Over het boek:
Proloog. De Koersk, een kernonderzeeër en vlaggenschip van de Russische onderzeebootvloot zinkt op 12 augustus 2000 na twee heftige explosies. Alle bemanningsleden komen om. Onder hen de commandant die om zijn nek een sleutel draagt die de vrede moet waarborgen.
Op dezelfde dag wordt een oude dekenkist geveild. De veilingmeester had de kist geopend en een schok was door het publiek gegaan. Een vreselijk toegetakeld lichaam komt tevoorschijn. Het slachtoffer is Claes Callmér, directeur van de immigratiedienst.
Een C in spiegelschrift was in de hals gekerfd en op het voorhoofd was het cijfer 9 geëtst.. Hij is door midden gesneden. Levend. En in de kist gepropt. Een zorgvuldige, goed voorbereide en koelbloedige moord. De moord is gepleegd in Skeppsmyra tegenover het eiland Arholma, een oude Estse kolonie waar de juf van Max Anger, Maj-Lis, had gewoond. Zo wordt de brug geslagen naar WOII en vooral naar de organisatie Oldervärnet genaamd, een geheime samenwerking tussen Zweden en Duitse SS’ers.
Conclusie:
Al vrij snel is de dader bekend. Beklemmend beschrijft Österdahl zijn achterlijke, geweldige verleden en zijn opzienbarende motief om te doen wat hij meende te moeten doen: moorden.
De geschiedenis van de vlucht van de Balten in de periode 1943- 1945 over de Oostzee en wat er daarna met ze gebeurd is in Zweden, is in deze thriller de basis voor een verschrikkelijk verhaal. Beetje bij beetje worden de geschiedenislessen in het verhaal getrokken. En gaan deel uitmaken van een gecompliceerd verhaal over de relaties tussen de Baltische volkeren, Zweden en Rusland. Maar het zijn niet de geopolitieke verhoudingen uit het verleden en heden die domineren, het gaat gelukkig om mensen van vlees en bloed, met hun misstappen, relaties en problemen. Goed uitgebouwde karakters van een aantal hoofdrolspelers. Hoofdrolspeler Max Anger, is duidelijk niet gepositioneerd als een macho Harry Hole, en daar heeft de auteur goed aan gedaan.
Martin Österdahl met studies over de Russische taal, economie en Oost-Europese culturen in z’n rugzak, maakt ruimschoots gebruik van de opgedane kennis. Dat biedt boeiende uitstapjes over bijv. symbolen in verschillende culturen. Het boek, net als het debuut Vraag niet om genade, is buitengewoon intelligent geschreven, vol barokke details, die later op hun plaats vallen, vol ook met fraaie, hier en daar welhaast literaire zinnen met bittere humor. Veel personen en situaties, tijdslijnen in 2000, 1996, 1943 en 1945, het is een complex verhaal: neonazi’s, Russische agenten, koude oorlog dreigementen, complottheorieën, maar ook de blootlegging van een stukje Zweeds, duister verleden. Het is een boek, 512 blz. lang, zoals ik graag geschreven zie worden.
Martin Österdahl heeft nu twee werkelijk uitstekende thrillers afgeleverd, en is daarmee een van de betere recente auteurs uit het Hoge Noorden, en zeker de moeite waard om gevolgd te worden.
Vijf sterren.
Jac Claasen.
**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?
Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 😀