Blonde Dolly was een prostituee die op 30 oktober 1959 door een misdrijf om het leven is gebracht. De dader staat voor 99,9% vast. Haar dood is omgeven door tal van raadsels, want Sebilla Johanna Alida Niemans was werkzaam onder de namen Zwarte Molly en Blonde Dolly en was geen standaardprostituee. Iemand met twee gezichten. Beschikbaar achter het raam en dan vijftien of twintig arbeiders en de armoedzaaiers afwerkend, maar ook werkzaam in de luxe hotels en villa’s voor de diplomaten, zakenmensen en politici. Daar is zij de mevrouw van goede komaf, die goed gekleed, haar talen spreekt, van opera en theater houdt, en zich moeiteloos in de hoogste kringen beweegt. Een Dolle Mina en ZZP’er avant la lettre, economisch zelfstandig – zij heeft haar pooier uitgekocht – en vermogend, welgesteld.
Tomas Ross heeft een tijdsdocument geschreven over die late jaren vijftig. Talloze feitjes en weetjes worden over de lezer uit gestrooid. Het is bijzonder amusant hoe er gedacht werd over Jan Cremers (een prutser) en over ene K. Appel. Ross mengt fictie met realiteit ( faction). Zijn boeken zijn uitzonderlijk goed gedocumenteerd. Het raadsel van de onvrijwillige dood van Blonde Dolly wordt door Ross verklaard met een theorie die net zo goed is als iedere andere. Hij klinkt logisch. Het levert een mooie thriller op, zijn beste in jaren. WO II en met name de Velser affaire levert de basisstof op voor de diverse verhaallijnen. Af en toe speelt het toeval een (te) grote rol. In dit boek is de spaghetti aan gebeurtenissen goed overzienbaar en amusant. Verwacht van Ross geen psychologische diepgang van de hoofdpersonen.
Vier sterren.
Jac Claasen.