb je al een idee voor een volgend boek of ben je nog bezig met afscheid nemen?

Ik moet bezig zijn met een volgend boek voor ik afscheid kan nemen, dus ja, zeker. Er zijn heel veel plannen, daar kijk ik naar uit. Maar dat afscheid nemen… ik heb het laatste hoofdstuk een tijd voor me uitgeschoven. Maar nu staat het er dan toch. Gelukkig kan ik dankzij de lezers nog een tijdje in die wereld blijven.

Kan je al een beetje vertellen waar je mee bezig bent? Of is dat nog geheim?

Ik kan vertellen dat ik in elk geval voor jeugd ga schrijven en dat ik nog niet klaar ben met de thema’s in Remi’s verhaal. Daarnaast ben ik met iets anders bezig , maar dat moet nog even in mijn hoofd blijven 😉.

Klinkt veelbelovend! Wat maakt het schrijven voor jeugd zo bijzonder leuk voor jou?

De boeken die ik toe las, hebben van mij een lezer gemaakt. En lezen heeft me zoveel gebracht, dat ik die liefde graag door wil geven. Zeker nu jongeren moeten kiezen tussen veel meer vormen van vermaak dan in mijn tijd, vind ik het een uitdaging om juist deze groep een boek in te trekken. Daarbij houd ik heel erg van het soort verhalen dat je voor jeugd kunt schrijven.

Over vormen van vermaak gesproken: ik opperde dat er een game kan komen van de trilogie. Een film zou ook leuk zijn. Of heb je het liefst dat het gewoon bij het boek blijft en is het zo goed voor jou?

Lijkt me top! Ik doe mee! Ik houd zelf ook van games ;). Het boek is een prachtig cadeau, maar dromen is altijd fijn.

 

*** Interview by Eva Krap.

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Lara herself volgen? En dat kan hierrrrr:

Auteurspagina Lara Reims

Samen praten met: Antoinette Kalkman!

72405577_3039403656086377_8900410819980820480_n

Alweer even geleden lazen wij voor een triple-recensie het meer dan mooie Bonuszoon van Antoinette Kalkman.En echt we hebben er zo van genoten met zijn drieën. Recensie gemist? Klik dan even het linkje en lees alsnog met ons mee:

Triple-recensie: Karin, Corina & Riejanne: Bonuszoon – Antoinette Kalkman ****

En je snapt het al dan willen we natuurlijk graag meer weten over de auteur en over allemaal andere dingen😁  Dus lees gezellig met ons mee!

Het interview:

1: Bonuszoon is je debuut thriller, ondanks dat je al heel lang schrijft. Wat gaf de doorslag om Bonuszoon te schrijven?

Het verhaal Bonuszoon is ontstaan zo’n zes/zeven jaar geleden toen Marten en ik ons huidige huis kochten. Marten is inmiddels mijn man, maar kende ik destijds pas vier maanden. We liepen in het natuurgebied Plantage Willem III en zagen ineens dit huis. Het lag schitterend maar er was heel veel aan mis. Eigenlijk was het een verwaarloosde bouwval. Al schurend, schilderend en klussend is toen het verhaal in me op gekomen. Zeker toen ik hoorde dat de vorige bewoners naast ons huis een grafkelder hebben gehad en we de eerste jaren elke nacht tussen 04.00 en 05.00 uur vreemde geluiden hoorden op zolder. We weten nog steeds niet waar die geluiden vandaan komen, maar we zeggen tegenwoordig dat dit van ons huisspook komt. We noemen haar Johanna. Overigens komen de grafkelder en Johanna niet meer voor in Bonuszoon, maar ze hebben wel als inspiratie gediend voor de eerste versie van het verhaal.

2: Je vertelt het verhaal vanuit twee personages en twee tijden, was dit een vooraf bedacht plan of kwam dit al schrijvend?

Die opzet is vrij snel ontstaan. Ik heb eerst nog gedacht om een derde stem te laten horen, maar daar heb ik uiteindelijk toch niet voor gekozen omdat ik vond dat dit het krachtenspel tussen de hoofdpersonen Lauren en Ellen zou vertroebelen. Ik heb bewust gekozen voor een personage vertellend vanuit de Ik-persoon en een personage vanuit de derde persoon. Het personage van waaruit ik het verhaal vertel vanuit de derde persoon is een wat afstandelijker type. Ik vond de derde persoon-verteltrant daarbij goed werken.

3: In hoeverre identificeer jij je met je personages uit het boek?

Gelukkig is het geen autobiografisch boek, want het zal je maar gebeuren. Ik zou niet in de schoenen willen staan van Lauren, maar ook niet in die van Ellen. Ondanks dat het geen autobiografie is, heb ik wel elementen vanuit mijn leven in het boek verwerkt. Het levensmotto van hoofdpersoon Lauren is mijn levensmotto. Ik heb dat gesymboliseerd met een zin in het boek: ‘Zelfs het diepste zwart gaat glanzen als je het oppoetst.’ Ik geloof dat hoe erg de situatie ook is, er altijd ergens nog iets positiefs te vinden is. Ik ben geïnteresseerd in de beweegredenen van mensen. Waarom doet iemand zoals hij/zij doet? Hoe komt het dat de één zijn neus stoot, misschien zelfs struikelt, maar toch altijd weer opstaat en doorgaat terwijl de ander verbitterd raakt. Dat intrigeert me. De verschillende levensopvattingen van mensen zullen altijd wel een zekere rol spelen in mijn verhalen.

4: Wat kunnen we in je eigen boekenkast vinden?

Haha, heb je even? Ik lees alles wat los en vast zit. In mijn boekenkast staan nog tientallen ongelezen boeken en ik kan niet wachten totdat ik ze kan lezen. Van autobiografie tot historisch boek, van roman, kort verhaal tot thriller. Binnen- en buitenlandse schrijvers. Ik lees graag recensies en laat me daardoor vaak inspireren. Voor je het weet sta ik dan weer in een boekhandel om het boek aan te schaffen en meestal blijft het er niet bij eentje.

69809401_2418775488241378_7257483304096497664_o

5: Heb je een speciale schrijfplek en schrijf je dan in complete stilte of juist heerlijk met een muziekje?

Ik heb de luxe dat ik een enorm handige man heb die speciaal voor mij een schrijfhuis heeft gebouwd in de tuin. Ik kijk uit op de Plantage Willem III (waar Bonuszoon zich afspeelt) en zie dagelijks de natuur veranderen en de wilde dieren ronddartelen vlak voor mijn neus. Deze zomer was er zelfs een vossennest op 50 meter afstand van mijn schrijfhuis. Je begrijpt dat er dan van schrijven ineens niet zo veel komt.

6: Ben je al bezig met een volgend boek? Zo ja kan je ons daar al iets over verklappen?

Ik ben inderdaad zeer recent met een nieuw verhaal begonnen. Het plot heb ik uitgeschreven en ik ben nu bezig met karakterbeschrijvingen van de personages. Dat doe ik eerst voordat ik echt aan het verhaal begin. Ik wil eerst de personages echt voor me zien, eigenlijk één met hen worden zodat ik echt kan voelen hoe zij denken en inspringen op situaties. De werktitel is PUUR UIT LIEFDE. Ondanks dat de titel misschien iets anders suggereert, wordt het opnieuw een psychologische thriller. En waar het over gaat….? Dat verklap ik nog niet. Maar het brengt me wel op een idee: Misschien kunnen de lezers van Samenlezenisleuker alvast speculeren over het verhaal. Waar denken ze dat het over gaat? Degene die er het dichtst bij zit, krijgt het eerste exemplaar uitgereikt. Hoe vinden jullie dat?

(Hoe wij dat vinden? Whoooooo ontzettend gaaf! Ontzettend bedankt en hiermee komen we met een specifiek item later heel graag terug! 📚🥂🥂📚)

7: De recensies voor Bonuszoon zijn overwegend positief. Hoe spannend waren de eerste recensies? Of blijft het bij elke recensie billen knijpen?

Spannend? Spannend? Het was doodeng! Ik had heus positieve reacties van de Schrijfjuffers gekregen en ook de redacteur en mijn uitgever waren enthousiast, maar ja….wat zou het lezerspubliek ervan vinden. De recensenten, de bloggers. Brrrr, Bonuszoon kreeg gelijk een blogtour en de nacht voordat de eerste recensie zou komen heb ik nauwelijks geslapen. Eigenlijk die hele blogtour niet. Ik heb meerdere dansjes gedaan toen de recensies elkaar opvolgden. En nog. Ik vind het heel bijzonder dat de boekbloggers en recensenten zo veel aandacht besteden aan een recensie. Ik vind het knap dat iedere recensent steeds weer iets anders van het boek in de spotlights zet. De bewoordingen en het oordeel is ook altijd goed onderbouwd. Dat vind ik knap en daar heb ik respect voor. Eigenlijk heb ik geen negatieve recensie gehad. Dat had ik in mijn stoutste dromen niet durven dromen. Ik ben er enorm blij en heel erg dankbaar voor.

8: We proosten graag met je op het succes van Bonuszoon. Met welk drankje gaan we dit doen?

Wat lief! Proosten is fijn. Dat hoort helemaal bij mijn levensinstelling dat je het leven moet vieren. Ik drink liters Earl Grey thee per dag, maar proosten op het succes van Bonuszoon vind ik zo bijzonder, dat doe ik dan toch het liefst met een Mojito. En zeker in zulk leuk gezelschap als met de leading ladies van Samenlezenisleuker. Ik zeg: Proost! Vier het leven!

Wij bedanken Antoinette voor haar tijd en antwoorden enn Cheers!! 🥂

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Antoinette volgen? En dat kan hierrrr:

Facebookpagina Antoinette schrijft

Eva vraagt door: Nina Verheij van de thriller Fatale keuzes!

standaard-boekhandel-leuven-

Nina Verheij debuteerde dit najaar met Fatale keuzes. Dat was op zichzelf absoluut geen fatale keuze, want de lovende kritieken druppelen binnen. Zo houdt zij lezers uit hun slaap, verslinden ze haar boek en ze willen meer, veel meer.  Gelukkig is Nina een schrijver in hart en nieren. Haar liefde voor het geschreven woord is ongekend en ontstond al op vroege leeftijd. Wist je bijvoorbeeld dat haar eerste verhaal, dat zij schreef als kind, ging over katjes die uit een cake geboren werden?Het verhaal lag uiteindelijk in de bibliotheek van haar basisschool. Naast schrijven is Nina de trotse eigenaar van BackWords, een platform waar zij online schrijfcursussen aanbiedt.  Kortom, Nina is een bijzondere vrouw met een enorme passie voor verhalen en daarom besloot ik om een aantal vragen op haar af te vuren.

hoofdagent-paul-auteur-nina-verheij-2

In Fatale keuzes gaat Emily, als student criminologie, stage lopen bij de politie. Wat fascineert jou zo aan het politie/recherchewerk?

Wat een leuke eerste vraag waar ik meteen even goed over na moet denken. Ik denk dat recherchewerk mij vooral fascineert omdat deze mensen grotendeels blanco aankomen bij zo’n plaats delict. Met de aanwijzingen die ze vinden, de getuigenverklaringen die ze krijgen, de camerabeelden die er wellicht van de omgeving zijn, moeten ze aan de slag om de waarheid te achterhalen. Ze gaan aan de slag om een puzzel op te lossen waarvan ze misschien nog geen idee hebben hoe hij eruit zal gaan zien. Ze moeten oppassen dat ze zich niet laten leiden door vooroordelen, dat ze mogelijkheden niet te vroeg uitsluiten. Het is zulk verantwoordelijk werk. En bij een moord zoals in mijn boek zal er waarschijnlijk een enorme druk op hen liggen om zo snel mogelijk de dader te vinden. Ik heb daar wel respect voor dat ze die taak op zich durven te nemen.

Als schrijver neem jij die taak als het ware (fictief) ook op je. Was het moeilijk om alle puzzelstukjes kloppend te krijgen of had je van tevoren al bedacht hoe het zou moeten lopen?

In eerste instantie had ik helemaal geen thriller voor ogen. Ik zette gewoon wat scènes op papier omdat ik het leuk vond om te schrijven. En als een soort uitlaatklep. Pas toen ik had bedacht dat er een dode zou vallen, ben ik echt bewust gaan nadenken over het verloop van de verschillende verhaallijnen. Dat was het moment dat ik meters begon te maken met schrijven. De eerste vraag was natuurlijk: wie gaat er dood? En daarna: wie heeft het gedaan en waarom?

Helaas ben ik veel te braaf en was ik nog nooit op een politiebureau geweest. Daardoor had ik in eerste instantie wat dingen bedacht die in het echt helemaal niet zo werken. Gelukkig kwam ik in contact met Hoofdagent Paul, waardoor ik onder andere ontdekte dat de politiedossiers in Leiden na een paar jaar naar een andere locatie worden overgebracht. Vanwege die informatie heb ik nog snel een nieuw personage verzonnen dat al wat ouder was en daardoor afwist van een zaak waarvan het dossier allang was verhuisd.

Inmiddels vind ik het plotten van mijn verhalen trouwens het leukste onderdeel van het schrijfproces. Verhaallijnen uitwerken, plottwisten bedenken, plotholes opvullen – allemaal fantastisch!

Je zegt dat je helaas te braaf bent. Dan moet schrijven toch heerlijk zijn! Hoe voelt het om je zo uit te leven?

Zeker! Heerlijk is inderdaad het perfecte woord. Ik vind het superleuk om hele levens te verzinnen voor mensen die helemaal niet bestaan. Het liefst natuurlijk wel op zo’n manier dat de personages menselijk en geloofwaardig overkomen.

Met Fatale keuzes is dat heel goed gelukt! De personages voelen levensecht aan. Voelden ze voor jou tijdens het schrijven ook echt aan?

Dank je wel voor het compliment! Dat is echt fijn om te horen. Ik hou ervan om ook foto’s bij mijn personages te zoeken om hen nog beter voor me te zien. Dat helpt voor mij echt. En ik werk hun hele karakter uit met sterke en zwakke punten, verlangens, hobby’s e.d., dus wat dat betreft voelden ze wel bijna levensecht aan, ja.

Ik wil mijn personages nu ook nog niet loslaten, omdat ik weet dat ik hen weer geloofwaardig op papier moet kunnen zetten tijdens het schrijven van deel 2 en 3. (Als alles goed gaat. ;)). Maar dat vind ik helemaal niet erg, ik ben gelukkig van ze gaan houden.

Dat was inderdaad een vraag die ik nog had willen stellen: of je verder zou gaan. Daar maak je mij, en ongetwijfeld een heleboel andere lezers, heel blij mee! Maar even terug naar je debuut: hoe was het om hem eindelijk in handen te hebben?

Heel onwerkelijk! Zelfs als die paperback naast me op de bank ligt en ik zie mijn naam op de voorkant staan, geloof ik het nog bijna niet. Een jaar geleden had ik echt niet kunnen voorspellen dat ik hem nu in mijn handen zou kunnen houden. Maar het is een prachtige rollercoaster om mee te mogen maken.

Je houdt ook een foto-actie. Kan je daar meer over vertellen?

Begin dit jaar ben ik voor mezelf begonnen, wat voor mij als introvert al net zo’n spannende reis is als het uitbrengen van een boek. Omdat ik dankbaar ben dat zoveel mensen zowel Fatale keuzes als mijn community BackWords omarmen terwijl ze mij helemaal niet kennen, vind ik het leuk om af en toe iets terug te doen. Daarom kunnen schrijfliefhebbers nu mijn online schrijfcursus winnen door een originele foto van Fatale keuzes te delen. Het geeft echt voldoening om te zien dat cursisten weer helemaal geïnspireerd aan de slag gaan met hun verhalen.

 

72554476_2582504625140546_2829036378816249856_o.jpg

Waar komt jouw enorme liefde voor taal vandaan?

Weet je dat ik het heel lastig vind om daar antwoord op te geven. Het is voor mij zo vanzelfsprekend dat ik zolang als ik me kan herinneren van mooie zinnen, songteksten en spreuken houd dat ik niet eens zou weten waar het vandaan komt. Misschien is het zo natuurlijk ontstaan omdat mijn moeder voor haar pensioen in de bibliotheek werkte en we dus altijd stapels boeken in huis hadden. Hoewel ik vergeleken met mijn moeder en zus altijd erg weinig las. Maar ik denk dat het van kleins af aan voorgelezen worden zeker heeft geholpen.

Wat was als kind jouw favoriete boek?

Ik heb het idee dat boeken die ik als kind las of voorgelezen kreeg veel meer indruk op me maakten en veel beter zijn blijven hangen dan boeken die ik als volwassene lees. Misschien omdat je als kind boeken vaker herleest. Ronja de Roversdochter van Astrid Lindgren, en Minoes en Otje van Annie M.G. Schmidt behoorden toch wel tot mijn absolute favorieten.

Dat denk ik persoonlijk ook. Heb jij de ambitie om ooit in een ander genre te schrijven? Bijvoorbeeld kinderboeken?

Als lezer vind ik echt allerlei genres interessant, dus ik sluit niet uit dat ik als auteur ook ooit iets anders zal willen proberen. Op de middelbare school schreef ik bijvoorbeeld samen met een vriendin een verhaal over twee tweelingzussen die in de Middeleeuwen uit een weeshuis ontsnappen. De tijd dat ridders en Robin Hood-figuren met zwaarden liepen te zwaaien, fascineert me wel, net als mythologie en fantasy. Ik keek vroeger graag naar Xena: Warrior Princess, ha ha. Buffy the Vampire Slayer is overigens nog steeds een van mijn favoriete tv-series aller tijden vanwege de geweldige dialogen en de romantische drama’s.

Romantische drama’s liggen je duidelijk ;-). Ook in Fatale keuzes speelt dit gegeven een grote rol. Ben jij zo romantisch aangelegd?

Ha ha, volgens mij valt dat best wel tegen, maar dat zou je mijn ex-vriend moeten vragen. 😉 Ik ben er in ieder geval wel gevoelig voor. Romantische komedies, Grey’s Anatomy, laat allemaal maar komen.

Wat vond jij het leukste om op te schrijven bij Fatale keuzes?

Hmm, lastige vraag. Ik vond de wat luchtigere scènes wel leuk om te doen, omdat ik ze makkelijker vond om te schrijven. Bijvoorbeeld de scène waarin Emily en Lucas elkaar voor het eerst ontmoeten of wanneer ze samen Breaking Bad kijken. Bij actiescènes of scènes waarin ik belangrijke informatie wil verwerken, moest ik altijd langer nadenken over de juiste formuleringen. Hier nog een beetje schaven, daar nog een beetje schaven. Dan wordt het allemaal wat technischer of zo.

Veel auteurs vinden het proces van schaven en schrappen het minst leuke aan schrijven. Had jij daar ook moeite mee?

Schrappen vind ik soms wel lastig, ja. Ik was een beetje bang dat Sandra (de uitgever) zou zeggen: leuk, maar er moeten eerst nog 30.000 woorden weg. Dat was gelukkig niet zo, ha ha. Maar eigenlijk had ik ook wel erg veel zin in het herschrijven, omdat ik tijdens de eerste versie alweer allerlei dingen had bedacht die ik wilde aanpassen of toevoegen. En het is gewoon heel fijn dat de basis dan al staat, dus je kunt veel meer naar de details gaan kijken. Zeker omdat ik mijn personages gedurende het schrijven van de eerste versie natuurlijk steeds beter leerde kennen. Daardoor kon ik tijdens het herschrijven hun gevoelens en emoties veel meer gaan uitdiepen.

En nu ga je verder met één van hen. Tot nu toe ontvang je lovende kritieken, zelfs lezers waarvan je de nachtrust ontneemt. Legt dat een druk op je tijdens het schrijven? Dat je dat wil evenaren?

Ik denk dat de druk op een tweede boek inderdaad wel groter zal zijn. Misschien ook door mijn eigen onzekerheid. Dat ik denk dat mensen nu nog zeggen “voor een debuut is het een leuk boek”, maar dat aan zo’n tweede deel dus hogere eisen zullen worden gesteld. Aan de andere kant wil ik gewoon graag verder gaan met het vertellen van Emily’s verhaal.  Is het nog te vroeg om spoilers te geven over deel 2? 😉 Zo ja, dan mag je het ook weglaten, ha ha. Deel 2 zal gaan over Emily’s vader, die rechercheur was. Meer specifiek: over de zaak waar hij en zijn partner Paul aan werkten toen hij overleed. Wie zat daar achter en waarom moest hij dood? Dat zijn vragen die aan Emily knagen.

Klinkt spannend! Ik ben heel benieuwd! En dan komen we bij de laatste vraag: is er een auteur die jij bewondert en waar je een voorbeeld aan neemt?

Ik ben bang dat mijn grote idool totaal niet origineel is: Robert Galbraith aka J.K. Rowling. Ik ben enorm fan van haar Cormoran Strike-serie. Harry Potter herlees ik nog steeds met veel plezier en ook bij deze Strike-boeken is 1x lezen voor mij niet genoeg. Wat ik zo bewonder, zijn haar geloofwaardige personages. Ze zijn zo levensecht dat ik zou willen dat ik ze kende. Ook de manier waarop ze aanwijzingen in haar boeken verwerkt, vind ik heerlijk. Dat je tijdens het herlezen opeens ziet dat ze stiekem al ergens een hint had gegeven. Of details uit het ene boek die dan in een later boek een rol gaan spelen. Echt een meesterplotter vind ik haar.

 

*** Interview by Eva Krap.

 

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Nina Verheij herself volgen? Dat kan hierrrrr:

Nina Verheij – Backwords

Eva vraagt door: Jara Lee van De afrekening!

21640814_1452317178137889_7121421371964912418_o

Jan en Rachel van der Lee vormen sinds een aantal jaar een dynamisch schrijfduo: Jara Lee. Met hun onderscheidende boeken – het in een bepaald genre stoppen is onmogelijk – hebben zij al veel lezers voor zich gewonnen. In het echte leven zijn zij getrouwd, in hun fictieve wereld nemen zij personages bij de hand. Onlangs is hun nieuwste boek, De afrekening, uitgekomen. Ook deze wordt weer jubelend ontvangen en dat is niet gek. Het schrijfplezier spat van de pagina’s af, evenals het inlevingsvermogen en de empathie voor de personages. Hoog tijd dus om het echtpaar een aantal prangende vragen te stellen.

71914932_2557821560942186_7901857522393284608_o

Deze vraag hebben jullie vast al vaak gekregen: hebben jullie ooit onenigheid tijdens het schrijven of bedenken van een verhaal?

Rachel: Ik denk dat we in elk verhaal wel op een discussie uitkomen wat wel of niet te doen. Ik denk dat toen we net begonnen we meer op toeval aan lieten komen dan nu. Mede door het werk van Jan heb ik graag wat hoofdstukken vooraf gepland met wat we ongeveer gaan doen met welke personages. Ook om te voorkomen dat je ergens te lang in een gebeurtenis blijft hangen. Dat gebeurde nog wel toen we net begonnen maar nu toch niet meer. 

Mogelijk door de jaren en de verhalen heen dat je net als in een echt huwelijk merkt dat het een kwestie is van geven en nemen. Wel moet ik eerlijk zijn. De afrekening, ons laatste negende boek hebben wij juist langer geleden geschreven. Daarmee dacht ik bijna dat er een einde was gekomen aan onze schrijfcarrière aangezien Jan iets deed met een personage waar ik niets mee kon. Het heeft drie dagen geduurd voor hij mij wist te overtuigen dat het goed zou komen. Dat blijkt want het boek is er gelukkig gekomen en nog veel andere verhalen die we hebben staan.

Jan: Het ligt eraan wat er verstaan wordt onder onenigheid. Natuurlijk zijn er regelmatig verschillen van mening hoe we in een verhaal verder willen. Over het algemeen komen we daar gewoon uit na overleg. In een heel enkel geval kan dat lastiger zijn en dan kiezen we voor een middenweg of laten de keuze aan de persoon die de ‘hoofdrol’ in dat deel van het verhaal schrijft. Echte onenigheid, waaronder ik versta dat we er niet binnen een dag/avond uitkomen, hebben we vrijwel nooit. Tijdens het schrijven van De Afrekening is dat één keer voorgekomen, maar ook in dat geval werd uiteindelijk de keuze in voortgang bepaald door de persoon die het betreffende personage in het verhaal als schrijver vertegenwoordigde. Bij mijn weten gaat dat  dat bij ons in alle gevallen op die manier.


Wat kenmerkend is voor jullie verhalen, is de enorme menselijkheid. Jullie duiken echt in de psyche van de mens. Elke handeling wordt uiteindelijk verklaard door gebeurtenissen uit het verleden. Komt dat voort uit mensenkennis of zijn jullie gewoon meesters in psychologie?


Rachel: Ik ga mijzelf geen meester in de psychologie noemen. Door vooral veel van mijn eigen ervaringen die niet allemaal even leuk waren, heel veel geleerd. Deels heb ik in mijn opleiding veel geleerd maar ook tijdens de begeleiding van mijn autistische zoon. Hij was 11 jaar toen ik eindelijk een diagnose kreeg. Hierdoor heb ik veel hulpverleners versleten om het maar even zo te noemen.. Zeker in de tijd dat ik nog alleenstaande moeder was.

Bij verzonnen personages stop ik er graag ‘problemen’ in omdat het personages levendig maakt. Maar ook is er vaak een reden waarom iemand iets doet. Vaak is dat terug te voeren naar een verleden van een slechte jeugd of gewoon domweg omdat iemand slecht is. Maar heel soms geven we een crimineel het voordeel van de twijfel. Het zijn ook mensen. Misschien word ik wel sentimenteler bij het ouder worden. Maar als je goed om je heen kijkt is er werkelijk overal wel wat. Achter elke voordeur schuilt een verhaal en daar verdiep ik me graag in om een verhaal meer diepgang te geven.

Jan: Ik ben van oorsprong wetenschapper. Mijn studierichting was Microbiologie en Biochemie. Daar zat dus geen psychologie bij, maar naast die studie ben ik mijn hele leven al heel erg breed geïnteresseerd. Zo mag ik graag de meest uiteenlopende documentaires kijken en daar zit ook veel tussen over het gedrag en de psyche van mensen. Waarschijnlijk daardoor houd ik ervan om verschillen te zoeken en uitersten te verkennen. Tijdens het schrijven heb ik ook vrijwel altijd verschillende andere schermen op mijn laptop open om achtergronden te onderzoeken, iets wat ik niet alleen graag doe, maar waar ik door de jaren heen ook handig in ben geworden.

Een andere mogelijke verklaring waarom er veel menselijkheid in onze personages zit, zou voort kunnen komen door het redelijke gemak waarmee ik (we) ons verplaatsen in een ander persoon (zonder schizofreen te zijn). Dat ‘in de huid van je personage’ stappen levert onze manier van (be)schrijven, maar beperkt ons ook wel als we schrijven. Na het schrijven van een paar hoofdstukken met zeer verschillende personages, moeten we toch vaak stoppen of op zijn minst pauzeren.  Ik zou van mezelf niet durven zeggen dat ik veel mensenkennis heb (volgens mij heeft Rachel dat meer), maar ik hou het op inlevingsvermogen.

Dat maakt jullie verhalen ook zo puur. Er wordt niets geromantiseerd. Hoe kiezen jullie uit wat voor levens de personages hebben?


Rachel: Eigenlijk heeft iedereen zijn ups en downs. De kunst is om de negatieve belevingen om te buigen naar iets positiefs. Daarmee romantiseren wij juist soms wel omdat we kunnen kiezen of een persoon in zijn ellende blijft zitten of een andere keuze maakt. 

Ik persoonlijk kan er niet tegen dat een boek slechte afloopt dus daar romantiseer ik het wel een beetje. Daar bedoel ik mee, de relaties die ontstaan. We kiezen vaak personages die lijnrecht tegenover elkaar staan. Of een groot verschil tussen arm en rijk, of een sociaal type tegenover iemand die dat totaal niet is. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Tegenpolen tegenover elkaar leveren op zich al een mooi verhaal op. 

Jan is het volledig met mij eens.. dit is onze manier van werken.. dat is leuk en uitdagend omdat je echt niet weet wie je tegenover je krijgt in een gesprek bij een eerste ontmoeting op papier.


Jullie schuwen zware onderwerpen ook niet. Zoals in De afrekening. Daarin komt onder andere drugsverslaving, moord, ontvoering, verkrachting en zelfs kinderporno voor. Hoe is het als auteur om dat op papier te zetten?


Rachel: Niet altijd gemakkelijk. Omdat het onder geen enkele voorwaarde grof mag zijn. Het gebeuren op zich is natuurlijk grof en sla de kranten en het nieuws er op na, die dingen gebeuren in het echt ook. Soms verzin je iets en dan is de werkelijkheid erger. Wij zijn natuurlijk niet de enige auteurs die deze onderwerpen laten spelen in boeken.

De gemiddelde detective doet dat ook. Wij zochten naar ‘gewone’ mensen die het meemaken en op hun manier op gaan lossen. En dan ga je je als schrijver verplaatsen in het karakter van je personage hoe ze ermee omgaan. Bij de verslaving van Chrissy ben ik op veel sites geweest om te proberen ‘te voelen’ wat zij meemaakt tijdens het afkicken, maar ook haar zwakte en haar verleden meegenomen. Zelf heb ik een moeilijke jeugd gehad. Hulpverleners vroegen mij heel vaak of ik niet op één of andere manier verslaafd was alsof dat heel gewoon was na een jeugd als de mijne. Ik herinner me mijn verbazing nog tot op de dag van vandaag. Voor een deel neem ik eigen ervaringen mee in de personen die ik schrijf. Makkelijk is het niet. Uitdagend wel. En als ik dan hoor dat mensen onze personages in hun hart sluiten dan is er toch een doel bereikt.

Jan: Voor mij is dat op zichzelf niet al te lastig. Het enige waar terdege rekening mee moet worden gehouden is de manier waarop het op papier komt te staan. Wij willen geen horror verhalen schrijven en ‘mensen ook niet op verkeerde gedachten brengen’. Het resultaat moet dus zijn dat een verslaving moord of verkrachting, etc wel genoemd en verwerkt wordt in het verhaal, maar zonder expliciete details. Zoals al in vorige vragen is beantwoord, willen we in onze verhalen normale/realistische personages en dus ook realistische verhaallijnen. De werkelijkheid is over het algemeen extremer dan wat wij bedenken. Daarom moeten die onderwerpen dus ook mee worden genomen, maar in een vorm dat de lezer heel goed begrijpt wat er gebeurd, zonder de (mogelijke) gruwelijkheden uit te schrijven. Het uiteindelijke idee is en blijft voor ons altijd dat het ‘echt gebeurd moet kunnen zijn’.

Rachel: En dat je dan eigenlijk allebei hetzelfde zegt in andere woorden. We antwoorden onafhankelijk van elkaar. Soms denken we verschillend en soms denken we hetzelfde en in dit geval is het hetzelfde.

Ik vind ook dat jullie dat heel goed doen. Het is beslist niet om te choqueren. Zelf omschrijf ik jullie verhalen vaak als een thriller, actie en roman in één, omdat jullie een genre op zichzelf hebben uitgevonden. 

Wat is jullie voornaamste doel als auteur?

Jan en Rachel: Voor ons is het een hobby. Wij willen graag mensen een aantal uurtjes leesplezier geven zonder erg ‘dure’ taal te gebruiken. We hebben er zelf heel veel plezier aan om dingen uit te denken op een zo realistisch mogelijke manier. We weten heel goed dat onze boeken niet in een hokje te plaatsen zijn. Zo zwerven onze boeken in verschillende bibliotheken onder verschillende genres. Ze staan maar zelden naast elkaar in een rek. We zijn net niet zover dat we ons genre ook een nieuwe naam kunnen geven haha.  Ons doel is wel steeds meer liefhebbers van onze boeken te krijgen.

Het maakt jullie wel uniek. En wat is jullie grootste angst als schrijver? 

Rachel: Mijn gevoel voor taal kwijtraken. Me niet meer uit kunnen drukken. In 2010 ben ik heel erg ziek geweest en heb ik gedurende 10 dagen in coma gelegen. Mijn eerste pogingen om te schrijven waren rampzalig. Ik tikte achter mijn toetsenbord heel iets anders dan wat ik wilde zeggen. Dat vond ik een heel enge ervaring. Gelukkig is alles teruggekomen. 

Jan: In aanvulling tot Rachel’s opmerking, het verlies van zintuigen om te kunnen schrijven maar dat geldt ook voor Alzheimer. Mede omdat wij elf jaar in leeftijd verschillen en al veel narigheid gezien hebben.

Dat lijkt mij ontzettend heftig! Is schrijven voor jullie ook een soort therapie? Om deze ervaringen een plek te geven?

Rachel: Ja, ik denk het wel. Ik begon als kind al met dagboeken te schrijven. Ik verzon ook allerlei verhaaltjes. Ik herinner me nog dat ik op mijn zesde al zei dat ik net zo wilde worden als Annie MG Schmidt haha. Voor mij is schrijven al mijn hele leven een uitlaatklep. Misschien is er toch een verslaving voortgekomen uit alle vervelende gebeurtenissen en dat is schrijven! 

Jan: Voor mij is het puur een hobby en ontspanning.

Hoe kwam het eigenlijk dat jullie besloten om samen boeken te gaan schrijven?


Jan en Rachel: We leerden elkaar kennen via de website ouder alleen. Jan was gescheiden en zijn dochters waren aan hem toegewezen, ik was jong weduwe en ik was achtergebleven met mijn twee kleine zoontjes. Na een ontmoeting met veel meer alleenstaande ouders en kinderen zijn we gaan chatten via het programma ICQ.

Jan had stiekem de hele chat opgeslagen en bewaard. Dat waren 1200 pagina’s waarvan ik zei dat die maar nooit uitgegeven moesten worden in boekvorm. Ik schreef mijn hele leven al, maar daar ontstond het idee om samen iets te gaan proberen. We bemachtigden een plekje voor het beste manuscript van 2009. Echter van dat manuscript is nooit een boek uitgebracht omdat het verhaal niet spannend genoeg was voor een boek, maar wel origineel. Uiteindelijk zijn we gestart en nooit meer opgehouden. We halen berichten uit het nieuws, uit soms eigen ervaringen en we hebben meer ideeën staan dan dat we hebben uitgewerkt.

Zijn er nog andere inspiratiebronnen, naast jullie leven en het nieuws?


Jan en Rachel: Onze jaarlijkse vakanties naar Zuid Frankrijk. Dan gaat er een schrijfblok mee en dan gaan we onder het genot van een hapje en een drankje zitten bomen.  Soms ontstaan daar dan ook spontaan nieuwe ideeën.

Zijn jullie al met een volgend boek bezig?

Jan en Rachel: Hoeveel wil je er nog hebben? Eigenlijk werken we er altijd aan. Schrijven zelf gaat best heel snel. Het boek corrigeren wordt een apart verhaal en is het minst leuke.

Laatste vraag: Samen schrijven is dus duidelijk ook leuker. Lezen jullie wel eens samen?

Rachel: Sinds kort eigenlijk. Jan gunde zich er de tijd niet voor terwijl hij wel van lezen houdt. Ik lees wel sneller dan hij maar hij doet het nu ook haha. Dus het antwoord is ja :-). 

 

*** Interview by Eva Krap.

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Jara Lee volgen? En dat kan hier:

Auteurspagina Jara Lee