De Top 10 van 2020 van: Jac!

Jaaroverzicht 2020

Het maken van de beste 10 boeken was dit jaar niet zo moeilijk; 2020 was beslist geen jaar dat de Scandinavische auteurs een hoofdrol speelden in mijn lijstje. Die tijd lijkt voorbij dat onze vrienden uit het Hoge Noorden de ereplaatsen innemen in het jaaroverzicht, die afkalving vindt jammer genoeg al enige jaren plaats. Het was dit jaar wel erg mager, maar ik heb toch een boek gevonden om een bescheiden rol te spelen in mijn Top tien.

Want dat is het natuurlijk wel, het is een volstrekt subjectieve lijst. Maar vergis u niet, er bestaan nu eenmaal geen objectief samengestelde lijstjes in dit genre. Overigens, erg verheugend is de sterke opkomst van de Spaanse en Franse auteurs. Ik heb zo’n idee dat daar nog veel meer talent rondstruint dat het verdient om ontdekt te worden. Cristian Frascella is zo iemand. Na Sandrone Dazieri, Dario Correnti en Ilaria Tuti om maar eens wat te noemen, een mooie verrassing uit Italië. En wat te denken van Spanje? Dolores Redondo, Eva García Sáenz de Urturi of, zeer recent, Ibon Martín.

Tot slot: de lijst bevat gelezen thrillers in 2020, de releasedatum kan daar fors van afwijken.

1. Cristian Frascella – Het is te koud om te sterven

Barriera di Milano, Turijn, een wijk met mensen aan de onderkant van de sociale ladder, een hoge werkloosheid, belabberde huisvesting in smerige woontorens, vuile straten, de ‘ndrangheta is machtig. Marokkanen, Albanezen, Italianen en Afrikanen vormen er de rauwe multiraciale samenleving. In dit broeierige sfeertje zit de eerlijke loodgieter Driss Bouda (20) in de problemen. Hij heeft een schuld bij de Albanezen, maar is spoorloos verdwenen.

Contrera, een private eye en ex-politieman neemt de klus aan om Bouda op te sporen. Hij wordt ingehuurd door vrienden van Driss, die door hem ooms genoemd worden. Het is weer eens wat anders dan het jagen op overspelige echtgenoten met achttienjarige minnaressen in hotelletjes in de Corso Giulto. Het blijkt al spoedig dat er heel wat meer aan de hand is. Veel meer. Een hele mooie thriller volgt, in de beste tradities van schrijvers als Philip Kerr, Dashiell Hammett, en Philip Marlowe om maar eens wat namen te droppen.

Het is een uitermate cynisch boek.’De waarheid en het recht hebben niets meer met elkaar te maken. Het zijn twee lijnen die verschillende richtingen op gaan en elkaar nooit zullen kruisen. En het is maar de vraag of ze elkaar ooit hebben gekruist.’ De vele humor is van dezelfde soort. Ik heb werkelijk genoten van het erg goed geschreven, broeierige verhaal, tegen het literaire aan qua woordgebruik, zinsopbouw, karakters. Een klassieke whodunit met potentie: over vijftig jaar wordt de thriller nog gelezen, verwacht ik. Het wachten is op deel twee en drie met Contrera.

2. Jean-Christophe Grangé – Bloeddorstige driften

Het doek van Klimt, een lijkbleke vrouw in een blauwgroene jurk tegen een oranje achtergrond, het portret van Johanna Staude, gevangen in de eeuwigheid van … haar hart, raakt Jeanne, de hoofdrolspeelster. En Jeanne laat zich meevoeren naar de verwrongen schilderijen van Egon Schiele, een troost voor de moeilijke dagen van de psychiater. De scene is een van de bijzondere, grote zijlijnen in dit boek, met een bijzonder taalgebruik en uitleg als ware hij de kunstenaar zelf.

Maar Grangé zou Grangé niet zijn als er niet veel meer zaken besproken worden in het boek. Zoals autisme. Uitgebreid wordt ingegaan op het autistische universum. Autisme zou van alle psychiatrische stoornissen misschien wel de sterkste genetische component hebben. Het verband tussen autisme en prehistorie, primitiviteit en regressief gedrag. Geweldig interessante beschouwingen over autisme, agressiviteit en kannibalisme. En niet te vergeten, Totem und Tabu. Het werk van Freud waarin deze de evolutie van de menselijke soort vanuit zijn eigen discipline beschouwt, psychoanalyse – en van daaruit terecht komt bij het oedipuscomplex. De conclusies van Freud zijn onzinnige vertelsels. Hij slaat de plank compleet mis, het slaat als een tang op een varken.

Grangé is op de eerste plaats een schriftelijke verteller die met ongekende fantasie zijn warme en vreselijke verhalen vertelt. Lettergrepen, woorden, zinnen, verhalen uitspuwend zoals de trechter van een vulkaan zijn magma de hemel in slingert. Grangé maakt er weer een hele expeditie van. Van de ene stad maar de andere, landen, bergen, meren doorkruisend en overal de broodkruimels opsporend, die naar de volgende plaats leiden, waar weer iets op Jeanne wacht, een ding of menselijk wezen. Met weer een verhaal etcetera. Grangé is volstrekt uniek binnen de thrillerwereld, zijn taalgebruik, zijn welhaast mystieke, onvatbare verhalen en personen.

De moraal van het verhaal? Een reis verandert je, je identiteit. Jeanne had zich gewend tot Eros, liefde gezocht, maar vooral de dood gevonden, geweld, Thanatos in een infernaal einde. Maar wellicht ziet de individuele lezer dat anders. Prima. Blijft staan de waardering voor dit uiterst boeiende en verbijsterende boek.

3. Fred Vargas – De verdwijningen

Adamsberg en het Woeste Leger. Zo zou de titel ook hebben kunnen luiden. Het is op en top een verhaal van Fred Vargas. Over een eeuwenoude, smerige bende, die levenden met zich mee voert en ze dan laat verdwijnen. De kern van de aantrekkelijkheid van de thrillers van Fred Vargas is gelegen in de chaotische manier waarop Adamsberg zijn zaken, inclusief zijn tableau de la troupe, bestiert. Gelukkig komt daar geen woord Frans aan te pas. Nou ja, vooruit, een paar dan… Het maakt allemaal onderdeel uit van de razendknap beschreven symbiotische relatie tussen werkelijkheid en fantasie, sprookje, verzinsel, verdichtsel, orde en waanzin. Veel subtiele, onderhuidse humor en een aantal sprookjesachtige verhalen, wreed en niet altijd eindigend met een ‘Zij leefden nog lang en gelukkig’.

Het beste boek uit de reeks rond commissaris Adamsberg tot nu toe, ad rem, filosofisch, humoristisch, spannend en absurd zijn enkele onvermijdelijke kwalificaties na het lezen van deze verkwikkende thriller. Niet geschikt voor lezers die niet langs de lijntjes kunnen of willen lezen. Of lezers die heel vlug een boek uit willen hebben. Lees kalm, geniet van je calvados of schrobbelèrke en leg het schrijfsel op z’n tijd weg. Om het speurwerk te laten bezinken. En, geloof het of niet, het achterste voren lezen, valt best mee. Ne, fooleg teh fo tein,  teh etsrethca nerov nezel, tlav tseb eem.

4. M.W. Craven – Zwarte zomer

M.W. Craven heeft een geraffineerde en bij wijle intelligente, zeer goed geschreven thriller geschreven. Deze schrijfstijl en opzet leiden, zeker in de eerste helft van het boek, tot veel leesplezier, met een doorwrocht plot dat iedereen regelmatig op het verkeerde been zet. De humor is van een hoog kaliber, met cynische grappen en opmerkingen en goede oneliners.  Een uiterst goed gedoseerd verhaal derhalve met een klassiek einde. Het deed me beetje denken aan Ragdoll van Daniel Cole. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff blundert door eerst deel twee uit te geven.

5. Angela Marsons – Stille schreeuw

Stille schreeuw is een klassieke whodunit, echter met een behoorlijk rauw, om niet te zeggen keihard rafelrandje, hard in de zin van hardvochtigheid en egoïsme, een triest verhaal met gitzwarte humor. Heel opmerkelijk, het boek bevat opmerkingen, wijsheden die de gebruikelijke platitudes overtreffen die in het genre gebruikelijk zijn, filosofisch getinte opmerkingen en gedachten die je niet verwacht bij een rauwdouwer, een analytische rechercheur met een gebrek aan sociale vaardigheden zoals Kim Stone. Goed scenario, zeer zeker, het is toch die stijl van schrijven die ’t hem doet: losjes, venijnig, goede korte scènes, gewoon verrukkelijk om te lezen.

6. Michael Robotham – Meisje zonder leugens

De Australische auteur dondert door met het tweede deel uit deze nieuwe reeks. Michael Robotham geeft wederom blijk van talentvol meesterschap.

Het is een hard boek, een koude thriller met fascinerende ontwikkelingen. En mooie zinnen als: ‘Ze tapt agressief een biertje voor me; ze grijpt het houten handvat vast alsof het de hendel van een valluik is waardoor ze ons kan laten verdwijnen.’ , waardoor mijn dag weer goed is. Uitspraak van de vrouw achter de tap. Kijk, van zo’n uitspraak word ik erg vrolijk van. Een vrouw met ballen. Het is een scherp geschreven boek, met de nodige onderhuidse humor en vele rake oneliners. Philip Kerr herleeft af en toen. De trein dondert door, er zijn geen inzinkingen. Goede karakters, flitsend geschreven, korte hoofdstukjes, met beschadigde mensen van allerlei slag en vlugge scènewisselingen. Gelukkig lopen er ook nog ’normale’ lieden in rond. Maar ja, wat is ‘normaal’? En wat is de waarheid in een wereld vol extreme opportunisten, egoïsten en smerige profiteurs?

¿por Dios!

7. Donald Ray Pollock – De hemelse tafel

Het is september 1917 op de grens van Georgia en Alabama, alwaar vader Pearl Jewett met zijn drie zoons Cane, Cob en Chimney een ellendig bestaan leidt in grenzeloze armoede; knechten zijn ze in een soort onderhorig bestaan op het eindeloze Amerikaanse platteland, wonend in een huisje, liever gezegd vuil krot dat toebehoort aan Thaddeus Tardwellwer. Als Pearl onverwacht sterft trekken de drie zoons, eigenlijk onnozelaars, na de begrafenis de wijde wereld in na Tardwellwer de kop te hebben ingeslagen en zich zijn paarden te hebben toegeëigend.

Al die mooie strips (Blueberry), boeken (Winnetou en Old Shatterhand) en films (Once upon a time in the West) over het Wilde Westen worden in dit boek genadeloos omvergekegeld. Wat overblijft is een smeuïge drek van geweld, hoererij, stront, corruptie, armoede en verschrikkelijke hardheid, maar ook van een hartverwarmende, sociale cohesie.

Het is een ruig boek, een vuig geschrift met een groot aantal freaks en misvormde maatschappelijke verhoudingen. Maar ook een boek met veel bizarre humor Pollock is een auteur die een product aflevert met een stempel, dat moge duidelijk zijn. De vele figuranten in zijn boek zijn geen lege poppen, maar, allemaal hoe klein of gering ook, mensen met inhoud en gevoel. Prima.

8. Helen Fields – Perfecte prooi

Het boek van 474 bladzijden is ingedeeld in twee flinke delen. In het eerste deel worden het gestumper en gestuntel van de politie beschreven, die er maar nauwelijks in slaagt een vinger achter de merkwaardige, doelloze moorden te krijgen. In deel II komen de achtergronden aan de beurt. En dan met name de taakomschrijving van de Moderator, heerlijk gewoon hoe Helen Fields zijn ‘werkzaamheden’ omschrijft. Dat draaiboek, dat verzin je toch niet. De inventieve Fields dus wel, die en passant de naam Sem Culpa, Zonder Schuld, introduceert, een van de vele cynische grappen in dit verhaal.

Een ijzersterke thriller, waarin, traditioneel bijna, weer veel in wordt gegromd en geschreeuwd, met scherpzinnige, spannende, prima gedoseerde verhaallijn(en), goed gekarakteriseerde hoofdpersonen en een scherpe, vileine, katterige stijl van schrijven, waardoor iedereen snel op z’n plaats gezet wordt en daar niet meer vandaan komt. Amusement van de bovenste plank.

9. Sandrine Destombes – De kinderen van het klooster

De eerste kennismaking met Sandrine Destombes was Het dubbele geheim van de familie Lessage, uit 2018. Na een aarzelend begin ontpopte zich een goede vier sterren whodunit. In De kinderen van het klooster, helaas een misplaatste vertaling van Le prieuré de Crest (De priorij van Crest), gaat Sandrine in een hogere versnelling verder. Zowel in de opzet en uitwerking van het verhaal als in de manier waarop zij een en ander heeft beschreven. Het boek is erg goed geschreven. Woord na woord, zin na zin zijn goed geconstrueerd en vallen op hun plaats, zeker in de analyses van het politieteam. Destombe schrijft functioneel; er ontstaat een opmerkelijk goede whodunit. Met een zeer boeiend plot met tal van onverwachte en zeer boeiende zijwegen. Dat zijn we wel meer tegengekomen. De auteur onderscheidt zich echter, door het gebruik van een wel zeer onderkoelde humor in fonkelende, voortreffelijke dialogen.

Het is een erg vrouwelijk boek, in die zin dat verreweg de meeste rollen en zeker de hoofdrollen in de dramatische scènes worden gespeeld door vrouwen. Met het solidaire, vrouwelijke front is niets mis en het mannelijk geslacht wordt buitengesloten. Een lichtvoetige thriller, uitermate leesbaar, met veel humor. Geschikt voor alle vakanties. Met heel veel plezier heb ik het werkje gelezen. Ik denk dat ik fan word van Sandrine Destombes. Nou vooruit, ik kom maar uit de kast, ik ben het al. Fan dus.

10.  Kim Faber & Janni Pedersen – Winterland

 Winterland is het mooie vijf-sterren debuut van Kim Faber en Janni Pedersen, een schrijversechtpaar. De achterkant van het boek geeft een indruk waar het boek om draait: een gruwelijke bomaanslag in hartje Kopenhagen, op 23 december, op de kerstmarkt nabij het Gerechtsgebouw, waarbij 19 doden vallen. Zou het hierbij blijven, dan zou de lezer opgescheept zitten met een middelmatige thriller over de zoveelste terroristische aanslag met dramatische gevolgen. Gelukkig is dat niet het geval. Faber en Pedersen tillen het boek ver uit boven de grauwe middelmaat door een kunstgreep, eigen aan de Scandi-auteurs, toe te passen: de privé gebeurtenissen in het leven van Martin Junckersen en Signe vormen een geïntegreerd onderdeel van het verhaal. En het gekke is, in de loop van het boek zijn de gebeurtenissen op dit vlak, zich net zo boeiend gaan ontwikkelen als de jacht op de aanslagplegers. Het boek past naadloos in de traditie van Sjöwall & Wahlöö (Martin Beck), Henning Mankell (Kurt Wallander) en Steig Larsson (Millenniumtrilogie) waarbij een maatschappijkritische ondertoon altijd en overal aanwezig is.

Geniet van deze mooie dagen met en bij elkaar. Langs deze weg al vast een stevige wens voor een mooi en gezond 2021, want dat zit er aan te komen.

Groetjes,

Jac Claasen.

*Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

Jac las: Bloeddorstige driften – Jean Christophe Grangé *****

Jeanne Korowa, 35 jaar oud, is niet getrouwd, heeft geen kinderen geen spaargeld en geen eigen vermogen. Zij is spilziek en verliefd op de liefde.

‘ Voor de vrouw is de eerste kus het begin van de liefde, voor de man het begin van het einde.’
Jeanne werkt op de arrondissementsrechtbank van Nanterre als rechter-commissaris, een onderzoeksrechter. 

Jeanne vergezelt rechter Taine  op zijn tocht naar een plaats delict, onder in de diepste kelder van een parkeergarage waar een ellendige moord heeft plaatsgevonden. De smerige geur stijgt op uit het boek. Het slachtoffer heet Nelly Barjac, 28, een briljante cytogenetica. Alles wijst op een dader met kannibalistische trekken, een dader die vingerafdrukken nalaat, die niet thuis gebracht kunnen worden. Er volgen nog twee slachtoffers, de 22 jarige Marion Canteleau, een medewerkster, cytogenetica  van een vruchtbaarheidslab die later het eerste slachtoffer blijkt te zijn en Francesca Tercia, werkzaam op het prehistorie-atelier van Vioti, een beeldhouwster.

Haar liefdesleven van Jeanne verloopt wanordelijk, Thomas laat niets meer van zich horen. De afgeluisterde sessie van de psychiater en psychoanalyticus Antoine Féraud wekken haar interesse, zij besluit de shrink te volgen naar het Gand Palais waar op dat moment de tentoonstelling WENEN 1900 gehouden werd met de schilders van de Weense scene zoals Klimt, Egon Schiele , Moser en Kokoschka. 

Het doek van Klimt, een lijkbleke vrouw in een blauwgroene jurk tegen een oranje achtergrond, het portret van Johanna Staude, gevangen in de eeuwigheid van … haar hart, raakt Féraud. En Jeanne laat zich meevoeren naar de verwrongen schilderijen van Egon Schiele, een troost voor de moeilijke dagen van de psychiater. De scene is een van de bijzondere, grote zijlijnen in dit boek, met een bijzonder taalgebruik en uitleg als ware hij de kunstenaar zelf. 

Maar Grangé zou Grangé niet zijn als er niet veel meer zaken besproken worden in het boek. Zoals autisme. Uitgebreid wordt ingegaan op het autistische universum. Autisme zou van alle psychiatrische stoornissen misschien wel de sterkste genetische component hebben. Het verband tussen autisme en prehistorie, primitiviteit en regressief gedrag. Geweldig interessante beschouwingen over autisme, agressiviteit en kannibalisme.

En niet te vergeten, ‘Totem und Tabu’. Het werk van Freud waarin deze de evolutie van de menselijke soort vanuit zijn eigen discipline beschouwt, psycho-analyse – en van daaruit terecht komt bij het oedipuscomplex. De conclusies van Freud zijn onzinnige vertelsels. Hij slaat de plank compleet mis, het slaat als een tang op een varken.


Grangé is op de eerste plaats een schriftelijke verteller die met ongekende fantasie zijn warme en vreselijke verhalen vertelt. Lettergrepen, woorden, zinnen, verhalen uitspuwend zoals de trechter van een vulkaan zijn magma de hemel inslingert. Grangé maakt er weer een hele expeditie van. Van de ene stad maar de andere, landen, bergen, meren doorkruisend en overal de broodkruimels opsporend, die naar de volgende plaats leiden, waar weer iets op Jeanne wacht, een ding of menselijk wezen
Met weer een verhaal etcetera. Grangé is volstrekt uniek binnen de thrillerwereld, zijn taalgebruik, zijn welhaast mystieke, onvatbare verhalen en personen.

De moraal van het verhaal? Een reis verandert je, je identiteit. Jeanne  had zich gewend tot Eros, liefde gezocht, maar vooral de dood gevonden, geweld, Thanatos in een infernaal einde. 

Maar wellicht ziet de individuele lezer dat anders. Prima. Blijft staan de waardering voor dit uiterst boeiende en verbijsterende boek:

5+ sterren.

Jac Claasen

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂




Wat lezen wij nu?

Corina leest:

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is 90999312_2837623646356558_66688116118781952_o-1.jpg

Over De meisjes van Ravensbrück:

1989, Berlijn. De Muur is gevallen en Berlijn viert feest. Miriam is uit een lastig huwelijk gevlucht om voor haar stervende vader Henryk te zorgen. Ze voelt zich schuldig dat ze hem al jaren maar heel weinig heeft gezien; hij was het niet eens met haar huwelijk.

Dan ziet ze tijdens het verzorgen een kamptatoeage op zijn arm en kantelt alles wat ze over hem dacht te weten. Hij is niet Joods, waarom heeft hij dan in een concentratiekamp gezeten? Hij heeft nooit een woord gesproken over de oorlog. Ze gaat op zoek naar antwoorden en in zijn spullen vindt ze tot haar ontzetting een kampuniform van Ravensbrück, het vrouwenkamp. Wanneer ze in de zomen van het uniform geheime brieven aan haar vader ontdekt, die daar al 40 jaar verstopt zitten, probeert ze het mysterie van zijn verleden te ontrafelen

Jac leest:

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is bloeddortsige-driften.jpg

Over Bloeddorstige driften

Jeanne Korowa, briljant officier van justitie met een desastreus liefdesleven, onderzoekt samen met François Taine een serie bijzonder gewelddadige moorden in Parijs: afgehakte ledematen, kannibalisme en macabere mise-en-scènes.

Jeanne maakt misbruik van haar positie en installeert afluisterapparatuur in het bureau van Antoine Féraud, de psychoanalyticus die wekelijks haar ex-vriend ontvangt.
Ze beluistert per ongeluk een vreemde sessie waarbij een vader spreekt over de bloeddorstige driften van zijn autistische zoon en diens daden.

Autisme, vruchtbaarheid en prehistorie: ze leiden Jeanne naar Nicaragua, Guatemala en Argentijnse moerassen. Aan het einde van de rit zal ze in het woud een waarheid ontdekken die ze liever nooit had willen kennen.

Karin leest:

Over De meisjes van Ravensbrück:

1989, Berlijn. De Muur is gevallen en Berlijn viert feest. Miriam is uit een lastig huwelijk gevlucht om voor haar stervende vader Henryk te zorgen. Ze voelt zich schuldig dat ze hem al jaren maar heel weinig heeft gezien; hij was het niet eens met haar huwelijk.

Dan ziet ze tijdens het verzorgen een kamptatoeage op zijn arm en kantelt alles wat ze over hem dacht te weten. Hij is niet Joods, waarom heeft hij dan in een concentratiekamp gezeten? Hij heeft nooit een woord gesproken over de oorlog. Ze gaat op zoek naar antwoorden en in zijn spullen vindt ze tot haar ontzetting een kampuniform van Ravensbrück, het vrouwenkamp. Wanneer ze in de zomen van het uniform geheime brieven aan haar vader ontdekt, die daar al 40 jaar verstopt zitten, probeert ze het mysterie van zijn verleden te ontrafelen

Riejanne leest:

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is 91425150_2743165919107529_5792239019039391744_o.jpg

Over Lieve Edward:

Een vliegtuig stort neer. Alle passagiers overlijden behalve één, een twaalfjarige jongen genaamd Edward. Edward wordt opgevangen door zijn oom en tante, en probeert zijn nieuwe leven te begrijpen. Hij is een beroemdheid: als hij naar school gaat, staan mensen langs de kant en maken ze foto’s. Hij is het wonderkind dat overleefde. De enige aan wie Edward echt steun heeft is zijn buurmeisje Shay, de beste vriendin die je je maar kunt wensen. Samen doen zij een onverwachte ontdekking die hen naar antwoorden op de diepste vraag leidt: wie ben je als je alles kwijt bent geraakt?

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

De Top 10 van 2019 van: Jac!

image0 (1)

Die bonus van 20 procent van vorig jaar is, vanwege het overdonderend succes, gecontinueerd. Dus geen top 10 maar een top 13 over 2019.  De dertien beste en mooiste boeken die in 2019 op thrillergebied door ondergetekende gelezen zijn. Het mooie van dit lijstje is, dat er drie echte uitschieters zijn, waarvan twee van een debutante op de Nederlandse en Vlaamse markt. En dat zijn:  De stilte van de witte stad en De riten van het water van Eva García Sáenz de Urturi  en Perfecte resten van Helen Fields. De boeken hebben gemeen dat het debuutboeken zijn voor de Nederlandstalige markt, althans twee van de drie, zeer toegankelijk, spannend en uitermate goed geschreven zijn.

Deze boeken hebben dan wel de eerste drie plaatsen ingenomen op deze korte ranglijst, dat doet niets af aan het ongelooflijke leesplezier dat de rest van de ranglijst heeft opgeleverd. En dat zijn lang niet allemaal publicaties uit 2019. Wat te denken bijvoorbeeld van de harde reeks uit 2007 rond inspecteur Logan Macrae van de schrijver Stuart MacBride, een meer dan uitstekende reeks maar helemaal ondergesneeuwd in de onverbiddelijke jacht op al weer een derderangs schrijfsel. Het is van alle tijden; wij van Samenlezenisleuker doen ons best u zo goed mogelijk te informeren. Het aanbod is gigantisch en wij proberen de krenten uit het aanbod te pikken voor iedereen en vele doelgroepen. En soms komen die krenten wat later.

Overigens: de rangnummers van 4 tot en met 13 zijn willekeurig en hebben niets van doen met kwaliteit, plezier of beleving, het is maar dat u het weet.

1: De stilte van de witte stad – Eva García Sáenz de Urturi

De zeer toegankelijke schrijfstijl, met oog voor detail en emotie, cultuur en historie, couleur locale èn het fraaie scenario maken de 489 pagina’s tellende thriller tot een buitengewoon plezierige en aangename leeservaring. Uitzonderingsgewijs is de betiteling ‘Literaire thriller’ niet (geheel) misplaatst. Laat u daardoor niet afschrikken: het boek is uitermate leesbaar. 

De stilte van de witte stad is het vierde boek  dat van Eva op de markt gebracht wordt en het eerste in de Nederlandse taal. Plaats van handeling: het Spaanse Baskenland met name de stad Vitoria. De menselijke geest en ziel zijn de aanjagers tot de fatale misstappen bij de moordenaars. Tegen een veelal historische achtergrond. Het is vele keren geprobeerd om psychopaten te duiden in thrillers, het lukt slechts zelden zo overtuigend als bij deze auteur. Daar komt bij dat Eva formidabel kan schrijven. Misschien is De stilte van de witte stad van Eva García Sáenz de Urturi  daarim wel dé verrassing van 2019.

2: De riten van het water – Eva García Sáens de Urturi

Ach,Eva trekt trekt probleemloos de lijn door van haar debuut in de Lage Landen met  een overdonderend boek, een meeslepend verhaal waarin de zoektocht naar de waarheid, tijdlijnen overschrijdt en weer bij elkaar brengt. Eva kan schrijven hoor, in een verbazingwekkende tour de force mengt zij de zoektocht naar een psychopatische geest van de dader èn naar de dader zelf, met vele,  gedegen onderzochte. historische achtergronden en boeiende zijlijnen. Het levert een topproduct op, misschien nog wel beter dan ‘De stilte van de witte stad’’. 

3: Perfecte resten – Helen Fields

Perfecte resten, met als ondertitel : Eerst grijpt hij hen, dan breekt hij hen, is een kwalitatief bijzonder goede thriller, een ijzersterk debuut. Een van de beste thrillers van 2019 en misschien wel  het beste debuut van 2019.

“Hij dorstte naar kennis zoals anderen hunkerden naar geld en dat maakte het moeilijk om iemand te vinden die zijns gelijke was. Dat was de reden waarom hij zich gedwongen zag te moorden.”

Ach, hebben we ooit een mooiere reden gehad om iemand de nek om te draaien? Ik kan het me niet herinneren. Er klopt natuurlijk helemaal niets van, maar Helen Fields geeft al op de derde bladzijde van het eerste hoofdstukje bloot dat we hier van doen hebben met een bijzonder exemplaar van de mensheid: een moordenaar met een groot intellect.

4: Dood kalm – Stuart McBride

Een goede thriller doorstaat de tijd, nou ja, laten we het in dit geval maar houden op twaalf jaar. Dood kalm, de tweede politieroman van Stuart MacBride uit 2007, blijft fier overeind staan in de golf van policiers van de afgelopen decennia. MacBride is op zijn best in het beschrijven van toestanden, vol van een deprimerende sfeer, verval, rotting en verwaarlozing. En dat geldt voor de ronduit smerige stadsdelen, de tot op de draad versleten burelen en nog veel erger voor de personen die daar werken en de boeven die ze moeten vangen. De ijzeren, ironische humor trekt alles weer in evenwicht.

5: Metropolis – Philip Kerr

Metropolis is het laatste en 14e deel in de reeks rond Bernie Gunther van auteur Philip Kerr, de in maart 2018 overleden auteur. In zekere zin sluit met dit boek de cirkel. Het eerste deel van de reeks, Een Berlijnse kwestie, speelt zich af in 1936. Het tweede deel van de Berlijnse trilogie, Het handwerk van de beul,  in 1938, de overige elf titels spelen zich allen af na WO II, waarbij er altijd wel een facet is dat de lezer meeneemt naar de donkere jaren van het Eeuwige Groot-Duitse Rijk. Het is een boek in de bekende Kerr stijl met al die typische kenmerken die zijn boeken tot een waar leesgenot maken. Gedetailleerd en grondig gedocumenteerd zijn de ontelbare verwijzingen naar personen, situaties en gebeurtenissen uit die tijd, de jaren twintig dertig en veertig  van de 20ste eeuw.

In dit boek wordt de jonge Bernie Gunther neergezet in een welhaast, fascinerend tijdsdocument over het Berlijn in die roekeloze, decadente eind twintiger jaren. Het is een roman waarin talloze bekende en minder bekende figuranten uit die jaren figureren. De opkomst van de bruinhemden, het begin van eliminatie van de Joden uit het openbare leven, de enorme armoede, het flamboyante nachtleven, het leest als veel meer dan een simpele thriller.

6: De zigeunerbruid – Carmen Mola

De zigeunerbruid  is het eerste deel van een trilogie. De opbouw van het verhaal is degelijk. Het boek heeft behoorlijk wat bladzijden nodig om op stoom te komen. Daarna wordt het boeiend, spannend, zeer spannend, nagelbijtend spannend. De privé verhaallijn van Elena en de zoektocht naar de moordenaar van de zigeunerbruidje(s) lopen mooi synchroon. De schrijfstijl is helder, krachtig en zeer toegankelijk. De draaiingen in het verhaaltje zijn ingenieus en niet te voorzien.

7: Het mes – Jo Nesbø

Het mes, deel 12 uit de reeks rond Harry Hole, is bij tijd en wijle een erg donker boek. Harry Hole zet vraagtekens bij de zin van zijn bestaan, waarin angst, pijn en onzekerheden omhoog komen, even zwart als de ontwenningsverschijnselen na een nacht heftig doordrinken. Hij neemt duidelijk revanche op zijn versie van Macbeth. Een zeer goede Harry Hole. Samen met Politie een uitschieter in deze toch al kwalitatief hoogstaande serie.

8: Dood de Koning – Sandrone Dazieri

Het barst van de markante koppen en uitgefreesde karakters, rauw en ongeciviliseerd. De veelheid aan personen en de spaghetti aan gebeurtenissen, inclusief mooie zijverhalen en wise cracks ( De waarheid wordt altijd overschat )  maken het een behoorlijk ingewikkelde thriller. En dat kunnen we alleen maar toejuichen. Veel, heel veel dialogen, bitter, vilein en humoristisch. En af en toe helemaal over de top. De Dood de Vader trilogie behoort tot de absolute top van wat er de laatste jaren op thrillergebied verschenen is. Een voltreffer.

De moraal van dit verhaal: let op voor mensen met een Ham-Brook-classic-wandelstok.

9: De kleuren van de brand – Pierre Lemaitre

Pierre Lemaitre die we vooral kennen van een viertal harde thrillers heeft veel meer geschreven dan thrillers. Het uitbundige Tot ziens daarboven uit 2013, handelend over de handel en zwendel met doodskisten op militaire begraafplaatsen en oorlogsmonumenten na WO I, wordt als zijn belangrijkste werk gezien.

De kleuren van de brand (2018) is het vervolg hierop. Deel twee uit wat wel de Interbellum trilogie wordt genoemd. Deel drie moet nog geschreven worden. Beide romans spelen in het interbellum, de periode tussen WO I en WO II. Deze periode wordt politiek gezien, gekenmerkt door de verschrikkelijke gevolgen van WO I, revanchistische gevoelens, de economische crisis en de opkomst van het fascisme. Deze thema’s komen ook in dit boek terug.

10: Dodenlijst – Martin Österdahl

Martin Österdahl met studies over de Russische taal, economie en Oost-Europese culturen in z’n rugzak, maakt ruimschoots gebruik van de opgedane kennis. Dat biedt boeiende uitstapjes over bijvoorbeeld symbolen in verschillende culturen. Het boek, net als het debuut Vraag niet om genade, is buitengewoon intelligent geschreven, vol barokke details, die later op hun plaats vallen, vol ook met fraaie, hier en daar welhaast literaire zinnen met bittere humor. Veel personen en situaties, tijdslijnen in 2000, 1996, 1943 en 1945, het is een complex verhaal: neonazi’s, Russische agenten, koude oorlog dreigementen, complottheorieën, maar ook de blootlegging van een stukje Zweeds, duister verleden. Het is een boek,  512 blz. lang, zoals ik graag geschreven zie worden.
Martin Österdahl heeft nu twee werkelijk uitstekende thrillers afgeleverd, en is daarmee een van de betere recente auteurs uit het Hoge Noorden, en zeker de moeite waard om gevolgd te worden.

11: Middenwater – Arne Dahl

Middenwater staat voor de vervreemding bij het duiken als boven en onder, achter en voor, links en rechts niet meer bestaan en alles vloeibaar wordt en de juiste richting ontbreekt om weer veilig boven te komen. Sam Berger vraagt zich dat ook  regelmatig af, waarom hij juist uitgekozen is om een bepaalde klus te klaren, waarom hij zich op moet offeren om de waarheid boven tafel te toveren. Welke kant moet hij op? Wat is de waarheid in een wirwar van gebeurtenissen, waar allerlei inlichtingen-, veiligheids-  en opsporingsdiensten bij betrokken zijn? Arne Dahl op z’n best.

12: Weerzin – Bernard Minier

Vanaf Een kille rilling  acteert Bernard Minier op een hoog niveau. Het zijn een aantal factoren die maken dat deze auteur boven de meeste van zijn collega’s uitsteekt. In de boeiende schrijfstijl van een groot verteller, wisselen duistere hoofdpersonen af met  de apocalyptische dreiging die uitgaat van de Pyreneeën met zijn donkere hoge bergen, kliffen en rotsen, de vries- en sneeuwkou, de huilende koude wind. Maar ook de vele dialogen, reflecties, beschouwingen, verhandelingen en meningen over tal van zaken die niet direct met de oplossing van het onderzoek te maken hebben, maar duidelijk het leesplezier aanmerkelijk verhogen.

13: Godenstemmen – Jean-Christophe Grangé

Grangé voert de lezer mee. Op een reis naar de waanzin. Geen enkele indicatie, geen enkele hint naar de bestemming. De reis op zich is het uiteindelijke doel, niet de bestemming. En dat is ook het patroon wat in praktisch elk boek van Grangé terugkomt: de reis naar de waarheid voert langs talloze, aan de geweldige fantasierijke geest van de schrijver ontsproten tussenstations. In dit boek ontspint zich een waanzinnig verhaal rond kinderen in traditionele Bayerische Tracht met lederhosen en groene hoedjes met veren, waanzinnige chirurgen en meer van dat soort volk die zich uitleefden op het voetvolk tegen de achtergrond van de geopolitieke verhoudingen in de tachtiger en negentiger jaren van de vorige eeuw. En de wedergeboorte van het kwaad in Parijs en Frankrijk.

Grangé gaat in deze macabere mix van thriller en een vleugje horror wel erg te keer en scheert langs de donkerte en duisternis van de afgronden van de menselijke geest èn lichaam, waar nauwelijks grenzen lijken te zijn aan het verderf en rottingsproces van een tot op het bot verdorven homo erectus. De donkere kijk van Grangé op de mensheid  bevat geen grijstinten meer, maar is zwart, pikzwart.

Een goede gezondheid en veel leesplezier in 2020!!!!

Jac Claasen.

**Vinden jullie het leuk ons op Facebook te volgen?

Like dan onze pagina Samenlezenisleuker en word om mee te kletsen over boeken lid van onze echte gezellige boekengroep! En dat kan hier: Samenlezenisleuker 📚🥂

 

Jac las: Godenstemmen van Jean-Christophe Grangé*****

godenstemmen

Het verhaal speelt rond de kerstdagen van 2006. In de Armeense kathedraal Saint-Jean Baptiste in Parijs, is Lionel Kasdan, 63 jaar, Armeniër van geboorte en gepensioneerd commandant moordzaken, toevallig op bezoek bij vader Sarkis als hij door deze laatste er bij wordt gehaald om een lijk te onderzoeken, een lijk dat tussen de orgelpijpen en het klavier gevangen zit.

Het gaat om Michel Goetz, een dirigent van kinderkoren. Goetz is 20 jaar geleden, in 1987, gevlucht uit Chili en werkt al die tijd in Parijs. Een schoenafdruk maat 36 staat in het bloed. Een ooggetuige?. Een van de jongens van het koor? Kasdan krijgt de raad om te stoppen en zich verder niet te bemoeien met de moordpartij. Maar Kasdan kan dat niet, immers de dader heeft zijn territorium ontwijd. ‘Ik zal hem vinden. Ik ben de bewaker van de tempel’

Cédric Volokine van het Team Bescherming Minderjarigen bemoeit zich er mee. Volokine, met de demonen in z’n hoofd en de rest van zijn lichaam, met zijn armoedige pak, zijn legerjas en pukkel is een dolle hond. Volgens Kasdan. Samen gaat dit wonderbaarlijke, niet-officiële duo vol op onderzoek uit.

Grangé beschrijft met verve en grote penseelstreken beide mannen, hun drijfveren en hun achtergronden. Kasdan moet weer in zijn smerissenhuid kruipen evenals Volokine. Maar die laatste weer om een heel andere reden In een rotvaart passeren vele personen, instanties, gebeurtenissen en tal van bijzondere zijverhaaltjes de revue, zoals het Angelus (Frans: L’Angélus) een beroemd schilderij van Jean-François Millet. Toch zijn het niet de penseelstreken die overheersen, maar is het de muziek die de eerste viool speelt in dit boek. Zoals het miserere van Gregorio Allegri , het pelgrimskoor uit Wagner’s Tahnhäuser, de Diabellivariaties van Beethoven of het Deutsches Requiem van Brahms, een van de meest mysterieuze werken ooit geschreven.

Grangé voert de lezer mee. Op een reis naar de waanzin. Geen enkele indicatie, geen enkele hint naar de bestemming. De reis op zich is het uiteindelijke doel, niet de bestemming. En dat is ook het patroon wat in praktisch elk boek van Grangé terugkomt: de reis naar de waarheid voert langs talloze, aan de geweldige fantasierijke geest van de schrijver ontsproten tussenstations. Er ontspint zich een waanzinnig verhaal rond kinderen in traditionele BayerischeTracht met lederhosen en groene hoedjes met veren, waanzinnige chirurgen en meer van dat soort volk die zich uitleefden op het voetvolk tegen de achtergrond van de geopolitieke verhoudingen in de tachtiger en negentiger jaren van de vorige eeuw. En de wedergeboorte van het kwaad in Parijs en Frankrijk.

Grangé gaat in deze macabere mix van thriller en een vleugje horror wel erg te keer en scheert langs de donkerte en duisternis van de afgronden van de menselijke geest èn lichaam, waar nauwelijks grenzen lijken te zijn aan het verderf en rottingsproces van een tot op het bot verdorven homo erectus. De donkere kijk van Grangé op de mensheid  bevat geen grijstinten meer, maar is zwart, pikzwart.

Vijf zwarte sterren.

Jac Claasen.

Postscriptum.

De Franse titel is Miserere, om onduidelijke redenen vertaald in Godenstemmen. Voor u begint met lezen, kunt u het beste luisteren naar het Miserere van Gregorio Allegri, met de fameuze hoge noten, alleen te halen door een kind of een castraat. Benieuwd geworden? Dit is de link:

https://youtu.be/IA88AS6Wy_4

Of bekijk de Diabellivariaties van Beethoven. Ga naar You Tube, naar de interpretatie 3/8 van Enrico Sansesi. Het kost u 7:51 minuten van uw leven. En profil opgenomen, zeer krachtige toetsaanslag, de verbeten trek om de mond, de slechte akoestiek, de nagalm, het boeit op een geweldige manier.

De Top 12 van 2018 van: Jac

Top 12 van Jac juist 2

December, lijstjestijd. Heerlijk. Geen rampen, oorlogen, verloren wedstrijden of ander ongerief, maar een persoonlijke top tien van de allerbeste thrillers gelezen in 2018. Wat zeg ik, een top tien, echt niet, in de beste supermarkt tradities krijgt u er een bonus van 20% bij voor dezelfde lage prijs en maken we er een top twaalf van.

Hieronder een twaalftal titels met een korte omschrijving waarom zij op de lijst terecht gekomen zijn. Zoals u zult bemerken zijn het lang niet allemaal titels die in 2018 zijn uitgebracht. Laten we ons alsjeblieft niet leiden door de waan van de dag en de omzetcijfers van de uitgeverijen. Want die zeggen lang niet alles. Want waar blijven de vertalingen van de laatste twee van Jean Christophe Gangé : Congo Requiem en Lontano. Wie is er nu ziende blind?

Wat is het criterium geweest om op dit lijstje terecht te komen? Daar kunnen we heel moeilijk over doen, maar uiteindelijk telt slechts een aspect als we het boek neerleggen en de inhoud laten bezinken: leesplezier. En als net dat ene boek waar u zo ontzettend van genoten heeft er niet bij staat? Geen man of vrouw overboord. Het aanbod is gigantisch en de concurrentie is moordend. De kans is erg klein dat we dezelfde boeken lezen en dezelfde smaak hebben. Dit lijstje is niets anders dan de ‘allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’ zoals onze dichter Kloos het uitdrukte. Het aantal zeperds is dit jaar gering geweest. Misschien komt het doordat ik dit jaar extra goed geluisterd heb naar de leesmaatjes in Samenlezenisleuker die met allerlei mooie titels aan komen zeulen en er best goed in zijn om iemand onder druk te zetten om juist die ene titel ter hand te nemen. En dat blijkt dan ook nog een schot in de roos te zijn. Dank u wel dames!!!

Kunnen we een conclusie trekken? Een goed thrillerjaar met nieuwe en veelbelovende auteurs zoals Dario Coretti, Niklas Natt och Dag, Geir Tangen, Sören Sveistrup en Bo Svernström. En ongetwijfeld nog vele andere debutanten, die ik gemist heb. Benieuwd hoeveel er nog schrijvende zijn over vijf jaar. Immers, continuïteit is zeldzaam in dit theater.

De volgorde is niet willekeurig.

Dario Correnti – Heimwee naar bloed *****

Een intrigerende, scherp geschreven thriller met korte hoofdstukjes en vele, vele uitstekende dialogen. Uitermate boeiend  door de vele zijlijntjes. En het mooie duo Marco Besana, de vermoeide journalist en Ilaria Piatti , de klunzige, onhandige stagiaire, in paarse Hello Kitty laarsjes. Het is een geanimeerde thriller met veel humor, een hoge amusementswaarde. Ik heb het boek met  ontzettend veel plezier gelezen.

R.J. Ellory – Bekraste zielen *****

Een krankzinnig goed boek met  twee hoofdthema’s: het geweld en het lot, toeval of  bestemming. Het donkere gesternte zoals het wordt benoemd. Nooit gedacht dat hij  voorafgaande juweeltjes zoals Een stil geloof  in engelen, De helden van New York , Een mooie dag om te sterven en Een  volmaakte vendetta zou kunnen benaderen, laat staan evenaren.

Arne Dahl – Grensgebieden *****

Carpe motherfucking diem. Tot de grensgebieden. Nordic noir op z’n best. Het boek met de fameuze kanteling. Na bijna 20 jaar aan de top gestaan te hebben, wordt hij steeds beter. Dit is ongetwijfeld zijn beste boek tot nu toe.

Jan van der Cruijsse – Bling Bling 3 Toen was er nog maar één *****

Jan van der Cruijsse heeft met deze trilogie bestaande uit:

Bling Bling Diamantroof in Delhi

Bling Bling 2 De Zaventemmers

Bling Bling 3 Toen was er nog maar één

een fraaie serie thrillers van internationale allure neergezet. In dit spannende laatste deel van de trilogie  houdt van der Cruijsse alle ballen op  een onnavolgbare manier in de lucht. En dat mag best een prestatie heten, want er  zijn  nogal wat verhaallijnen.

Niklas Natt och Dag – 1793 *****

Een uiterst ongewone historische roman.

Niklas schetst een uitermate  boeiend beeld van  de onderklasse  in Stockholm op het einde van de achttiende eeuw,  de teringzooi waarin ze wonen, de stank die hen dag en nacht omringt en het brakke  putwater dat ze drinken. Evenals de smeerlapperij van de bovenlaag van de Zweedse  maatschappij.

Philip Kerr – Vergeven en vergeten. *****

Philip Kerr op z’n best in dit dertiende Bernie Gunther verhaal. De op 23 maart 2018  overleden auteur haalt weer alles uit de kast en laat zien waarom hij zo’n formidabele schrijver was. Geldzucht, gemakkelijk gewin, Alte Kameraden en ex-nazi’s, het blijft een rare  combinatie, maar legt wel de bodem onder de beste Bernie Gunther tot nu toe.

Jean-Christophe Grangé – Voorbij de zwarte lijn *****

Een lange weg, met talrijke, haast ontelbare, verontrustende, fascinerende en mooie  feiten, weetjes en zijlijntjes. Dat is de  zoektocht naar de waarheid, naar de weg van het  bloed, het donkere bloed, het zoete bloed,  ijzingwekkend en smerig.  Welk een enorme fantasie legt de auteur aan de dag voor het bereiken van dit doel. Ruim 500 bladzijden in de ban van Grangé, dat leidt onverbiddelijk naar 5 sterren. Wat tevens geldt voor De vlucht van de ooievaar en De bloedrode gletsjer, allebei toppers van de grootmeester uit Frankrijk.

Michael Robotham – De andere vrouw 4,5 *

Het boek is met veel empathie geschreven, zonder in goedkope dramatiek te vervallen. Het is bovenal intelligent geconstrueerd met fraaie zinnen en mooie quotes die je doen glimlachen of die je als lezer wat langer doen stil staan. En een goed plot met een bloedstollende actie scene. Michael Robotham is terug.

Geir Tangen – Meesterwerk 4,5*

Het boek kent een aantal zeer goed uitgewerkte zijlijnen. De dader vergelijkt de uitvoering van zijn moorden met de partituur van een requiem. In dit geval het requiem (zielenmis) van Wolfgang Amadeus Mozart –  Requiem, een mysterieus Meesterwerk (sic!), want het gaat over een reis naar de  ultieme bestemming: de dood.

Sören Sveistrup – Oktober 4,5*

 Oktober is een vrij spectaculaire thriller waarin de auteur in staat is gebleken het hele boek de spanning er in te houden. En dat is een hele prestatie, want het boek telt 542 bladzijden. De enorme spanning is het gehele boek door aanwezig, dankzij een werkelijk ingenieus plot  en dat vergoedt veel,  heel veel. Maar niet alles. Een loodzware publiciteitscampagne is losgebarsten om het boek te promoten. Niet nodig, weggegooid geld. Het is gewoon een van de betere thrillers van 2018.

Bo Svernström – Wie zint op wraak  4,5 *

Een verrassende thriller die afwijkt van het doorsnee verhaal. Door een standpuntwisseling verschuift het perspectief in een klap  grotendeels naar de moordenaar. Zal de moordenaar slagen in zijn opzet?  Prima uitgewerkt.

Fred Vargas – De omgekeerde man *****

Fred Vargas geeft voor de zoveelste keer blijk van een unieke visie op het begrip thriller. Hoofdpersonen, setting en oplossing zijn niet onderhevig aan de normale wetten van de thrillerwereld. Voor de zoveelste keer heb ik genoten van unieke, dwarse mensen, die bepaald geen dwarsdoorsnede zijn van de normale bevolking, van het verhaal met dwarse dialogen vol humor en mooie zinnen.

Jac Claasen.

Jac las: Voorbij de zwarte lijn-Jean-Christophe Grangé*****

 

zwarte lijn

Over het boek:

Marc Dupeyrat werkt na tal van beroepen te hebben uitgeoefend, als journalist bij een kleine sensatiekrant, daar is hij op een dood spoor in z’n leven aangekomen. Hij heeft een artikel geschreven voor zijn krantje, met als titel ‘EEN SERIEMOORDENAAR ONDER DE TROPENHEMEL’. Het stukje handelt over Jacques Reverdi, een apneuduiker (duiken zonder duikfles) die na zijn arrestatie in Cambodja opgesloten is in een psychiatrisch ziekenhuis.

Hij wordt beschuldigd van de moord op Pernille Morensen en andere vrouwen. Marc raakt in de ban van de man. Is Jacques Reverdi, een dwangmatige moordenaar, een wild beest, een verleider, een vrouwen fanaat zoals de meeste apneuduikers? ‘Is hij de verpersoonlijking van het Kwaad die een geheim doel nastreefde. Een moordenaar die dankzij zijn spirituele praktijken een juiste kijk had op zijn neurose en glashelder het gezicht van de Misdaad te zien kon geven’ Marc wil de vonk van het kwaad in de hersenen van de moordenaar ontdekken. Moord als ultieme vorm van bezit.

Het begin van een queeste, op zoek naar de waarheid, door Zuid-Oost Azië

  • De Levensweg
  • De Bakens naar de Eeuwigheid
  • De Kamer van de Zuiverheid
  • De kleur van de Waarheid en de Kleur van de Leugen.

Het lijken esoterische kletspraatjes in die zoektocht. De realiteit is een afschuwelijke.

Conclusie:
Het is een donkere, fascinerende zoektocht naar de waarheid, naar de weg van het bloed, het donkere bloed, het zoete bloed,  ijzingwekkend en smerig.

Grangé beschrijft in huiveringwekkende beelden de hel van het met aids besmette rottende afval onder de gevangenen, maar ook de bizarre modus operandi, de groteske werkwijze waarmee  Jacques Reverdi zijn slachtoffers vermoordt. En vele andere beelden die niet zo maar van je netvlies verdwijnen. Een lange weg met talrijke, haast ontelbare, verontrustende, fascinerende en mooie feiten, weetjes en zijlijntjes. Zij bieden de lezer telkens een klein stukje aan van de grote zoektocht naar de uiteindelijke oplossing van de puzzel.

Welk een enorme fantasie legt de auteur aan de dag voor het bereiken van dit doel. Ruim 500 bladzijden in de ban van Grangé, dat leidt onverbiddelijk naar meer.

5 sterren.

Jac Claasen.

Jac las: De vlucht van de ooievaars-Jean-Christophe Grangé*****

Grangé

Over de schrijver:

Jean-Christophe Grange is journalist, schrijver en scenarist, en geboren op 15 juli 1961 in Boulogne-Billancourt. Hij is een van de weinige Franse thriller auteurs die doorgebroken is in de VS. Hij studeert aan de Sorbonne en begint als copywriter. In 1989, werkt hij als free lancer voor fameuze tijdschriften zoals Paris Match, The Sunday Times en National Geographic. De reizen en verslagen die hij maakt zullen een bron van inspiratie voor zijn latere werken blijken te zijn

In 1994 schreef hij zijn eerste roman De vlucht van de ooievaars. Geroemd door de kritiek. Zijn tweede roman, De bloedrode gletsjer ( 1998 ), is zijn doorbraak naar het grote publiek. Dit boek dateert uit 1991, en is met 400.000 exemplaren een van de best verkochte Franse thrillers ooit. Een klassieker derhalve. En terecht. De smartphone was nog niet uitgevonden en de geopolitieke verhoudingen lagen wat anders in 1991, maar overigens is deze thriller tijdloos.

( Bron: http://www.fnac.com/Jean-Christophe-Grange/ia6134#Biography )

Over het boek:

Louis Antioche is pas afgestudeerd, en neemt op verzoek van zijn adoptie ouders George en Nelly Braesler, contact op met Max Böhm, groot ornitholoog. Hij krijgt een vreemde opdracht van Böhm. De vogelfanaat volgt zijn hele leven al de witte ooievaar. Deze fantastische trekvogels vliegen elk jaar vanuit Europa naar Afrika, tienduizend kilometer heen en ook weer terug. Of via Gibraltar, of via het Midden-Oosten. Maar er is iets vreemds aan de hand. De vogels in Polen en Duitsland zijn niet teruggekeerd. Antioche krijgt de opdracht de vogels te volgen, tot in de Soedan of verder, en te rapporteren wat er aan de hand is.

Drie maanden later. Max Böhm wordt dood aangetroffen in het grootste ooievaarsnest van Europa, bovenop het belfort van het écomusée te Montreux, op een hoogte van 20 meter, half verslonden door zijn geliefde vogels. De autopsie wordt uitgevoerd door Catherine Warel. Er is een probleem. Böhm heeft een harttransplantatie ondergaan, hij heeft een nieuw hart gekregen. Maar de mysterieuze operatie staat nergens geregistreerd. Bovendien bevat het hart een minuscuul stukje titanium.

Inspecteur Dumaz haalt Antioche over toch de reis aan te vangen.  Het leven van Max Böhm en zijn mysteries kan langs het spoor van de ooievaars in kaart gebracht worden. Louis Antioche gaat de reis maken en de ooievaars volgen, te beginnen in Oost Europa. De mysteries stapelen zich op. Een bizarre ontmoeting met zigeuners in Bulgarije, waarbij moordenaars het hart van Rajko Nicolitsj, een waarnemer van Böhm, geroofd hebben. Het kwaad is terug op aarde, zo wordt gemompeld door de stamoudste.

Conclusie:

Direct bij het lezen van de oorspronkelijke titel Le vol des cigognes moest ik direct  denken aan de volgende regels van Mort Shuman: ‘Il neige sur le lac majeur. Les oiseaux lyres sont en pleurs.’ Een liervogel is geen ooievaar natuurlijk. Maar toch. Een ooievaar is de brenger van geluk en kinderen. Maar bij Grangé is de ooievaar niet een mooie vlag die een mooie lading dekt. De prachtige ooievaar dekt hier een enorme lading drek en smerigheid toe.

De vlucht van de ooievaars, een romantische en idyllische titel, brengt Antioche op een gewelddadige weg, een weg die hij zal volgen tot het einde, een weg die hij moet volgen tot het einde. De reis wordt een odyssee, vol met ontmoetingen en gebeurtenissen die een steeds vreemder licht werpen op Max Böhm en zijn verleden. De hoofdrolspeler omschrijft op een gegeven moment het verhaal als ‘Een liefdesgeschiedenis vol chaos, gevoel en geweld’.

Het wordt nog veel erger. Een grootse thriller waarin een buitengewoon intelligente maar decadente gedegenereerde de onherroepelijke neiging tot het kwade in al zijn ondraaglijke wreedheid in extremis heeft doorgevoerd. Een afschuwelijk boek ook, met ongekende wreedheden.

Grangé is een groot auteur met een verslavende literaire schrijfstijl, het verhaal wordt gestadig en volkomen logisch opgebouwd. De lezer wordt veelvuldig geconfronteerd met originele zinnen, uitdrukkingen en ontelbare metaforen die getuigen van ’s mans enorme fantasie en schrijverskwaliteiten. Halverwege lijkt het verhaal zijn climax bereikt te hebben, Grangé zet dan nog een tandje bij, en de ontknoping bevat alles en iedereen die ook maar enige rol van betekenis hebben gespeeld in dit drama.

Vijf sterren.

Jac Claasen.

Jac las: Het wolvenrijk-Jean Christophe Grangé****1/2

Wolvenrijk

Over de auteur:

Jean-Christophe Grange is journalist, schrijver en scenarist, en geboren op 15 juli 1961 in Boulogne-Billancourt. Het is een van de weinige Franse thrillerauteurs die doorgebroken is in de VS. Hij studeert aan de Sorbonne en begint als copywriter. In 1989, werkt hij als free-lancer voor fameuze tijdschriften zoals Paris Match, The Sunday Times en National Geographic. De reizen en verslagen die hij maakt zullen een bron van inspiratie voor zijn latere werken blijken te zijn In 1994 schreef hij zijn eerste roman De vlucht van de ooievaars. Geroemd door de kritiek. Zijn tweede roman, De bloedrode gletsjer ( 1998), is zijn doorbraak naar het grote publiek.

Naast zijn carrière als romanschrijver, schreef hij diverse scenario’s gebaseerd op zijn eigen boeken, maar schreef ook het scenario voor een stripboek: La Malédiction de Zener (de Philippe Adamov).

Over het boek:

Verhaallijn 1

Anna Heymes, 31, geen kinderen, getrouwd met Laurent Heymes, directeur van het studie- en onderzoekscentrum van het ministerie van Binnenlandse Zaken, heeft last van vervagende, vervormde, vertekende beelden van gezichten en herinneringen. Met name het vertrouwde beeld van het gezicht van haar man  herkent zij niet meer. Black outs, hallucinaties, gezichten lopen door elkaar en vormen een afschuwelijk masker. Een neuro-degeneratieve ziekte? Een kleine weefselafsterving in de rechter hersenhelft, in het onderste gedeelte van de temporale kwab? Een fysieke oorzaak? Of een psychisch trauma zoals Mathilde Wilcrau, een psychiater-psychoanalytica die zij  heeft ingeschakeld voor een second opinion, oppert. Een schok? Een paranoïde psychose? Wat is er met haar aan de hand?

Dan doet Anna een bizarre ontdekking en breekt de hel los. Waarom zit de halve Parijse politiemacht achter haar aan?

Verhaallijn 2

Locatie: Parijs, Rue Saint-Denis, Klein-Turkije, waar het barst van de illegale, anonieme Turken.

Drie moorden.

De slachtoffers: drie vrouwen met exact dezelfde kenmerken, ze zijn een jaar of dertig, rossig en mollig. Paul Nerteaux, inspecteur, is op eigen verzoek overgeplaatst naar de afdeling Criminele Recherche van het tiende arrondissement in de rang van gewoon rechercheur van de afdeling Recherche van de Rue de Nancy. Hij wil deze  kans pakken en de zaak van de drie vermoorde Turkse vrouwen oplossen. Hij beseft dat hij het Turkse bastion niet alleen kan binnendringen, en  zoekt hulp in de vorm van Jean-Louis Schiffer, een gepensioneerde wijkagent, een klootzak van een politieman, die diep met z’n vingers in de georganiseerde misdaad zat, door iedereen gevreesd, maar te slim om gepakt te worden.

Conclusie:

De maakbaarheid en breekbaarheid van de menselijke geest en het menselijk lichaam is een geliefd thema bij Jean-Christophe Grangé. Dit leidt in De Passagier tot een vuistdikke, werkelijk adembenemende thriller. In Het Wolvenrijk is de flexibele geest van Grangé weer op dreef met hetzelfde thema.

Op een fraaie manier brengt Grangé beide verhaallijnen bij elkaar in deze uitstekend gedocumenteerde en geplotte thriller, die zich al snel ontpopt tot een page turner. Met hele mooie zijlijnen. De  geopolitieke beschrijvingen en achtergronden zijn weer uiterst actueel. De thrillers van Grangé hebben geen samenhang in de zin dat bepaalde hoofdrolspelers keer op keer terugkomen. Dat is zelfs onmogelijk in veel gevallen. Het slot doet wat geforceerd en gekunsteld aan.

In een mooie, vloeiende schrijfstijl zet Grangé een keiharde thriller neer. Het boek is geschreven in 2002, en door de Geus in 2004 op de markt gebracht. En derhalve al weer veertien jaren oud. Geen probleem.

Qua woordgebruik, woordspel en zinsopbouw heeft hij van een gewone policier, een meedogenloze, bijzonder goed geschreven, literaire thriller gemaakt. Het plakplaatje met dat etiket ontbreekt echter.

4,5 sterren.

Jac Claasen.

Wat lezen wij nu?

Karin leest:

Met dank aan Uitgeverij LetterRijn voor het recensie-exemplaar.

Meedogenloos

Over Meedogenloos:

Nadat hun ouders zijn vermoord, slaan de zusjes Mandy en Lisa Peeters op de vlucht. Het belastende bewijsmateriaal dat ze bij zich dragen, maakt dat ook zij moeten vrezen voor hun leven.

Vier jaar eerder verdween de toen dertienjarige Californische India Johnston spoorloos. Ze duikt buiten het zicht van haar familie op in de gedwongen prostitutie in België. Dan is er een klant die zich haar lot aantrekt.

Tim Bosman en Suzanne Meyer hebben elkaar na het verbreken van hun relatie al ruim zeven jaar niet meer gezien. Tim heeft in de journalistiek te maken met uiteenlopende zaken, waarbij hij niet altijd vrienden maakt. Als de omstandigheden Tim en Suzanne weer bij elkaar brengen, staat hun leven op het punt voorgoed te veranderen.

Op het eerste gezicht lijken dit drie op zichzelf staande gebeurtenissen. Schijn bedriegt …

Myrtle ( 15 ) leest:

Lina

Over Koningslaan:

Na het tragische overlijden van haar overspelige man, verhuist de tweeëndertigjarige Charlie van Amerongen met haar twee dochtertjes terug naar haar geboortedorp. Een nieuwe baan, een nieuwe woning, een nieuwe start. Charlie heeft een zwaar jaar achter de rug, en heeft het nodig om het verleden achter zich te laten en opnieuw te beginnen. Alles lijkt goed te gaan. Haar huis aan de statige en populaire Koningslaan is prachtig, haar kinderen zijn blij, ze maakt vrienden, en haar werk – als juf van groep 3 op basisschool Koningsbos – bevalt haar goed. Het lukt haar zelfs om voorzichtig een nieuwe liefde toe te laten, de jonge Finn Bogers weet Charlie’s hart te veroveren. Voor het eerst sinds lange tijd durft ze weer gelukkig te zijn.

Helaas blijkt al snel dat niks is wat het lijkt en loopt alles mis. Haar nieuwe vrienden beginnen zich tegen haar te keren, ze raakt haar baan kwijt en haar huis voelt niet meer veilig. Zelfs haar eigen familie begint aan haar te twijfelen. Charlie dacht dat ze alles op de rit had, maar haar nieuwe start draait uit op een complete nachtmerrie.

Jac leest:

wolven

Over Het wolvenrijk:

Anna Heymes lijdt aan geheugenverlies. Ze herkent soms haar eigen man niet meer. Bovendien krijgt ze steeds sterker het gevoel iemand anders te zijn dan wie ze is.
Elders in Parijs start inspecteur Paul Nerteaux een onderzoek naar drie moorden op Turkse vrouwen. Hun gezichten zijn ernstig verminkt. Hij ontdekt dat de Grijze Wolven aan het moorden zijn geslagen. Maar waarom hebben ze het op vrouwen uit hun eigen gemeenschap voorzien? Anna’s zoektocht naar haar ware identiteit en de jacht op een moordenaarsbende komen op een overrompelende manier samen.

Corina leest:

Met dank aan Godijn Publishing voor het recensie-exemplaar.

Watjijnietweet

Over Wat jij niet weet:

‘Als twee werelden elkaar raken’

De veertienjarige Tess verhuist onverwachts met haar ouders naar Kenia. Ze belandt er tussen de inheemse Samburu-stam en moet noodgedwongen een nieuw leven opbouwen. Ze spreekt de taal niet, begrijpt niets van de cultuur en mist haar vriendinnen. Al snel blijkt dat er achter de ware reden van de verhuizing een groot geheim schuilgaat. Dit geheim zet haar leven nog verder op zijn kop, maar geeft ook antwoord op vragen. Dan gebeurt er iets afschuwelijks. Wordt haar leven ooit weer hoe het was?

In Wat jij niet weet gaat Cecile Korevaar geen enkele confrontatie met de werkelijkheid uit de weg. Ze laat zien wat de gevolgen zijn van eeuwenoude tradities en hoe diep deze verweven kunnen zitten in een cultuur. Hoe verbind je je als tiener aan een wereld die zo anders is dan je gewend bent?