Met mijn voorhoofd leun ik tegen het koude raampje van het KLM vliegtuig. Onder mij zie ik een gedeelte van Nederland, met hier en daar voor mij wat bekende stukjes , steeds kleiner worden. Ondanks dat ik geen vliegangst heb, denk ik steevast bij iedere stijging of landing aan mijn kinderen die ik wederom achtergelaten heb.
Korte stedentrips maak ik liever samen met mijn man. Wij zien elkaar in ons jachtige leven zo weinig, dat ik er niet op zit te wachten om door een wereldstad te wandelen met aan weerskanten van ons ontevreden gezichtjes omdat we niet naar McDonald’s gingen, of dat ze juist wel naar dat Aquapark wilden net buiten de stad. Of het eeuwige geschuif met veel te duur eten over een bord omdat het er niet uitziet zoals thuis. Of als je mensen ontmoet en ze ongeduldig aan je blijven vragen wanneer we verder gaan.
Om van seks in een hotelkamer nog niet te spreken. Dat is dus gewoon onmogelijk nu ze een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Niks kan meer ongemerkt of stiekem. Voor je het weet gillen ze dat ze bejaardenseks vies vinden of eindig je op YouTube met infraroodbeelden van vreemde bewegingen onder een dekbed. Zoals je vroeger weleens in Big Brother zag. Nee, wij laten ze op dit soort uitstapjes liever thuis. Gelukkig houden ze veel van hun oma en hun oma van hen. Iedere avond kwartetten, pesten en zelf kiezen wat er gegeten wordt is altijd een feestje.
Maar toch, wanneer Nederland onder een pak wolken verdwijnt en wij koers zetten naar een ander werelddeel bekruipt mij altijd dat waardeloze gevoel dat we kunnen sterven. En hoe gaat het dan verder met de kinderen? Zouden ze eroverheen komen? In mijn beleving kan je maar beter allemaal tegelijk omkomen mocht het noodlot je treffen. Of is dat onzin? Zouden ze na zo een ramp in staat zijn om toch een lang en gelukkig leven te leiden?
“Ik heb er zoveel zin in”, haalt mijn man mij uit mijn sombere gedachten. Ik draai mijn hoofd naar hem toe en glimlach. “Ik ook”. Hij pakt mijn hand vast en kust me op mijn voorhoofd. Ik voel een vlinder hopsen ergens in mijn buik. We zijn veel te weinig samen. Mijn sombere gedachten verdwijnen en ik ontspan. We kijken wat naar een film en eten en drinken wat. Om de zoveel tijd knipoogt mijn man naar mij. Wat is het toch ook een lieverd.
Bijna acht uur later staan we op een vliegveld in Canada. Onze koffers zijn er al snel en met een taxi rijden we naar ons eerste hotel. We hebben een supermooie kamer met twee kingsize bedden. We besluiten dat het bed wat het dichtst bij de badkamer staat ons seksbed wordt en die bij het raam om in te slapen. We lachen om onze eigen uitvinding en hopen dat andere stellen voor ons het niet andersom bedacht hadden.
We hebben een fantastische tijd en kijken onze ogen uit in de stad. We eten en drinken er op los en kunnen eindelijk weer eens echt ongestoord praten. Ik voel me weer net zo verliefd als vijftien jaar geleden. Na twee dagen vertrekken we naar ons volgende hotel wat vlakbij de Niagara watervallen staat. We hebben een kamer zonder mooi uitzicht. Behalve als je van parkeerplaatsen houdt dan zaten we eerste rang. Omdat wij zo genoten van onze reis besloten we een upgrade te doen naar een kamer met een uitzicht. Voor zestig dollars extra stonden wij ineens op achtentwintig hoog met onze monden opengezakt vanuit een prachtige kamer naar de indrukwekkende watervallen te staren.
Wat een uitzicht!
Geen extra seksbed dit keer, maar wel een enorme whirlpool waar we makkelijk samen in konden. Met een boot zijn we tot heel dichtbij de onderkant van de watervallen gevaren. Wat een natuurgeweld was dat. Gehuld in rode poncho’s bekeken wij met toegeknepen ogen de enorme hoeveelheid water wat hier naar beneden stortte. Ik sloot mijn ogen en nam de geluiden en het spetterende water tegen mijn gezicht in mij op. Even waande ik mij in een totaal andere wereld. Het geluid van die watervallen was zo mooi en zo indrukwekkend. Ik kon mij niet herinneren dat ik ooit zoiets moois had gevoeld en gehoord. Doorweekt van onze knieën tot aan onze tenen stapten we lachend van de boot af. Hand in hand ratelden we honderduit over hoe bijzonder deze ervaring was.
In gedachten stelde ik mij voor hoe het zou zijn om te emigreren naar dit land. Hoe je leven er dan uit zou zien. Ik stelde mij voor dat we in een houten huis middenin de natuur woonden , waar we ‘s avonds samen bij een kampvuur een biertje zouden drinken en niks anders hoorden dan het knetteren van het hout. Waarom hebben we ons zo opgesloten met twee drukke banen waardoor je elkaar amper ziet en altijd en eeuwig maar moe bent? Waarom hebben we een hypotheek, kinderen, auto’s , honden en paarden waardoor je nooit meer spontaan iets geks kan doen? Ik word somber van deze gedachte en spreek mijn frustraties uit tegenover mijn man. Hij lacht erom. Hij haalt zijn schouders op en zegt: “Als je hier zou wonen heb je binnen een mum van tijd hetzelfde probleem hoor.”
Ik twijfel. “Dan moet je ook werken, krijg je ook weer verplichtingen en zit je weer aan een heleboel dingen vast , alleen op een andere plek”, zegt hij zonder enige twijfel. Ik luister naar zijn woorden en bestudeer zijn gezicht aandachtig. Had ik maar de helft van zijn nuchterheid en relativeringsvermogen, denk ik.
Ik ben een dromer. Altijd al geweest. Eerst dromen en daarna zie ik wel of er wat te relativeren valt. Helaas heeft dat nog nooit goed uitgepakt. Ik schud het sombere gevoel snel van mij af. Daarvoor zijn wij niet hier gekomen. De rest van de dagen geniet ik intens van ieder moment. Alle nieuwe indrukken zuig ik in mij op.
Wanneer wij weer in het vliegtuig zitten om naar huis te gaan heb ik gemengde gevoelens. Ik had nog zoveel meer van Canada willen ontdekken maar de plicht roept. Ooit gaan we hopelijk nog een keer deze kant op om andere steden en gebieden te ontdekken. Voor nu moet ik heel tevreden zijn met deze mooie trip. Ik voel me dankbaar dat ik dit samen met mijn man heb kunnen doen.
Na een nacht overgeslagen te hebben zet het vliegtuig de landing in. Onder mij verschijnt mijn geboorteland weer. Het is zonnig. Ik zie de meren die vlakbij ons huis liggen en voel me gelukkig. Thuis. Op het vliegveld wachtten mijn moeder en mijn dochter ons op. Het is fijn ze weer te zien. En zodra wij door de voordeur ons huis binnen stappen waar een verse bos bloemen op tafel staat met een kaartje “Welkom Thuis” erop , zie ik mijn zoontje op ons afkomen.
Met een glimlach van oor tot oor sprint hij op me af en omhelst me onder een luid : “Mamaaaaaaa”.
Daar op dat moment besef ik dat dit geluid zelfs nog mooier en intenser is dan de duizenden liters water van de Niagara watervallen die voor mijn voeten naar beneden stortten.
Mijn man heeft gelijk. Het is nergens beter dan thuis.
Prachtig verwoord. No place like Home! Ik geniet ontzettend van deze prachtige korte verhalen met emotionele lading. Ik waardeer en zie het leven anders wanneer ik deze prachtige verhalen lees, want wat Ben ik toch een bofkont😊
LikeGeliked door 1 persoon