Soms kom je in je leven geheel onverwacht iemand tegen die plotseling onbewust een gat opvult. Jarenlang deel je dezelfde woonplaats met iemand zonder van diegene zijn bestaan af te weten. In dit geval heb ik zelfs jaren op deze aarde rondgelopen terwijl deze persoon toen nog niet eens geboren was.
Ik reed al auto toen er ergens een baby werd geboren. Deze baby kwam ik pas bewust tegen toen hij negentien jaar was.
In eerste instantie vond ik het een vrij onopvallend mannetje. Een ietwat vadsig jongetje met een vreemde kledingstijl. Hij leek onzeker en doordat hij twintig jaar jonger is dan ik, schonk ik er niet zoveel aandacht aan.
Hoe bijzonder is het dat juist deze jongen zo een belangrijk persoon in mijn leven is geworden? Ik vind het heel bijzonder.
Daar waar veel leeftijdgenoten niet met mij op een lijn bleken te zitten , bleek deze jongen maar net een heel klein beetje boven die curve te hangen.
Hij bleek een mens met een gouden hart te zijn. Iemand die je geen onzin verkoopt maar je al snel in vertrouwen durft te nemen. Laat dat nou juist iets zijn waar ik zo vreselijk veel van hou.
Hoe oprechter, hoe beter.
Ik heb het over inmiddels een van mijn beste vrienden. Zijn naam is Lorenzo.
Lorenzo houdt net als ik ontzettend veel van paarden en van zottigheid. De perfecte combinatie.
Lorenzo is lange tijd ongelukkig geweest, zelfs zo erg dat hij het leven niet meer leuk vond. Enkel en alleen maar omdat hij wist dat hij op mannen viel maar niet wist hoe hij dit de wereld zou vertellen. Door deze lastige gevoelens kwam hij kilo’s aan en deed hij zich anders voor dan hij werkelijk was.
Hij grapte regelmatig tegen meisjes dat hij een tietenman was. Na zo een grap zag ik de somberheid in zijn ogen.
Toen hij alle moed had verzameld om zijn ware ik te gaan laten zien en dit natuurlijk door bijna iedereen goed ontvangen werd, viel hij vijfendertig kilo af. Eindelijk kon hij zichzelf zijn. Zijn echte ik blijkt een perfecte versie te zijn. Hij knalt bijna uit elkaar van gulheid, liefde en humor.
Deze jongen zou eigenlijk ergens op een toneel moeten staan, hij knalt er teksten uit op een manier waarbij je in je broek plast van het lachen.
Vooralsnog werkt hij op een broodafdeling van een supermarkt.
Nu hij uit de kast was kon hij eindelijk op zoek naar een man. Dit was voor Lorenzo soms nog wel lastig. Hij ziet zelf nog niet hoe ontzettend leuk hij is. Hij is nog steeds onzeker soms. Als een, in zijn ogen knappe man, hem leuk vindt, wil Lorenzo nog weleens wegrennen, omdat hij denkt dat hij niet goed genoeg is voor hem.
Hij heeft een liefde voor paarden. Ooit verzorgde hij een paard voor iemand anders. Dit paard was het meest verwende paard op de wereld met zo een verzorger. Alles had hij voor dit dier over. Er kwam zelfs een tatoeage op zijn arm met de naam van het dier.
Door weer en wind fietste hij iedere dag in totaal zestien kilometer om het beestje te voeren, te borstelen en beweging te geven.
Tot op een dag de eigenaresse van het paard besloot te gaan verhuizen. Verhuizen van een stal waar hij zo vreselijk graag kwam. Voor sommige mensen misschien niet te begrijpen maar zijn wereld stortte in. Hij mocht mee verhuizen maar er werden hem strenge regels opgelegd over de verzorging. Regels waar hij zich niet in kon vinden.
Hij heeft toen de hartverscheurende beslissing gemaakt om niet mee te verhuizen en het paard los te laten. Daar was veel moed voor nodig. Er hebben zeeën van tranen gevloeid maar hij hield zijn poot stijf. En in plaats van bij de pakken neer te gaan zitten en te zwelgen in zelfmedelijden besloot hij keihard te werken en te sparen. Ooit zal er een eigen beestje komen. Een paard voor hem alleen, waar verder niemand wat over te zeggen zou hebben. Geen verboden, geen achterlijke regels.
En ineens was daar die dag.
Ik kreeg een appje.
“Sas, ik heb mijn paard gevonden. Het is liefde op het eerste gezicht”.
Wat was ik blij voor hem.
Met de eigenaresse van onze stal was hij naar Gelderland gereden om het paard te gaan bekijken. Vol trots had hij het paard aangewezen. Het bleek een jonge ruin te zijn met veel tuigersbloed. Een enorm groot paard wat in zijn hele leven nog maar een keer iemand op zijn rug had gehad om vervolgens op marktplaats te eindigen.
De eigenaresse van stal had het dier bekeken en hem afgeraden dit dier te kopen. Lorenzo had volgens haar niet genoeg ervaring om een paard zoals deze te gaan trainen. Het dier was enorm groot en had iets weg van een iets te enthousiaste jonge hond. Al zijn bewegingen waren groot en druk en wild. Aaien ging al lastig want dan had hij de mouw van je jas al te pakken om je bijna de stal in te sleuren. Niet kwaad bedoeld, gewoon speels en lomp.
Lorenzo genoot van dit gekke gedrag maar werd ontmoedigd door werkelijk iedereen die hij sprak.
Op onze stal staan voornamelijk mensen met grootheidswaanzin wat paarden betreft. Ze rijden allemaal op een zeer laag niveau maar praten alsof ze Edward Gal zelf hebben opgeleid.
Niemand deelde zijn enthousiasme.
Ik twijfelde ook aan zijn kunnen. Maar ik zag de twinkeling in zijn ogen zodra hij over dit paard sprak.
“Als dit jouw droompaard is, dan moet je het gewoon gaan proberen”, zei ik.
“Als het niks is kan je hem altijd weer weg doen”, probeerde ik hem gerust te stellen.
Ze vroegen zo weinig geld voor dit paard dat je er geen buil aan kon vallen.
“Durf je dit paard wel zelf te beleren denk je?”, had ik hem gevraagd.
Er was geen enkele twijfel. Volmondig had hij “Ja” geroepen.
“Dan gaan we hem halen”, had ik aangeboden.
Met de trailer achter mijn auto reden we samen naar Gelderland.
Lorenzo ratelde honderduit over het paard en kon niet wachten om hem mee te nemen.
Hij liep voor mij uit de lange stal in. Bijna achteraan stond hij dan.
Ik wist even niet wat ik zag.
Een broodmager, lang en groot paard met een enorm groot hoofd. Maar met een stel ontzettend lieve ogen.
Als ik de ribben even weg dacht en me alleen focuste op die ogen dan kon ik mij wel voorstellen waar deze liefde op het eerste gezicht vandaan bleek te komen.
Lorenzo rekende af en ik zou het paard in de trailer zetten.
Het dier was al groot maar bij de trailer steigerde hij waardoor het pas echt een imposant wezen werd.
Als hij hier maar geen spijt van krijgt, dacht ik eventjes, terwijl ik het paard kalmeerde en een tweede poging deed.
Braaf volgde hij mij de trailer op.
Onderweg was ik even bang dat het dier door het dak een uitgang probeerde te maken. Mijn auto schudde alle kanten op.
Lorenzo had me bezorgd aangekeken. Niet om de angst of dit paard wel zijn droompaard was, meer om de angst dat hij mijn trailer zou vernielen.
Ik verzekerde hem dat alles ok was en hij ontspande zich weer. Na honderd kilometer gaf het paard het ook op.
We giechelden nog even of we hem misschien verloren waren op de snelweg maar we wilden niet stoppen.
Het paard kwam veilig en onbeschadigd van de trailer af, geen enkele zweetdruppel. Geen spanning, niks.
Trots leidde Lorenzo hem naar zijn nieuwe stal.
Ik genoot van de blijdschap van Lorenzo.
De praatjes op stal waren echter niet van de lucht. Iedereen had een mening. Het paard zou ongeschikt zijn voor Lorenzo.
Adviezen over hoe te beginnen met zadelmak maken, en hoeveel tijd dit wel niet in beslag zou nemen, vlogen hem om de oren.
’s Avonds laat kreeg ik een foto doorgestuurd. Het was een foto van Lorenzo die op de rug van het paard zat in zijn stal. Lorenzo met een smile van oor tot oor, en het paard met de oortjes fier rechtop op zijn grote hoofd alsof het ook zijn mooiste dag van zijn leven was.
Die twee hadden direct een klik.
Al na twee dagen zat hij gezadeld en wel op zijn paard in de bak. Tien minuten werd hij aan een lange lijn vastgehouden om vervolgens los te klikken.
Er gebeurde niets. Het paard liep zijn rondjes alsof hij dit al jaren deed.
“Wanneer zullen we naar het bos gaan?”, jubelde Lorenzo.
Een vrouw van stal tikte met haar vinger tegen haar voorhoofd en siste; “Die is niet wijs”. Ik kon alleen maar lachen. Daar zat hij, op dat enorme dier met een onbevangenheid van een kleuter.
Al een week later stonden we in het bos onze paarden te zadelen voor onze eerste buitenrit.
Al lachend stapten we op. De rit ging super. Zowel het paard als Lorenzo genoten zichtbaar van dit avontuur. Er was totaal geen spanning.
Een half uur later reden we naast elkaar alsof we dit al jaren deden met deze paarden. We praatten honderduit en vergaten dat dit paard nog nooit met iemand op zijn rug in een bos had gelopen.
We passeerden een bordje waarop stond; “naaktrecreatie toegestaan”.
Ik wees ernaar en gilde naar Lorenzo dat we hier naakt mochten rijden.
Zonder na te denken liet Lorenzo zijn teugels los, en trok in een ruk zijn spijkerblouse open die voorzien was van drukknoopjes.
Het geluid klonk alsof we beschoten werden en dat dacht dit paard waarschijnlijk ook.
Als een pijl uit een boog schoot het dier ervandoor. Snoeihard galoppeerde hij over een veel te smal zandpad. Mijn paard wist niet wat er aan de hand was maar vond het nodig om mee te gaan. We gingen zo hard dat de tranen over mijn wangen rolden van de wind.
Voor mij zag ik Lorenzo half aan zijn paard hangen met een wapperende blouse als een soort cape achter zich.
Ik riep dat hij zich goed vast moest houden. Het leek er even op dat hij het niet vol ging houden en zou vallen, maar Lorenzo bleef zitten.
Pas een paar kilometer verderop stopte het paard net zo abrupt als dat hij weggerend was.
Gierend van de lach kwam ik naast hem staan.
Lorenzo trok zichzelf terug in het zadel, aaide zijn paard over zijn hals en keek me toen met grote ogen aan.
“Dat was best dom”, zei hij toen zachtjes.
Na een korte stilte barstten we allebei in lachen uit.
Lorenzo knoopte rustig zijn blouse weer dicht en alsof er niets gebeurd was vervolgden wij onze weg door het bos.
Terug op stal stonden wat enge paardenvrouwen met hun hoofd te schudden terwijl wij de paarden uit de trailer haalden.
“Hoe ging het?”, werd er gevraagd.
“Top, super braaf paard”, zeiden we in koor.
“Het is echt een paard voor Lorenzo”, zei ik.
“Hoezo?”, vroeg een vrouw met een nors gezicht.
“Zodra een man gaat strippen gaat die ervandoor”, had ik geantwoord.